Schooluitval

48 belangrijke vragen over Schooluitval

Maar wat is opvoeden nou eigenlijk? welke voorwaarden worden wenselijk en noodzakelijk bevonden? (6)

- omgang volwassene en kind. het kind is sterk afhankelijk van de hulp van anderen, de hulp van zijn opvoeder.
- unieke omgang: de omgang tussen opvoeder is een unieke omgang waarin wederzijdse betrokkenheid valt waar te nemen. betrokkenheid -> ontplooiing.
- omgang en invloed. de opvoeder voert in zijn omgang met het kind doelgerichte invloed (gericht op het kind wat te leren; normen&waarden uit).
- omgang, vrijheid en grenzen, consequent
- veiligheid, (geborgenheid= emotioneel) & fysiek
- natuurlijke  en georganiseerde activiteiten

Korte en langetermijndoelen in opvoeding

korte termijn doelen: hebben vaak een bijzonder positieve invloed op de betrokkenen, want de resultaten worden relatief snel bereikt en hebben daarom ook vaak een stimulerend invloed.
lange termijndoelen: bv. piano spelen of studie afronden

Een pedagogisch klimaat wordt met name bepaald door (Den Dulk en Janssens) (4):

1. De opvoeder als persoon (respectvol, geeft veilig en geborgenheid, is ondersteunend en uitnodigend)
2. Structuur van afspraken en regels (duidelijkheid wat wel en niet mag)
3. Woonruimte (warm en sfeervol)
4. Directe omgeving (veilig en uitnodigend)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij het maken van een programma moeten we een aantal voorwaarden rekening houden (4)

- Uitnodigend. prikkelen tot deelname en uitnodigen tot eigen initiatieven.
- Flexibel. Ruimte bieden voor de individuele mogelijkheden en beperkingen
- Veilig. Het ervaren van veiligheid in de activiteit wat leidt tot deelname
- Samenspel en samenwerken. Dit kan een positieve invloed op het gedrag van de deelnemer uitoefenen.

Project heeft 5 voorwaarden waaraan het moet voldoen:

- het project moet afgestemd worden op het niveau van functioneren van de deelnemers
- er moet besloten worden hoelang het project gaat duren (max. 6 wkn)
- er moet onderscheid gemaakt worden tussen individuele en groepsactiviteiten
- project wordt meestal opgezet naar vragen van een groep zelf: waardoor er onder een deel van de groep groter belangstelling voor het project heerst.
- er wordt bepaald thema gekozen voor het project

Binnen het proces van diagnosticeren kunnen we onderscheid maken tussen:

1. Een onderkennende diagnose: hier gaat het om herkennen, onderscheiden, wat de situatie is. Wat is het probleem, in welke situatie, vergelijke andere leeftijdsgenoten, wat is er al aan het probleem gedaan?
2. Een verklarende diagnose. Hier staat waarom centraal. Er moet een verklaring gevonden worden voor de factoren die vanuit het individu een achterstand of een stoornis veroorzaken. In deze fase is het gewenst individuele kenmerken die van invloed zijn op interactie-> elimineren.
3. Indicerende diagnose. De gewenste aanpak die met vastgesteld achterstand of stoornis samenhangt. De aanpak wordt afgestemd op de behoeften van de hulpvrager.

Methodisch en planmatig werken bestaat uit 5 fases:

1. Probleemsignalering: analyse probleem, voor wie geldt het probleem, maken probleemomschrijving, belangrijke info vaststellen, bepalen wie wat onderzoekt.
2. Diagnostiek: verzamelen van betrouwbare info mbv. diverse methoden, analyse verzamelde informatie en vaststelling probleemsituatie.
3. Openstellen plan van aanpak: vermelding van reel meetbare sub en kerndoelen en haalbaarheid in tijd, vastleggen afspraken van uitvoeren van de activiteiten en communicatievorm.
4. Handelen: uitvoering plan, waar nodig bijstellen oorspronkelijke plan
5. Evaluatie: product -> hoeverre doelen bereikt? Proces-> kijken naar gewerkte manier, advies/aanpassing plan en verdere begeleiding.

