Oraal vast, oraal vloeibaar en rectaal (HCs en recepteerkunde)

112 belangrijke vragen over Oraal vast, oraal vloeibaar en rectaal (HCs en recepteerkunde)

Heeft het glijmiddel altijd invloed op het mengsel?

-'soms heeft het gebruik van een glijmiddel geen invloed op de stroming van het poeder. Als het gaat om een gemicroniseerde stof heeft een glijmiddel weinig invloed omdat de cohesiekrachten tussen kleine deeltjes blijven overheersen. Als de onregelmatige vorm van de deeltjes de oorzaak is van de slechte stroming, is er ook weinig invloed van een glijmiddel te verwachten'

Wat bepalen de eigenschappen van het farmacon bij het maken van een oraal vloeibare toedieningsvorm?

-fysisch-chemische eigenschappen farmacon bepalen:
            -of een oplossing of suspensie (meerdere bereidingswijzen) bereid wordt
            -bereidingswijze
            -kwaliteit van het uiteindelijke product

Waarom is een oplossing snel beschikbaar voor het lichaam?

Farmaca die zijn opgelost in water, zijn na inname op een lege maag onmiddelijk beschikbaar voor absorptie als ze in oplossing blijven. Als ze neerslaan in het zure milieu van de lege maag dan zal dit neerslag vaak zo fijn zijn dat het gemakkelijk de gesloten pylorus passeert of snel weer oplost, waarna snelle absorptie alsnog mogelijk is.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar zal bij suspensies de biologische beschikbaarheid van afhangen?

Bij suspensies voor oraal gebruik hangt de farmaceutische beschikbaarheid (eigenlijk de oplossnelheid van de vaste stof) af van vele factoren, waaronder de oplosbaarheid in vivo, de kristalmodificatie, de deeltjesgrootte en de viscositeit van de suspensie.

Noem 3 alternatieven voor de orale toedieningsroute

-als alternatieven voor de orale toedieningsroute worden doorgaans de oromucosale, rectale en transdermale route gezien

Wat is het nadeel van een vet oplosmiddel zoals acetem?

-'een vet oplosmiddel zoals acetem kan de verpakking aantasten'

Wanneer passen we emulsies/solubilisaten toe in de praktijk?

-emulsies en solubilisaten passen we in de praktijk alleen toe bij lipofiele halfvaste farmaca

Hoe kun je lipofiele farmaca verwerken in een orale toedieningsvorm?

-lipofiele farmaca kan je oplossen in olie of toedienen als solubilisaat

Op basis waarvan kiest men tussen een emulsie en een solubilisaat?

-de keuze voor een solubilisaat of emulsie wordt bepaald door de hoeveelheid te verwerken farmacon. Een lage concentratie van een niet met water mengbare vloeistof is meestal wel als solubilisaat e verwerken terwijl voor een hoge concentratie een emulsie nodig is. De smaak van een solubilisaat is over het algemeen slechter dan van een emulsie door het gebruik van emulgatoren zoals polysorbaat. Bovendien is een solubilisaat moeilijker te bereiden.

Wat gebeurt er met een solubilisaat na inname in het lichaam?

-'aangenomen wordt dat het solubilisaat in vivo direct wordt verdund tot beneden de kritische micelconcentratie. Hierdoor zou de solubilisaie worden opgeheven en een zeer fijne emulsie ontstaan. De in water gesolubiliseerde vetoplosbare vitaminen hebben hierdoor een betere farmaceutische beschikbaarheid dan in olie opgeloste vetoplosbare vitaminen, die in vivo een gorof disperse emulsie vormen. Bovendien zouden de in solubilisaten gebruikte grensvlakactieve stoffen ook de absorptie vergroten'

Waarom is het oplossen van een farmacon in een drank met hoge pH geen goed idee?

-'als een farmacon oplost bij een relatief hoge pH (>8) is dat ongunstig omdat een drank met hoge pH niet wordt verdragen in het maagdarmkanaal en slecht smaakt'

Waarom zal een oraal vloeibare toedieningsvorm die een lipofiel oplosmiddel bevat minder hulpstoffen hebben?

-'lipofiele oplossingen bevatten in de regel minder hulpstoffen. Door het ontbreken van water groeien er geen micro-organismen in en vinden er weinig ontledingsreacties plaats. Conserveermiddelen, antioxidantia en buffers zijn daardoor niet nodig.

Noem 3 manieren om de smaak van een farmacon aan te passen (zonder een smaakstof toe te voegen)

-smaak farmacon aanpassen door terugdringen dissociatiegraad, gebruik slecht oplosbaar zout of complexvorming

Noem 2 onverwachte redenen voor het gebruik van kleurstoffen

-kleurstoffen worden ook gebruikt om lichtgevoelige geneesmiddelen te beschermen of om ongerustheid van patiënten over irrelevante ontledingen te voorkomen

Wat is fysische instabiliteit bij een oplossing?

-orale oplossingen kunnen fysisch instabiel zijn door het uitkristalliseren van opgeloste stoffen

Waarom is de pH van belang bij chemische stabiliteit?

-snelheid en mate van hydrolyse is pH-afhankelijk

Wat is een nadeel van uitkristallisatie in een toedieningsvorm?

-uitkristallisatie kan leiden tot onderdosering en in een later stadium misschien wel overdosering als de uitgezakte kristallen bij een laatste dosis worden ingenomen (bewaren bij kamertemperatuur soms echt noodzaak)

Waarom moet in een suspensie het percentage opgeloste stof niet te hoog zijn?

-te hoog percentage opgeloste stof in suspensie kan leiden tot kristalgroei van onopgeloste deeltjes --> sneller uitzakken

Hoe vindt de absorptie van farmaca in het rectum plaats?

-rectum: absorptie is passieve diffusie. In het rectum zijn geen actieve processen aangetoond.

Wat gebeurt er nadat een zetpil is ingebracht?

-een zetpil wordt eerst ingebracht en gaat dan smelten. wat daarna gebeurt:
            -oploszetpil: opgelost farmacon gaat diffunderen naar grensvlak, dan wordt die            bevochtigd, dan gaat ie in oplossing en dan wordt ie opgenomen.
            -suspensiezetpil: deeltje wordt vetvrij gemaakt, dan wordt deeltje bevochtigd, dan        opgelost en uiteindelijk wordt ie opgenomen

Waarom wordt lecithine soms gebruikt in zetpillen?

-lecithine zorgt ervoor dat de bereiding makkelijker verloopt omdat die de viscositeit verlaagt

Wat is een voordeel van het gebruik van grote deeltjes bij een vette zetpil?

'bij grotere deeltjes heb je minder energie nodig om ze vrij te maken van vet --> grotere deeltjes, dus kleinere oppervlakte'

Wat kun je zeggen over de opname uit een rectale toedieningsvorm, vergeleken met een orale?

-Opname van een farmacon is rectaal vaak trager en ook minder volledig dan oraal

Hoe kan de afgifte uit een zetpil worden versneld?

-de afgifte kan ook juist versneld worden door een grensvlakactieve stof toe te voegen (hogere oplossnelheid echter: let op micelvorming (=ongunstig, daarom kritische micelconcentratie))

Wat is een verschil in werking tussen een klysma en een andere rectale toedieningsvorm?

-klysma's: werken veel sneller (hoeven niet te smelten) en kunnen een groter stuk van het rectum en darm bereiken.

(-keuze klysma/zetpil hangt af van de gewenste werkingssnelheid)

Welke extra werking kunnen grensvlakactieve stoffen in rectale toedieningsvormen hebben?

-grensvlakactieve stoffen: soms ook beïnvloeding membraanpermeabiliteit (bijv. lecithine. echter: in hoge concentraties een verlagend effect op de afgifte)

Door welke 2 methoden kan een farmacon uit een zetpil worden geanalyseerd?

-methode om farmacon voor analyse uit de zetpil te krijgen:
            -tweefasen extractie
            -zetpil in zijn geheel oplossen en vervolgens verdunnen tot gewenste concentratie

Is de dosering rectaal over het algemeen hetzelfde als oraal?

-dosering rectaal vaak hoger dan oraal vanwege trage absorptie en klein absorptie oppervlak

Wanneer moet in een zetpil een hulpstof worden toegevoegd?

-hulpstof: pas toevoegen als met geen enkele basis een goede afgifte kan worden bereikt.
            -beïnvloeding smeltpunt
            -beïnvloeding viscositeit
            -grensvlakactieve verbindingen

Noem 4 dingen waar bij een suspensiezetpil de deeltjesgrootte invloed heeft

-suspensiezetpillen: deeltjesgrootte beïnvloedt:
            -de farmaceutische beschikbaarheid van het farmacon
            -de stabiliteit van de suspensie
            -de irritatie van het rectumslijmvlies (kleine deetjes lossen te snel op)
            -de chemische ontledingsreacties van het farmacon

Wat is het probleem bij een té hoge viscositeit van een zetpil?

-té hoge viscositeit = slechte beschikbaarheid farmacon

Waarom is er een maximumeis aan de deeltjesgrootte bij een suspensiezetpil, en wat is die eis?

-suspensie: moet stabiel zijn tijdens bereiding, primaire deeltjes daarom maximaal 180 micrometer (+agglomeraten uiteenhalen)

Hoe moeten zetpillen worden bereid en waarom?

-bereid zetpillen dmv rustig roeren: te veel lucht geeft te lichte zetpillen en dus te weinig farmacon

Wanneer kan een smeltpuntverlaging van de zetpilbasis nodig zijn?

-smeltpuntverlaging van basis kan nodig zijn als de lichaamstemperatuur heel laag is

Noem een aantal relevante gegevens van een vet, waarbij je iets meer te weten komt over de basis die je eventueel gaat gebruiken voor een zetpil.

-aantal gegevens van een vet:
-hydroxylgetal (hoger = sterke neiging tot naharden, grotere elasticiteit, hogere     viscositeit)
-zuurgetal (gerelateerd aan hoeveelheid vrije vetzuren. liefst niet te hoog, want       irriterend)
-joodadditiegetal (maat voor hoeveelheid dubbele bindingen in een olie of vet. Laag bij gebruik van veel verzadigde vetzuren)
-peroxidegetal (gerelateerd aan de hoeveelheid reactief zuurstof in een vet) --> liefst laag
-verzepingsgetal (gerelateerd aan de ketenlengte van de vetzuren + smeltpunt)

Hoe zit het met hulpstoffen in zetpillen?

-hulpstoffen: zoveel mogelijk vermijden, omdat deze de afgifte van het farmacon vertragen. gebruikt worden:
-lactose

-colloïdaal siliciumdioxide
-lecitine

Wat moet mee worden genomen in de keuze van een vette zetpilbasis als het farmacon een (of meer) vrije zuurgroep heeft?

-farmaca met vrije zuurgroepen kunnen met de vrije hydroxylgroepen van de mono- en diglyceriden reageren. Voor zulke farmaca moeten we een basis met een laag hydroxylgetal gebruiken.

Welke 5 vloeibare orale toedieningsvormen onderscheiden we?

1.oplossingen
2.suspensies
3.emulsies
4.solubilisaten
5.sonde voeding

Noem voor zowel tabletten als oraal vloeibare toedieningsvormen een manier om de dosis aan te passen.

Tabletten: breken
Vloeibaar: ander volume nemen

Bij welke oraal vloeibare toedieningsvormen speelt de fysische stabiliteit een rol?

Emulsies en suspensies (in de vorm van opromen en uitzakken)

Wat moet vooraf worden vastgesteld bij het maken van een oraal vloeibare toedieningsvorm?

-is er een gestandaardiseerd voorschrift?
-oplossing of suspensie?
-is het wel verantwoord?

Noem 4 cosolventia/oplosmiddelen op volgorde van hydrofiel naar lipofiel

1.water (farmacon wel oplosbaar? Nee --> verander de pH)
2.alcoholen (bijv. ethanol, propyleenglycol, glycerol. vanwege de bijwerkingen vaak gemengd met water)
3.macrogol (kan ook gemengd worden met alcoholen en water)
4.acetem (geacetyleerde monoglyceriden van vetzuren. zo lipofiel dat bijna geen farmacon daar nog in kan oplossen)

Welke oplosbaarheden (in welke oplosmiddelen) lijken wel enigszins op elkaar?

De oplosbaarheid in propyleenglycol en ethanol lijken op elkaar, en de oplosbaarheid in water en glycerol ook.

Wat is het probleem als je een oraal vloeibare toedieningsvorm wilt maken in een oplosmiddel dat een mengsel is van meerdere oplosmiddelen?

probleempje: bij mengsels weet je niet goed wat de oplosbaarheid zal zijn (dit staat vaak niet in de handboeken. je weet dan niet goed
hoe goed je farmacon zal oplossen in 50% ethanol bijvoorbeeld)

Welk nadeel heb je bij acetem en macrogol?

acetem heeft een hele slechte smaak, macrogol in principe ook (bittere smaak)

Waar let je op bij de keuze van een conserveermiddel (parabenen, sorbinezuur, benzoëzuur)?

-pH aspecten
-log P aspecten
-ontledingsaspecten

Waarom worden meestal citroenzuur en fosforzuur gebruikt als buffers?

deze 2 vaak gebruikt omdat ze niet schadelijk zijn, maar ook omdat je over een vrij brede range kan bufferen.
beiden hebben meerdere pKa's.

de OH-groep kan geöxideerd worden, waarmee voorkomen wordt dat andere stoffen oxideren.

Waarom wil je bij een suspensie niet te veel, maar ook weer niet te weinig vlokking?

als we teveel vlokking hebben, zakken de deeltjes snel naar beneden.
is er helemaal geen vlokking, dan gaat dit trager maar is het sediment niet meer opschudbaar. Deze uitersten willen we allebei niet.

Wat voor type hulpstoffen kunnen worden toegevoegd om de fysische stabiliteit te verbeteren?

-visocisteitsverhogende hulpstoffen
-een kleiner deeltjesgrootte geruiken van het farmacon
-dichtheidverhogende stoffen (stropen)
-lading (peptiserend) (denk aan bufferzouten en bijv aluminiummagnesiumsilicaat)

Waarom gebruik je liever geen viscositeitsverhogende hulpstoffen van natuurlijke oorsprong (zetmeel, acaciagom, gelatine)?

Ze brengen risico's met zich mee op het vlak van microbacteriële vervuiling

Welke hulpstoffen kunnen gebruikt worden om de bevochtiging te verbeteren?

1.suikerstroop (denk aan chocolademelk, waarbij de suiker de cacao bevochtigt)
2.sorbitoloplossing
3.polysorbaat
4.siliciumdioxide(droog)

Hoe bereid je een emulsie, simpel beschreven?

-dispergeren van de viscositeitsverhogende stof
-te emulgeren stof toevoegen

Bij een emulsie neem je geen MOB of POB

Wat is een solubilisaat nou precies?

Een schijnbaar heldere oplossing met colloïdale gedragingen (micro-emulsie)
Ze worden vaak toegepast bij mensen met een verstoorde vetopname (bijv vetoplosbare vitamines verwerkt als solubilisaat)

Welke stoffen gaan er in een solubilisaat?

-vehiculum
-hulpstoffen als in oplossingen
-conserveermiddel: sorbinezuur
-oppervlakteactieve stof: polysorbaat

Noem 5 algemene eindcontroles voor oraal vloeibare toedieningsvormen?

-homogeniteit
-helderheid
-uitzaksnelheid
-opschudbaarheid
-pH

Homogeniteit en helderheid worden vaak verward. Er kunnen ook nog andere eindcontroles bij, zoals bijvoorbeeld controle op kindvriendelijke doppen

Noem een aantal belangrijke aspecten bij de bereiding van capsules

-stromingseigenschappen
-deeltjesgrootte
-mengen 
-bereidingsmaat
-capsulegrootte
-chargegrootte

Onderscheid de begrippen farmaceutische en biologische beschikbaarheid

Farmaceutische beschikbaarheid = fractie farmacon die in een voor absorptie geschikte vorm uit een toedieningsvorm vrijkomt
Biologische beschikbaarheid = fractie farmacon die onveranderd in de algemene circulatie (voorbij het poortaderstelsel en de lever) komt

Wat is het probleem met quaternaire stikstofverbindingen?

Deze zijn bij iedere pH geladen en kunnen daardoor nooit goed worden opgenomen. Dit probleem kan juist een voordeel zijn als je wilt dat het geneesmiddel in de darm werkt (bijv butylscopolamine)

Noem een aantal redenen voor een onvolledige beschikbaarheid bij oraal vaste toedieningsvormen.

1.niet geheel vrijkomen uit toedieningsvorm
2.slechte oplosbaarheid
3. lading farmacon
4.interacties  met hulpstoffen of componenten g.i. inhoud
5. instabiel in g.i. vloeistof
6.first-pass effect

First-pass effect is het enige begrip uit deze lijst dat met biologische eigenschappen te maken heeft, de rest hebben we allemaal zelf in de hand dmv de formulering

Wat is een belangrijke reden voor de goede micorbiologische houdbaarheid van vaste toedieningsvormen?

Geen/weinig water. Het farmacon is vaak ook niet opgelost. Een uitzondering zijn ‘soft-gel capsules’, waarin het farmacon in een olie-achtige vloeistof opgelost is. Dit gaat echter om chemische stabiliteit en niet om microbiologische stabiliteit (omdat het geen water is maar olie-achtige gel)

Uit welke 3 stappen bestaat de afgifte uit een capsule achtereenvolgens ?

Desintegreren/oplossen capsule - bevochtiging vaste stoffen - oplossen farmacon

Hoe kan de desintegratie van een vaste toedieningsvorm worden versneld?

-toevoegen desintegrans (hulpstof die water aantrekt de formulering in)
-mengen met hydrofiel vulmiddel (lactose, lost zelf op)

Hoe kan de oplossnelheid worden verhoogd?

-hydrofiel vulmiddel
-deeltjesgrootte verkleinen. Dit is echter toch geen goed idee, omdat het leidt tot slechte stromingseigenschappen (je ruilt het ene probleem in voor het andere)

Hoe kan de oplosbaarheid (dus niet oplossnelheid) van een oraal vaste toedieningsvorm worden verhoogd?

Door een zoutvorm of een derivaatvorm te kiezen die beter oplost

Hoe kunnen interacties met hulpstoffen leiden tot een verminderde beschikbaarheid in oraal vaste toedieningsvormen?

1.adsorptie aan oppervlak (bijv aan de vulstof, waar het farmacon niet meer af kan)
2.beïnvloeding van de bevochtiging
3.reacties   (bijv maillard reactie tussen lactose en primaire amines (die zijn daarom onverenigbaar)

Wanneer bereid je gelatine capsules?

-geen tabletten beschikbaar
-geen tabletten van de juiste sterkte beschikbaar

Capsules bereid je altijd zelf als er niets anders is om oraal te geven dat geschikt is. Denk er wel bij na of het wel verantwoord is: kan de stof wel vrijkomen uit en opgenomen worden uit de capsule? Denk goed na over het BCS-systeem!

Noem 3 dingen waarvoor de stromingseigenschappen van een poeder belangrijk zijn.

1.goede menging
2.gelijkmatige verdeling over capsules
3.goede en reproduceerbare vulling van capsules

Noem 2 manieren om de stromingseigenschappen van een poedermengsel te verbeteren.

1.mengen met goed stromende vulstof (slechte stromingseigenschappen van farmacon er als het ware 'uitverdund')
2.toevoegen glijmiddel

Ook van belang is dat je van het farmacon wel de juiste deeltjesgrootte kiest

Wat stelt de deeltjesgrootte voor die je op een pot ziet staan?

De deeltjesgrootte die op een pot met poeder staat, is vaak een zeeffractie over twee zeven. (‘zoveel procent blijft liggen op de ene zeef, zoveel procent op de andere’)

Hoe werkt en zeef bij het meten van de deeltjesgrootte?

Er liggen verschillende zeven op elkaar. Je legt het poeder erop en het apparaat gaat trillen. De deeltjes vallen er doorheen, en je houdt allemaal zeeffracties over (doordat het een deeltjesgrootte-verdeling is). Ieder deeltje blijft liggen op de zeef waar het niet doorheen kan.
Je weet hiermee echter nog niks over de derde dimensie. De bolletjes die je in dit plaatje ziet kunnen bijvoorbeeld staafvormig zijn, en dan op die manier door het filter gaan.

Geeft een microscoop een reëel beeld van de deeltjesgrootte?

Je kunt de deeltjes ook onder de microscoop bekijken. Daar zie je een ‘geprojecteerde diameter’, je ziet ook maar één dimensie.
Dus: ook een microscoop geeft een vertekend beeld.

De vormfactor is maar moeilijk te bepalen, maar waarom is deze wel belangrijk?

De vormfactor is hier maar moeilijk uit te halen.
De vormfactor is wel van belang voor het oppervlak. Dit is van belang om te weten, want hoe groter het oppervlak hoe makkelijker het agglomereert, hoe groter de oplossnelheid, hoe eerder het ontleedt (door aanraking met gassen),

Noem 4 dingen waarvoor de deeltjesgrootte relevant is.

1.uitzakken suspensies
2.fluid bed granuleren (FA208)
3.inhalatietherapie
4.oplossnelheid (Noyes-Whitney)

Waarom is microkristallijne cellulose de eerste keuze als vulstof, en wat voor nadelen heeft het echter ook?

Microkristallijne cellulose (een cellulosederivaat, dus in feite geen zetmeel (want die zijn wateroplosbaar)) is eerste keuze, omdat het door de kristallijne vorm goed stroomt en goede desintegrerende eigenschappen heeft doordat het water kan aantrekken. Qua bevochtiging is het niet zo goed, het heeft slechte bevochtigende eigenschappen. (hij verwijst ook naar een practicum van FA104 waarbij verschillende hulpstoffen werden getest om de bevochtiging met methyleenblauw te bepalen. Iets vergelijkbaars ook gedaan bij FA202. Je zult zien dat microkristallijne cellulose niet goed wordt bevochtigd. Het heeft te maken met het microrkistallijne. Bijvoorbeeld methylcellulose wordt een stuk beter bevochtigd.

Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel lactose?

Lactose kan heel slecht water opnemen (daarom is het tweede keuze.), waardoor het poeder vaak veel vochtiger wordt.
Het is echter ideaal voor stoffen die moeilijk te bevochtigen zijn of een slechte wateroplosbaarheid hebben. (dan gebruik je dus geen microkristallijne cellulose), want lactose lost zélf op. Het stroomt ook best goed als je de juiste kwaliteit gebruikt.
Kan helaas niet samen met primaire amines. Soms wordt dit echter toch gedaan: wanneer er bijna geen water in de formulering zit, waardoor die maillard reactie niet kan verlopen.

Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel 'gedroogd rijst- of aardappelzetmeel'?

Gedroogd rijst-of aardappelzetmeel stroomt redelijk goed (iets minder dan microrkistallijne cellulose) en heeft goede desintegrerende eigenschappen. Een voordeel is dat het goed water kan binden (denk ook aan hoe het in de keuken gebruikt wordt)

Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel 'primojel capsulevulmiddel FNA'?

Primojel = zetmeelglycolaat, dat is het desintegrans. Het poedermengsel zelf bevat eigenlijk calciumfosfaten (die stromen niet zo heel goed) en siliciumdioxide. De reden dat dit mengsel soms wordt gebruikt is dat hier geen farmaca aan gaan adsorberen.

Waarom wordt een desintegrans meestal niet toegevoegd aan het poedermengsel?

Omdat de vulstof meestal voldoende desintegrerende eigenschappen heeft

Wat is een reden om wel kleurstof te gebruiken en een reden om het niet te doen? Noem ook 2 alternatieven.

Gekleurde capsules zijn nuttig wanneer een patiënt meerdere medicijnen gebruikt en deze niet mag verwisselen.
Een reden om het niet te doen is het optreden van overgevoeligheidsreacties voor de kleurstoffen.

2 Alternatieven voor een kleurstof: een gekleurde vulstof gebruiken, een gekleurde capsule gebruiken

Welke LNA eindcontroles heb je bij capsules?

1.Geen deuken
2.Buitenkant stofvrij
3.Afwijking theoretisch gewicht (max 3%)
4.Gewichtsspreiding (<300 mg RSD max 4%, >300 mg RSD max 3%)
5.Verpakking en etiket moeten in orde zijn
Met stofvrij wordt niet bedoeld dat je met de gordijnen hebt staan wapperen en dat er stof is gevallen in de capsules. Het gaat om poederstof. Poederstof kan op de capsules zitten als ze niet goed in de snaplock zitten.

Door welke 3 dingen kan een te grote afwijking van het theoretisch gewicht bij capsules zijn veroorzaakt?

-verlies
-rekenfout
-weegfout 

Als je een hele grote afwijking eruit krijgt (bijv 10%) is dat vaak óf een rekenfout of eeen fout tijdens het bereiden (bijv een papiertje poeder niet meegenomen)

Door welke 2 dingen kan een te grote gewichtsspreiding bij capsules zijn veroorzaakt?

-ongelijkmatige verdeling poedermengsel
-ontmenging

Wat voor middelen kunnen rectaal worden toegediend?

1.Systemisch
-pijnstillers
-anti-rheumatica
-anti-emetica
-sedativa en hypnotica
2.lokaal (het kan net iets boven de endeldarm (bijv Colitis ulcerosa)

Hoe vaak kun je een rectale toedieningsvorm gebruiken?

Zetpil is ook voor eenmalig gebruik. Bij klysma staat het er specifiek bij, omdat het wel tot een halve liter kan zijn. Pas boven de halve liter heb je last van de defecatiereflex (het gaat meteen het lichaam uit)

Waaruit bestaat de formulering van een zetpil?

-basis
-vorm farmacon (zout, base)
-deeltjesgrootte
-eventuele hulpstoffen

vaak is het farmacon in zoutvorm
in zetpillen relatief weinig hulpstoffen in vergelijking met capsules.

Welke eisen worden gesteld aan de zetpilbasis?

-geen lokale of systemische effecten
-geen interactie farmacon
-afgifte bij lichaamstemperatuur

Waarom moet het vet voor de zetpillen niet tot een te hoge temperatuur worden verwarmd bij het smelten?

Omdat anders de stollingstemperatuur wordt veranderd, waardoor het niet meer gaat lukken om vaste zetpillen te krijgen. De grens ligt bij 45 graden.
In het geval van PEG  is nog een reden dat het dan kan hydrolyseren (het ontleedt)

Wat is de smelttemperatuur van 'adeps solidus' (meestal Witepsol H15, wat de merknaam is)?

33-36 graden

In welke stappen verloopt de afgifte uit een vette basis?

1.Smelten basis (desintegreren)
2.Afgifte farmacon
3.(oplossen farmacon) - farmacon zit erin als poederdeeltjes
 
Smelten zal niet bij iedere persoon even snel gaan, dit heeft te maken met de lichaamstemperatuur (bijv bij ernstig zieke patiënten)je kunt hierop inspelen door een vet te nemen met een lager smeltpunt.
- een vette basis kan pas afgeven als de basis is gesmolten(desintegreren), de basis

lost natuurlijk niet op.

Hoe kan het farmacon in een vette zeptil zitten en wat voor verschil maakt dit voor de stap die na het desintegreren plaatsvindt?

1.Opgelost
-oploszetpil
-meestal trage afgifte
2.Gesuspendeerd
-suspensiezetpil
-deeltjesgrootte
-wateroplosbaarheid
-relatief snelle afgifte

Wat is de invloed van de wateroplosbaarheid van het farmacon op de afgifte uit een vette suspensiezetpil?

Goed wateroplosbare stoffen
-lossen snel op in de waterfase
-kunnen snel worden geabsorbeerd
Slecht wateroplosbare stoffen
-lossen langzaam op in de waterfase
-worden langzaam afgegeven

Trage afgifte niet erg voor lokaal werkende farmaca, zoals bij de behandeling van aambeien. Dit kun je zien als een inwendige zalf

Voor systemisch effect wil je een snelle afgifte.

Welke deeltjesgrootte neem je bij een suspensiezetpil?

nooit deeltjes boven de 180 micrometer, ook al zou dat evt gunstig zijn voor de afgifte. dit is zo, omdat de deeltjes uitzakken (bij suspensiezetpil) terwijl de zetpil nog niet gestold is. Je moet ook voorkomen dat

de deeltjes tijdens het bereiden gaan agglomereren, want dan krijg je ook uitzakking.

In welke stappen verloopt de afgifte uit een hydrofiele basis?

1.Verweken
2.Oplossen basis
3.Menging met darminhoud
4.Oplossen farmacon  

De hydrofiele zetpil kan na inbrengen gelijk beginnen te verweken, omdat de buitenste rand gelijk oplost.
het oplossen duurt vrij lang, omdat er maar 3 mililiter vocht aanwezig is om in op te lossen.

Welke hydrofiele zetpilbasis heb je nog meer naast PEG?

gelatine, glycerine (liever niet gebruiken vanwege microbiologisch risico door de dierlijke oorsprong)

Hoe gaat de afgite uit een oploszetpil en suspensiezetpil bij een PEG-basis en waarom ga je eigenlijk altijd voor kleine deeltjes?

Als farmacon is opgelost in de PEG gaat de afgifte heel snel.
Is het gesuspendeerd, dan gaan eerst de deeltjes die zich aan de rand bevinden (deze zijn al bevochtigd, nl door PEG!)
Je kunt net zo goed altijd kleine deeltjes nemen, komt altijd de oplosbaarheid ten goede.
Er is geen argument denkbaar voor grotere deeltjes (de stap vetvrij maken is hier immers niet)
Er zijn altijd uitzonderingen. Zo zijn grotere deeltjes langer houdbaar, omdat de oxidatie door PEG minder snel verloopt.

Heeft een vette zetpil of een hydrofiele zetpil de voorkeur?

voorkeur heeft eigenlijk altijd een vette zetpil. als je daarvan niet voldoende afgifte kunt verwachten, overweeg je hydrofielVuistregel is min of meer dat een hydrofiele stof altijd in een vette basis wordt opgelost, hieruit komt deze snel vrij


Andersom is het ook wel een beetje het geval (lipofiele stof wordt in PEG gestopt)

Waarom kan PEG eigenlijk irriterend werken?

Die PEG moet oplossen in de 3 ml, maar dit lukt niet zo goed. Je krijgt een hyperosmotische oplossing die vocht gaat aantrekken.
Dit proces werkt irriterend.
Dit kun je voorkomen in lichte mate door de zetpil eerst nat te maken voordat je deze inbrengt. er hoeft dan minder water te worden aangetrokken uit de omgeving

Welke hulpstoffen worden in zetpillen gebruikt?

-vaste stof indien weinig farmacon (voorkomt agglomeraatvorming tijdens afwrijven, #lactose)
-stof om de smelttemperatuur te verlagen (triglycerida saturata media (miglyol 812)
-antioxidanten

Beschrijf de bereiding van zetpillen in simpele stappen?

1.berekening hoeveelheden
2.vaste stoffen mengen
3. vet smelten
4. vaste stoffen afwrijven met vet
5. zetpillen gieten

Wat stelt de verdringingswaarde f voor?

de fractie van de hoeveelheid farmacon en tegelijkertijd hoeveel vet het verdringt.
Hoe meer de dichtheid van het farmacon lijkt op die van het vet, hoe dichter bij 1 de verdringingswaarde zit.  Als je stoffen hebt met een hele grote dichtheid hebt zal de f laag zijn, bijvoorbeeld 0,3. Dus: hoe kleiner de dichtheid van het farmacon, hoe meer vet er toegevoegd moet worden bij dezelfde hoeveelheid farmacon.

Waarom kun je bij het bereiden van zetpillen maar beter de stamper meeverwarmen?

Omdat het vet anders bij het afwrijven sneller stolt

Wat is een verschil bij het vullen van zetpillen tussen een suspensiezetpil en een oploszetpil?

bij een suspensie moet je roeren tussen het gieten door. (#niet helemaal zeker van, maar stond in mijn uitwerking van hoorcollege)

Tot hoever moeten de zetpillen gevuld worden?

Giet ze niet tot het randje, want ze krimpen bij het stollen. giet ruimschoots. je kunt altijd de kop eraf halen later nog.

Welke eindcontroles heb je bij zetpillen?

-uiterlijk
-gemiddeld gewicht (max 3% afwijking van theoretisch gewicht)
-verpakking
-etikettering

Geen gewichtsspreiding, wel gehaltespreiding

Dit is zo omdat de gewichtsspreiding niet representatief is voor de gehaltespreiding (je schraapt er aan de bovenkant iets vanaf)    
nb. theoretisch gewicht = gewicht alle grondstoffen / totale hoeveelheid zetpillen

Wat voor soort klisma's bestaan er min of meer?

Gewoon klysma: grote volumina, lokaal gebruik, bestaande uit water (geen cosolvens)
Microklysma: klein volume, systemisch gebruik (bijv diazepamklysma voor epileptische aanval), hier kan cosolvens bijzitten
Klysmas voor lokaal gebruik kunnen ook suspensies zijn
Voorschriften hiervan lijken vaak op die van injecties, suspensies etc.

Belangrijk is dat het zo min mogelijk irriterend is.

Bij een klysma komt niet alles eruit.

Wat moet er op de etikettering van een zetpil?

-blauwe rand: niet om in te nemen
-voor rectaal gebruik
-aantal af te leveren zetpillen


Leg uit aan de hand van de wet van Young hoe de bevochtiging van een vaste
stof word!verbeterd door toevoegen van een oppervlakte actieve stof.


Bevochtiging verbeteren door toevoegen opp. actieve stof:
Adsorbeert aan water/lucht grensvlak γL daalt
Idem water/vast grensvlag γSL daalt
Volledige bevochtiging indien cos θ =1, dan is contacthoek θ = 0


Een apotheker wil een suspensie maken en heeft in de voorraadkast nog een
grondstofpot staan met een onduidelijk etiket. De apotheker twijfelt of er in de pot de grondstof tetracycline of tetracycline hydrochloride zit. Helaas ontbreekt ook het bijbehorende analysecertificaat. Kunt u op een andere manier achterhalen welke grondstof de apotheker in bezit heeft? Zo ja, hoe kunt u dat bepalen?


Er zijn verschillende testen mogelijk om te achterhalen of het tetracycline is of de zoutvorm
ervan. Als tetracycline hydrochloride opgelost wordt in water, zal de pH van de oplossing lager
zijn dan wanneer tetracycline wordt opgelost. De pH van een oplossing van de onbekende
grondstof kan vergeleken worden met de pH-waarden van de oplossingen van de
referentiestoffen. Verder kan er een test met een chloridereactie uitgevoerd worden om de al
dan niet aanwezigheid van chloride aan te tonen.


Om een zo snel mogelijke absorptie uit het rectum te verkrijgen (niet noodzakelijkerwijs uit een zetpil!: welke parameter is het belangrijkste bij het formuleren? Welke parameters zijn ook van belang en welke kun je evt optimaliseren? Hoe?


Absorptie uit rectum wil zeggen dat het farmacon opgenomen moet worden.
Moet voldoende oplossen in rectumvocht en dan de membranen passeren.
Moet dus ook voldoende lipofiel zijn.
Farmacon moet niet of nauwelijks oplossen in vehiculum van de toedieningsvorm, tenzij dit gewoon water is zonder cosolventia.
Viscositeit van vehiculum is van belang, deeltjesgrootte, bevochtiging deeltjes, grootte zetpil


De stelling “lipofiele stoffen formuleren in een hydrofiele zetpilbasis” wordt vaak gebezigd. Wat is de rationale achter deze stelling? Wat zijn de kritische kanttekeningen bij het blindelings opvolgen van deze stelling?


Als een farmacon slecht oplost in de zetpilbasis, (dus lipofiele stoffen zullen slecht oplossen in een hydrofiele basis), zal het snel en makkelijk vrijkomen en in het rectumvocht kunnen oplossen en daarna geabsorbeerd kunnen worden.
Het is nog maar de vraag of het lipofiele farmacon wel oplost in het rectumvocht.


Gegeven een water-oplosbaar farmacon in een zetpil met een vette basis. Welke
factoren van farmacon en basis beïnvloeden de farmaceutische beschikbaarheid? Licht toe.


Wateroplosbaar farmacon in vette basis, dus een suspensiezetpil.
Zetpil moet smelten
Gesuspendeerde deeltjes moeten migreren naar grensvlak. Deeltjesgrootte van belang
(grote deeltjes gaan sneller). Viscositeit van belang (hoe hoger viscositeit, hoe trager de
migratie)
Drainage: grote deeltjes hebben voordeel
Oplossen. Afhankelijk van oplossnelheid kunnen kleine deeltjes voordeel hebben
Vraag gaat over farmaceutische beschikbaarheid, dus diffusie naar en door darm-membraan niet van belang.


PEG werkt oplosbaarheidsverhogend. Waarom leidt toepassen van PEG in een rectale toedieningsvorm tot een verhoging van de absorptiesnelheid en wanneer zal dit effect juist averechts werken?


Verhoging absorptiesnelheid door hogere concentratiegradient.
Dit kan averechts werken omdat het farmacon niet meer uit het pegvehiculum weg wil.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo