Startpagina / Samenvattingen / Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie / ouders-model-preventie

Opvoedingsondersteubing en opvoedingspreventie - Het kader van het thema

10 belangrijke vragen over Opvoedingsondersteubing en opvoedingspreventie - Het kader van het thema

Hoeveel procent van de Nederlandse ouders en kinderen is tevreden met de manier waarop de opvoeding verloopt?

Negentig procent.

Negentig procent van de kinderen heeft te maken met ten minste moeilijke omstandigheid in zijn leven, welke kunnen dit zijn?

Echtscheiding van de ouders, gepest worden op school, of een (chronische) ziekte.

Ouders in Nederland streven vooral doelen na die te maken hebben met :

autonomie, daarnaast vinden ouders assertiviteit en respectvol omgaan met anderen belangrijk.

Volgens de bufferhypothese vormen media tegenwoordig een groter risico voor de ontwikkeling van een kind, dan het intern dysfunctioneren van een gezin

nee

Een voordeel van het model van belsky is dat de onderlinge verhoudingen tussen de verschillende determinanten volledig duidelijk is

Een belangrijk verschil tussen het model van Belsky en het model van Bronfenbrenner is dat de sociale context bij Bronfenbrenner meer invloed krijgt toegespeeld.

Je vriendin moet een lastige beslissing nemen. jij vertelt haar jouw mening. dit is een voorbeeld van waarderingssteun

nee

Je luistert naar de problemen die je zus heeft met haar klasgenootje. dit is een voorbeeld van emotionele steun

Wat zijn de drie verschillen tussen opv.ond.st. en pedagogische preventie van voor 1990?

1. (Bij) opv.ond.st.:
    - worden vragen ouders in een breder sociale en maatschappelijke context          geplaatst --> niet altijd specifieke oorzaken.
    - is activeren ipv compenserend
    - worden ouders gestimuleerd in hun zelfvertrouwen en het vergroten van
       hun vaardigeheden --> draagkracht omhoog, draaglast omlaag.

2. Pedagogische preventie:
    - gebaseerd op het medische model --> juist wel oorzaken
    - hulpverlener is ingesteld op compenserende hulp
    - primair, secundair, tertiair
    - is het voorkomen van problemen

3. Opv.ond.st. richt zich vooral op het gedrag van de ouder, bij pedagogische preventie gaat het vooral om het verhelpen van problemen bij het kind.

Wat zijn 3 verschillen tussen opvoedingsondersteuning en pedagogische preventie (voor 1990)?

OO - worden de opvoedingsvragen van ouders geplaatst in een bredere sociale en maatschappelijke context. Er is niet altijd een specifieke oorzaak voor de opvoedingsproblemen. Zij hebben te maken met een aantal inwerkende factoren. OO is activerend. Ouders worden gestimuleerd in zelfstandigheid en in het vergroten van hun vaardigheid als opvoeder. De draagkracht van de opvoeder wordt daardoor groter.
PP is gebaseerd op medisch model. Wel specifieke oorzaak voor probleem. Oorzaken kunnen gevonden worden. Hulpverlener -> sturende functie en compenserende hulp bieden.
OO richt zich op het gedrag van de opvoeder. PP richt zich op het verhelpen van problemen van het kind.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Opvoedingsondersteuning als bijzondere vorm van preventie | 9789046902684 | Marga Burggraaff Huiskes, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Opvoedingsondersteubing en opvoedingspreventie - Het kader van het thema