Bij het verschijnsel groepsopvoeding kunnen we onderscheid maken in (3)

- De persoon. Het gaat hier om de vraag op welke wijze we hem de beste kansen kunnen geven om zich optimaal te ontplooien.
- De groep waarin de persoon wordt opgevoed en begeleid. Hierdoor leer je op elkaar reageren en elkaar te stimuleren. Mogelijkheid tot vergelijking, elkaar steunen en beïnvloeden.
- De organisatie; de instelling of woonvorm waarin groepsopvoeding plaatsvindt. Bepaalt het beleid, verschaft de ruimte en voorwaarden voor de groepsopvoeding. Gevaar=groepsgrootte (te groot of te klein)

De leefgroep hoort een plek te zijn waar elk groepslid.. (6)

- tot rust kan komen, zichzelf kan zijn en tot zinvolle activiteiten wordt uitgenodigd
- zover mogelijk, tot verdere ontplooiing komen
- wordt geholpen als dat nodig is
- aanbod van voldoende ontspanningsmogelijkheden
- gevoel verbondenheid ervaren
- niet langer hoeft te verblijven dan wenselijk

2 aspecten behorend bij groepsopvoeder

- Houdingsaspect: neutraal, open, meelevend en kritisch
- Zelfstandigheidsaspect: werkzaamheden groepsopvoeder: opvoedend, verzorgend, huishoudelijk, organisatorisch, administratief

AC: audiologisch centrum

is een regionaal instituut voor onderzoek, diagnosestelling en begeleiding. Een onderzoek kan onder andere bestaan uit een:
- gehooronderzoek
- logopedisch onderzoek
- psychologisch onderzoek (leren accepteren)

Onderdelen van het gehoor en logopedisch onderzoek kunnen gericht zijn op (3):

- auditieve discriminatie: het kunnen onderscheiden van klanken
- auditieve analyse: kunnen vaststellen uit welke klanken een woord bestaat
- auditieve samenvoeging: in staat zijn juiste klank aan elkaar te kopelen

Centrale Auditieve Inperking (CAI)

een stoornis in het centraal verwerken van geluidsprikkels. Het geluid wordt hier niet altijd goed herkend waardoor er verkeerde betekenissen aan klanken worden gegeven. Het onderscheid van geluid en er een betekenis aangeven wordt groter naar mate toenemen van achtergrondlawaai

Oorzaken van doofheid of slechthorendheid of een cai zijn divers (7):

- Erfelijkheid
- Schadelijke invloed tijdens zwangerschap: virusinfectie (rode hond, mazelen) inname giftige stoffen.
- schadelijk invloed tijdens de bevalling: ernstig tekort aan zuurstof, tangverlossing
- schadelijk invloed na de geboorte: voedseltekorten, hersenvliesontsteking
- operatieve ingrepen
- gehoorschade door blootstelling aan lawaai
- ongeval

Speciale lesmethode (leespad) dove

om het leesniveau te ontwikkelen dmv leeskijkboekjes woorden visueel aangeboden via platen/fotos met verscheidene items over hetzelfde onderwerp

Blindheid/slechtziendheid oorzaken (5)

- Erfelijkheid (retinis pigemntosa -> geleidelijker slechter zien)
- Infectieziekte tijdens zwangerschap
- Vitaminetekort
- Verwaarloosde ooginfectie
- Ongeval

Suggesties voor opvoeden blinde/slechtziende (4)

- consequent voorwerpen betasten en benoemen
- maak hierbij een goede intonatie in je stem. Het kind moet zich namelijk vaak via spraaktaal orienteren.
- geef belangrijke dingen een zoveel mogelijk vaste plek
- speciale voorzieningen in het huis (alleen weer noodzakelijk)

Centralisering (blinde/slechtziende)

sprekende weegschalen, signaalhorloges, dobbelstenen met piepjes, een telefoon met brailtoetsen en computertoetsenborden

Touch sight (blinde slechtziende)

speciaal fototoestel drie dimensioneel beeld in braille

Bij het benoemen van mogelijke oorzaken van motorische problemen kunnen we een onderscheid maken tussen de gevolgen (4)

- Hersenstoornissen: spasme, atheose en chorea die gevolg kunnen zijn van een hersenstoornis. 
- Stoornissen in het ruggenmerg
- Stoornissen van het zenuwstelsel (door infectieziekte)
- Stoornissen in botten of ledematen (broosheid en vergroeiingen)

Mytyl (LG) & Tyltyl (MG) scholen:

deze vorm van onderwijs is speciaal voor kinderen met lichamelijke beperkingen (hierdoor vaak ook leer/sociaal-emotionele belemmeringen)

Lage intelligentie en dyslexie

lees taal zwakte

Non verbal learning Disabilities (NLD)

Non verbale leerstoornis plus problemen met begrijpend lezen. Geen problemen met de woorden maar met de verbanden. Beeldmateriaal is beter te begrijpen voor deze mensen.

Mogelijke oorzaak dyslexie (Dumont)

Stoornis in het recordingmechanisme (een stoornis in het proces waarbij een geschreven letter moet worden omgezet in een gesproken klank (lezen) of omgekeerd: het omzetten van een klank in een geschreven letter (schrijven). De oorzaak is een aangeboren erfelijk bepaalde remming of afwijking in de hersenschors volgens Dumont.

Regionaal Instituut voor Dyslexie (RID)

Voor kinderen vanaf 6 jaar met lees, spelling en taalproblemen. Onderzoek en behandeling staan er centraal. Er worden afspraken  gemaakt over divers oefeningen. Er bestaan 12 regionale instituten.

Vergoedingsregeling diagnostiek en behandeling:

De diagnostiek en behandeling van ernstige en enkelvoudige dyslexie wordt door de zorgverlening betaald

Nederlandse Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en kinderen Spraaktaalmoeilijkheden (FOSS) lezen we (7):

- Baby moeilijkheden met drinken, verslikt zich regelmatig
- Het kind heeft in baby/peuterfase niet gebrabbeld of is er mee gestopt
- Het kind kan zich moeilijk concentreren
- Het valt vaak is onhandig
- Vertoont soms onhandelbaar gedrag
- Wordt kwaad omdat het niet begrepen wordt
- Begrijpt eenvoudige opdrachten niet

Spraakstoornis (dysalie, dysglossie, dysartie)

Het niet of verkeerd uitspreken van een bepaalde klank of verscheidene klanken, na ongeveer het derde jaar. Bij 6+ spreken we echt van een stoornis. Deze stoornis valt onder te verdelen:
- Dysalie: onvoldoende motorische beheersing van de mondmotoriek en of een verminderde gehoorscherpte
- Dysglossie: een uitspraakstoornis als gevolg van afwijkingen aan bijv. lip/tong/gehemelte.
- Dysartie: een uitspraakstoornis die wordt veroorzaakt door een stoornis in de zenuwvoorziening van de spieren door een beschadiging van het centraal zenuwstelsel.

Mogelijke oorzaken voor taal en spraakstoornissen (2):

- Lichamelijk (gehoorproblemen)
- Psychosociaal (milieu > geen weinig stimulatie)

Mathematics disorder of dyscalculie

problemen met het aanleren van de basisvaardigheden van rekenen

De American Associaton on Mental Retardation (5)

in de mogelijkheden/beperkingen van de persoon in relatie tot zijn functioneren in de samenleving. Hulp en begeleiding noodzakelijk en een lager dan gem. intelligentie.
- duidelijk beperkt
- zwakke wilsbegaafdheid
- veelal vanaf de geboorte
- disfunctioneren van gehele persoonlijkheid
- onvoldoende ontwikkelde gewetensvorming

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) DSM IV kenmerken (3):

- aandachtstekortstoornis: moeite met concentreren en motiveren. Onrustig, doordat het geneigd is om alle prikkels die op hem afkomen te willen reageren. Leerproblemen/vergeetachtig wat betreft dagelijkse activiteiten.
- impulsbeheersing: onnadenkend handelen, missen van zelfcontrole, moeite op beurt wachten
- Hyperactiviteit: over beweeglijk (onhandig/rustig, nerveus)

PDD- NOS autisme verwante stoornis (3)

- problemen met de verwerking van de sociale informatie
- kan zich moeilijk in leven
- veel angstig

MCCD een PDD NOS verwante stoornis

problemen in het kunnen reguleren van gedachtes en emoties (paniek/woede uitbarstingen)

Oorzaken meervoudig functioneringsproblemen (5)

- tijdens de zwangerschap, bij de geboorte of kort daarna ontwikkelingen zich anders
- erfelijke factoren
- medicijn, alcohol of drugsgebruik
- infectieziekten
- diverse soorten ongevallen

Riagg (Regionale Instellingen voor Ambulante Geestelijke Gezondheidzorg)

voor mensen met psychiatrische of ernstige psychische problemen. Verwijzing huisarts is hier noodzakelijk! Er word in een multi team gewerkt. Doel: gezinsleden te leren op een andere manier met elkaar om te gaan.

Jeugdzorg en onderwijs: Zorgadviesteam (ZAT):

Problemen binnen het onderwijs, BJ-> preventieve projecten!

Digitaal dossier jeugdgezondszorg (DD JGZ)

om de jeugdhulpverlening te stroomlijnen en te moderniseren.

Nadeel huidige werkwijze jeugdzorg is..

voor iedere vorm van hulpverlening moet BJ een indicatie schrijven en men voor de bekostiging van de aangeboden hulp afhankelijk is van verschillende instanties. Dit kost veel tijd en veroorzaakt wachtlijsten.

NVA ( Nederlandse Vereniging voor Autisme)

Ouders met autistische of andere verwante stoornissen

MKD (Medisch Kinderdagverblijf)

een voorziening voor kinderen van 0 -7 jr van wie ontwikkeling achter geraakt of verstoord. Observeren - diagnosticeren- behandelplan. Het systeem bestaat uit dagbehandeling en hulpverlening (aan het gezin). Verblijf: 1.5 jaar

Centrum voor kinder en jeugdpsychiatrie

centra voor de hulp aan kinderen met gedragsontwikkelingsstoornissen en of psychiatrische problemen (pedagogisch instituut). Geboden hulp: onderzoek, diagnosticeren, spoedeisende hulp, dag en nacht behandeling, therapeutische gezinshulp/logeeropvang, gericht ouderbegeleidingen, voorlichting en cursussen.

Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE):

Hulp bij bijzondere hulpvragen.

3 wetten speciaal onderwijs

1. Wet op het primair onderwijs (WPO): speciaal basisonderwijs voor kinderen 4- 10 jr.
2. Wet op expertisecentra (WEC) speciale scholen zijn verdeeld in 4 clusters:
Cluster 1: blinde/slechtziende kinderen of meervoudig beperkten
Cluster 2: dove/slechthorende kinderen, ernstige spraakproblemen of meervoudig beperking.
Cluster 3: lichamelijk beperkten kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen, langdurige zieke kinderen met LB of meervoudig beperkten.
Cluster 4: zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen.
3. Wet op het speciaal voortgezet onderwijs (WVO): 2 vormen van onderwijs vmbo:
- leerwegondersteunend onderwijs (lwoo), kleine beperking.stoornis (diploma)
- praktijkonderwijs (pro): onderwijs gericht op toetreding arbeidsmarkt (geen diploma)

REC (Regionaal Expertise Centrum)

een samenwerkingsverband van een aantal scholen voor speciaal onderwijs binnen een bepaalde regio. Hieruit wordt objectief beoordeeld of een kind voldoet aan een van de 4 clusters binnen de WEC.

Dagcentrum voor volwassen verstandelijk beperkten (3 soorten activiteiten)

verstandelijk beperkt of meervoudig (15plus). 3 soorten activiteiten:
- Vrije tijd en recreatieve activiteiten: handarbeid en muziek
- Vorming: gerichte activiteiten om de ontwikkeling te stimuleren (bv. huishoudelijk werk)
- Arbeidsmatige activiteiten (tuinwerkzaamheden/helpen in een winkel enz)

Arbeid: Wet wajong

vanaf 1 januari 2010 is de voormalige wet arbeidsongeschikheidsvoorziening jonggehandicapten aangepast en omgezet in de wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. Accent op de mogelijkheden van beperkten en hen daarbij ondersteunen (werken of leren).

Instelling: permanente gezinsvervanging (doel & doelstellingen 3)

Doel: eenieder optimale ontplooiingskansen te bieden.
doelstellingen van een instelling
- het bieden van een overzichtelijke en veilige omgeving
- behandeling
- begeleiding en stimulering van het maatschappelijk functioneren

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo