Oraal vast, oraal vloeibaar en rectaal (HCs en recepteerkunde)
112 belangrijke vragen over Oraal vast, oraal vloeibaar en rectaal (HCs en recepteerkunde)
Heeft het glijmiddel altijd invloed op het mengsel?
Wat bepalen de eigenschappen van het farmacon bij het maken van een oraal vloeibare toedieningsvorm?
-of een oplossing of suspensie (meerdere bereidingswijzen) bereid wordt
-bereidingswijze
-kwaliteit van het uiteindelijke product
Waarom is een oplossing snel beschikbaar voor het lichaam?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar zal bij suspensies de biologische beschikbaarheid van afhangen?
Noem 3 alternatieven voor de orale toedieningsroute
Wat is het nadeel van een vet oplosmiddel zoals acetem?
Wanneer passen we emulsies/solubilisaten toe in de praktijk?
Hoe kun je lipofiele farmaca verwerken in een orale toedieningsvorm?
Op basis waarvan kiest men tussen een emulsie en een solubilisaat?
Wat gebeurt er met een solubilisaat na inname in het lichaam?
Waarom is het oplossen van een farmacon in een drank met hoge pH geen goed idee?
Waarom zal een oraal vloeibare toedieningsvorm die een lipofiel oplosmiddel bevat minder hulpstoffen hebben?
Noem 3 manieren om de smaak van een farmacon aan te passen (zonder een smaakstof toe te voegen)
Noem 2 onverwachte redenen voor het gebruik van kleurstoffen
Wat is fysische instabiliteit bij een oplossing?
Waarom is de pH van belang bij chemische stabiliteit?
Wat is een nadeel van uitkristallisatie in een toedieningsvorm?
Waarom moet in een suspensie het percentage opgeloste stof niet te hoog zijn?
Hoe vindt de absorptie van farmaca in het rectum plaats?
Wat gebeurt er nadat een zetpil is ingebracht?
-oploszetpil: opgelost farmacon gaat diffunderen naar grensvlak, dan wordt die bevochtigd, dan gaat ie in oplossing en dan wordt ie opgenomen.
-suspensiezetpil: deeltje wordt vetvrij gemaakt, dan wordt deeltje bevochtigd, dan opgelost en uiteindelijk wordt ie opgenomen
Waarom wordt lecithine soms gebruikt in zetpillen?
Wat is een voordeel van het gebruik van grote deeltjes bij een vette zetpil?
Wat kun je zeggen over de opname uit een rectale toedieningsvorm, vergeleken met een orale?
Hoe kan de afgifte uit een zetpil worden versneld?
Wat is een verschil in werking tussen een klysma en een andere rectale toedieningsvorm?
(-keuze klysma/zetpil hangt af van de gewenste werkingssnelheid)
Welke extra werking kunnen grensvlakactieve stoffen in rectale toedieningsvormen hebben?
Door welke 2 methoden kan een farmacon uit een zetpil worden geanalyseerd?
-tweefasen extractie
-zetpil in zijn geheel oplossen en vervolgens verdunnen tot gewenste concentratie
Is de dosering rectaal over het algemeen hetzelfde als oraal?
Wanneer moet in een zetpil een hulpstof worden toegevoegd?
-beïnvloeding smeltpunt
-beïnvloeding viscositeit
-grensvlakactieve verbindingen
Noem 4 dingen waar bij een suspensiezetpil de deeltjesgrootte invloed heeft
-de farmaceutische beschikbaarheid van het farmacon
-de stabiliteit van de suspensie
-de irritatie van het rectumslijmvlies (kleine deetjes lossen te snel op)
-de chemische ontledingsreacties van het farmacon
Wat is het probleem bij een té hoge viscositeit van een zetpil?
Waarom is er een maximumeis aan de deeltjesgrootte bij een suspensiezetpil, en wat is die eis?
Hoe moeten zetpillen worden bereid en waarom?
Wanneer kan een smeltpuntverlaging van de zetpilbasis nodig zijn?
Noem een aantal relevante gegevens van een vet, waarbij je iets meer te weten komt over de basis die je eventueel gaat gebruiken voor een zetpil.
-hydroxylgetal (hoger = sterke neiging tot naharden, grotere elasticiteit, hogere viscositeit)
-zuurgetal (gerelateerd aan hoeveelheid vrije vetzuren. liefst niet te hoog, want irriterend)
-joodadditiegetal (maat voor hoeveelheid dubbele bindingen in een olie of vet. Laag bij gebruik van veel verzadigde vetzuren)
-peroxidegetal (gerelateerd aan de hoeveelheid reactief zuurstof in een vet) --> liefst laag
-verzepingsgetal (gerelateerd aan de ketenlengte van de vetzuren + smeltpunt)
Hoe zit het met hulpstoffen in zetpillen?
-lactose
-colloïdaal siliciumdioxide
-lecitine
Wat moet mee worden genomen in de keuze van een vette zetpilbasis als het farmacon een (of meer) vrije zuurgroep heeft?
Welke 5 vloeibare orale toedieningsvormen onderscheiden we?
2.suspensies
3.emulsies
4.solubilisaten
5.sonde voeding
Noem voor zowel tabletten als oraal vloeibare toedieningsvormen een manier om de dosis aan te passen.
Vloeibaar: ander volume nemen
Bij welke oraal vloeibare toedieningsvormen speelt de fysische stabiliteit een rol?
Wat moet vooraf worden vastgesteld bij het maken van een oraal vloeibare toedieningsvorm?
-oplossing of suspensie?
-is het wel verantwoord?
Noem 4 cosolventia/oplosmiddelen op volgorde van hydrofiel naar lipofiel
2.alcoholen (bijv. ethanol, propyleenglycol, glycerol. vanwege de bijwerkingen vaak gemengd met water)
3.macrogol (kan ook gemengd worden met alcoholen en water)
4.acetem (geacetyleerde monoglyceriden van vetzuren. zo lipofiel dat bijna geen farmacon daar nog in kan oplossen)
Welke oplosbaarheden (in welke oplosmiddelen) lijken wel enigszins op elkaar?
Wat is het probleem als je een oraal vloeibare toedieningsvorm wilt maken in een oplosmiddel dat een mengsel is van meerdere oplosmiddelen?
hoe goed je farmacon zal oplossen in 50% ethanol bijvoorbeeld)
Welk nadeel heb je bij acetem en macrogol?
Waar let je op bij de keuze van een conserveermiddel (parabenen, sorbinezuur, benzoëzuur)?
-log P aspecten
-ontledingsaspecten
Waarom worden meestal citroenzuur en fosforzuur gebruikt als buffers?
beiden hebben meerdere pKa's.
de OH-groep kan geöxideerd worden, waarmee voorkomen wordt dat andere stoffen oxideren.
Waarom wil je bij een suspensie niet te veel, maar ook weer niet te weinig vlokking?
is er helemaal geen vlokking, dan gaat dit trager maar is het sediment niet meer opschudbaar. Deze uitersten willen we allebei niet.
Wat voor type hulpstoffen kunnen worden toegevoegd om de fysische stabiliteit te verbeteren?
-een kleiner deeltjesgrootte geruiken van het farmacon
-dichtheidverhogende stoffen (stropen)
-lading (peptiserend) (denk aan bufferzouten en bijv aluminiummagnesiumsilicaat)
Waarom gebruik je liever geen viscositeitsverhogende hulpstoffen van natuurlijke oorsprong (zetmeel, acaciagom, gelatine)?
Welke hulpstoffen kunnen gebruikt worden om de bevochtiging te verbeteren?
2.sorbitoloplossing
3.polysorbaat
4.siliciumdioxide(droog)
Hoe bereid je een emulsie, simpel beschreven?
-te emulgeren stof toevoegen
Bij een emulsie neem je geen MOB of POB
Wat is een solubilisaat nou precies?
Ze worden vaak toegepast bij mensen met een verstoorde vetopname (bijv vetoplosbare vitamines verwerkt als solubilisaat)
Welke stoffen gaan er in een solubilisaat?
-hulpstoffen als in oplossingen
-conserveermiddel: sorbinezuur
-oppervlakteactieve stof: polysorbaat
Noem 5 algemene eindcontroles voor oraal vloeibare toedieningsvormen?
-helderheid
-uitzaksnelheid
-opschudbaarheid
-pH
Homogeniteit en helderheid worden vaak verward. Er kunnen ook nog andere eindcontroles bij, zoals bijvoorbeeld controle op kindvriendelijke doppen
Noem een aantal belangrijke aspecten bij de bereiding van capsules
-deeltjesgrootte
-mengen
-bereidingsmaat
-capsulegrootte
-chargegrootte
Onderscheid de begrippen farmaceutische en biologische beschikbaarheid
Biologische beschikbaarheid = fractie farmacon die onveranderd in de algemene circulatie (voorbij het poortaderstelsel en de lever) komt
Wat is het probleem met quaternaire stikstofverbindingen?
Noem een aantal redenen voor een onvolledige beschikbaarheid bij oraal vaste toedieningsvormen.
2.slechte oplosbaarheid
3. lading farmacon
4.interacties met hulpstoffen of componenten g.i. inhoud
5. instabiel in g.i. vloeistof
6.first-pass effect
First-pass effect is het enige begrip uit deze lijst dat met biologische eigenschappen te maken heeft, de rest hebben we allemaal zelf in de hand dmv de formulering
Wat is een belangrijke reden voor de goede micorbiologische houdbaarheid van vaste toedieningsvormen?
Uit welke 3 stappen bestaat de afgifte uit een capsule achtereenvolgens ?
Hoe kan de desintegratie van een vaste toedieningsvorm worden versneld?
-mengen met hydrofiel vulmiddel (lactose, lost zelf op)
Hoe kan de oplossnelheid worden verhoogd?
-deeltjesgrootte verkleinen. Dit is echter toch geen goed idee, omdat het leidt tot slechte stromingseigenschappen (je ruilt het ene probleem in voor het andere)
Hoe kan de oplosbaarheid (dus niet oplossnelheid) van een oraal vaste toedieningsvorm worden verhoogd?
Hoe kunnen interacties met hulpstoffen leiden tot een verminderde beschikbaarheid in oraal vaste toedieningsvormen?
2.beïnvloeding van de bevochtiging
3.reacties (bijv maillard reactie tussen lactose en primaire amines (die zijn daarom onverenigbaar)
Wanneer bereid je gelatine capsules?
-geen tabletten van de juiste sterkte beschikbaar
Capsules bereid je altijd zelf als er niets anders is om oraal te geven dat geschikt is. Denk er wel bij na of het wel verantwoord is: kan de stof wel vrijkomen uit en opgenomen worden uit de capsule? Denk goed na over het BCS-systeem!
Noem 3 dingen waarvoor de stromingseigenschappen van een poeder belangrijk zijn.
2.gelijkmatige verdeling over capsules
3.goede en reproduceerbare vulling van capsules
Noem 2 manieren om de stromingseigenschappen van een poedermengsel te verbeteren.
2.toevoegen glijmiddel
Ook van belang is dat je van het farmacon wel de juiste deeltjesgrootte kiest
Wat stelt de deeltjesgrootte voor die je op een pot ziet staan?
Hoe werkt en zeef bij het meten van de deeltjesgrootte?
Je weet hiermee echter nog niks over de derde dimensie. De bolletjes die je in dit plaatje ziet kunnen bijvoorbeeld staafvormig zijn, en dan op die manier door het filter gaan.
Geeft een microscoop een reëel beeld van de deeltjesgrootte?
Dus: ook een microscoop geeft een vertekend beeld.
De vormfactor is maar moeilijk te bepalen, maar waarom is deze wel belangrijk?
De vormfactor is wel van belang voor het oppervlak. Dit is van belang om te weten, want hoe groter het oppervlak hoe makkelijker het agglomereert, hoe groter de oplossnelheid, hoe eerder het ontleedt (door aanraking met gassen),
Noem 4 dingen waarvoor de deeltjesgrootte relevant is.
2.fluid bed granuleren (FA208)
3.inhalatietherapie
4.oplossnelheid (Noyes-Whitney)
Waarom is microkristallijne cellulose de eerste keuze als vulstof, en wat voor nadelen heeft het echter ook?
Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel lactose?
Het is echter ideaal voor stoffen die moeilijk te bevochtigen zijn of een slechte wateroplosbaarheid hebben. (dan gebruik je dus geen microkristallijne cellulose), want lactose lost zélf op. Het stroomt ook best goed als je de juiste kwaliteit gebruikt.
Kan helaas niet samen met primaire amines. Soms wordt dit echter toch gedaan: wanneer er bijna geen water in de formulering zit, waardoor die maillard reactie niet kan verlopen.
Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel 'gedroogd rijst- of aardappelzetmeel'?
Wat zijn de karakteristieken van het vulmiddel 'primojel capsulevulmiddel FNA'?
Waarom wordt een desintegrans meestal niet toegevoegd aan het poedermengsel?
Wat is een reden om wel kleurstof te gebruiken en een reden om het niet te doen? Noem ook 2 alternatieven.
Een reden om het niet te doen is het optreden van overgevoeligheidsreacties voor de kleurstoffen.
2 Alternatieven voor een kleurstof: een gekleurde vulstof gebruiken, een gekleurde capsule gebruiken
Welke LNA eindcontroles heb je bij capsules?
2.Buitenkant stofvrij
3.Afwijking theoretisch gewicht (max 3%)
4.Gewichtsspreiding (<300 mg RSD max 4%, >300 mg RSD max 3%)
5.Verpakking en etiket moeten in orde zijn
Met stofvrij wordt niet bedoeld dat je met de gordijnen hebt staan wapperen en dat er stof is gevallen in de capsules. Het gaat om poederstof. Poederstof kan op de capsules zitten als ze niet goed in de snaplock zitten.
Door welke 3 dingen kan een te grote afwijking van het theoretisch gewicht bij capsules zijn veroorzaakt?
-rekenfout
-weegfout
Als je een hele grote afwijking eruit krijgt (bijv 10%) is dat vaak óf een rekenfout of eeen fout tijdens het bereiden (bijv een papiertje poeder niet meegenomen)
Door welke 2 dingen kan een te grote gewichtsspreiding bij capsules zijn veroorzaakt?
-ontmenging
Wat voor middelen kunnen rectaal worden toegediend?
-pijnstillers
-anti-rheumatica
-anti-emetica
-sedativa en hypnotica
2.lokaal (het kan net iets boven de endeldarm (bijv Colitis ulcerosa)
Hoe vaak kun je een rectale toedieningsvorm gebruiken?
Waaruit bestaat de formulering van een zetpil?
-vorm farmacon (zout, base)
-deeltjesgrootte
-eventuele hulpstoffen
vaak is het farmacon in zoutvorm
in zetpillen relatief weinig hulpstoffen in vergelijking met capsules.
Welke eisen worden gesteld aan de zetpilbasis?
-geen interactie farmacon
-afgifte bij lichaamstemperatuur
Waarom moet het vet voor de zetpillen niet tot een te hoge temperatuur worden verwarmd bij het smelten?
In het geval van PEG is nog een reden dat het dan kan hydrolyseren (het ontleedt)
Wat is de smelttemperatuur van 'adeps solidus' (meestal Witepsol H15, wat de merknaam is)?
In welke stappen verloopt de afgifte uit een vette basis?
2.Afgifte farmacon
3.(oplossen farmacon) - farmacon zit erin als poederdeeltjes
Smelten zal niet bij iedere persoon even snel gaan, dit heeft te maken met de lichaamstemperatuur (bijv bij ernstig zieke patiënten)je kunt hierop inspelen door een vet te nemen met een lager smeltpunt.
- een vette basis kan pas afgeven als de basis is gesmolten(desintegreren), de basis
lost natuurlijk niet op.
Hoe kan het farmacon in een vette zeptil zitten en wat voor verschil maakt dit voor de stap die na het desintegreren plaatsvindt?
-oploszetpil
-meestal trage afgifte
2.Gesuspendeerd
-suspensiezetpil
-deeltjesgrootte
-wateroplosbaarheid
-relatief snelle afgifte
Wat is de invloed van de wateroplosbaarheid van het farmacon op de afgifte uit een vette suspensiezetpil?
-lossen snel op in de waterfase
-kunnen snel worden geabsorbeerd
Slecht wateroplosbare stoffen
-lossen langzaam op in de waterfase
-worden langzaam afgegeven
Trage afgifte niet erg voor lokaal werkende farmaca, zoals bij de behandeling van aambeien. Dit kun je zien als een inwendige zalf
Voor systemisch effect wil je een snelle afgifte.
Welke deeltjesgrootte neem je bij een suspensiezetpil?
de deeltjes tijdens het bereiden gaan agglomereren, want dan krijg je ook uitzakking.
In welke stappen verloopt de afgifte uit een hydrofiele basis?
2.Oplossen basis
3.Menging met darminhoud
4.Oplossen farmacon
De hydrofiele zetpil kan na inbrengen gelijk beginnen te verweken, omdat de buitenste rand gelijk oplost.
het oplossen duurt vrij lang, omdat er maar 3 mililiter vocht aanwezig is om in op te lossen.
Welke hydrofiele zetpilbasis heb je nog meer naast PEG?
Hoe gaat de afgite uit een oploszetpil en suspensiezetpil bij een PEG-basis en waarom ga je eigenlijk altijd voor kleine deeltjes?
Is het gesuspendeerd, dan gaan eerst de deeltjes die zich aan de rand bevinden (deze zijn al bevochtigd, nl door PEG!)
Je kunt net zo goed altijd kleine deeltjes nemen, komt altijd de oplosbaarheid ten goede.
Er is geen argument denkbaar voor grotere deeltjes (de stap vetvrij maken is hier immers niet)
Er zijn altijd uitzonderingen. Zo zijn grotere deeltjes langer houdbaar, omdat de oxidatie door PEG minder snel verloopt.
Heeft een vette zetpil of een hydrofiele zetpil de voorkeur?
Andersom is het ook wel een beetje het geval (lipofiele stof wordt in PEG gestopt)
Waarom kan PEG eigenlijk irriterend werken?
Dit proces werkt irriterend.
Dit kun je voorkomen in lichte mate door de zetpil eerst nat te maken voordat je deze inbrengt. er hoeft dan minder water te worden aangetrokken uit de omgeving
Welke hulpstoffen worden in zetpillen gebruikt?
-stof om de smelttemperatuur te verlagen (triglycerida saturata media (miglyol 812)
-antioxidanten
Beschrijf de bereiding van zetpillen in simpele stappen?
2.vaste stoffen mengen
3. vet smelten
4. vaste stoffen afwrijven met vet
5. zetpillen gieten
Wat stelt de verdringingswaarde f voor?
Hoe meer de dichtheid van het farmacon lijkt op die van het vet, hoe dichter bij 1 de verdringingswaarde zit. Als je stoffen hebt met een hele grote dichtheid hebt zal de f laag zijn, bijvoorbeeld 0,3. Dus: hoe kleiner de dichtheid van het farmacon, hoe meer vet er toegevoegd moet worden bij dezelfde hoeveelheid farmacon.
Waarom kun je bij het bereiden van zetpillen maar beter de stamper meeverwarmen?
Wat is een verschil bij het vullen van zetpillen tussen een suspensiezetpil en een oploszetpil?
Tot hoever moeten de zetpillen gevuld worden?
Welke eindcontroles heb je bij zetpillen?
-gemiddeld gewicht (max 3% afwijking van theoretisch gewicht)
-verpakking
-etikettering
Geen gewichtsspreiding, wel gehaltespreiding
Dit is zo omdat de gewichtsspreiding niet representatief is voor de gehaltespreiding (je schraapt er aan de bovenkant iets vanaf)
nb. theoretisch gewicht = gewicht alle grondstoffen / totale hoeveelheid zetpillen
Wat voor soort klisma's bestaan er min of meer?
Microklysma: klein volume, systemisch gebruik (bijv diazepamklysma voor epileptische aanval), hier kan cosolvens bijzitten
Klysmas voor lokaal gebruik kunnen ook suspensies zijn
Voorschriften hiervan lijken vaak op die van injecties, suspensies etc.
Belangrijk is dat het zo min mogelijk irriterend is.
Bij een klysma komt niet alles eruit.
Wat moet er op de etikettering van een zetpil?
-voor rectaal gebruik
-aantal af te leveren zetpillen
Leg uit aan de hand van de wet van Young hoe de bevochtiging van een vaste
stof word!verbeterd door toevoegen van een oppervlakte actieve stof.
Bevochtiging verbeteren door toevoegen opp. actieve stof:
Adsorbeert aan water/lucht grensvlak γL daalt
Idem water/vast grensvlag γSL daalt
Volledige bevochtiging indien cos θ =1, dan is contacthoek θ = 0
Een apotheker wil een suspensie maken en heeft in de voorraadkast nog een
grondstofpot staan met een onduidelijk etiket. De apotheker twijfelt of er in de pot de grondstof tetracycline of tetracycline hydrochloride zit. Helaas ontbreekt ook het bijbehorende analysecertificaat. Kunt u op een andere manier achterhalen welke grondstof de apotheker in bezit heeft? Zo ja, hoe kunt u dat bepalen?
Er zijn verschillende testen mogelijk om te achterhalen of het tetracycline is of de zoutvorm
ervan. Als tetracycline hydrochloride opgelost wordt in water, zal de pH van de oplossing lager
zijn dan wanneer tetracycline wordt opgelost. De pH van een oplossing van de onbekende
grondstof kan vergeleken worden met de pH-waarden van de oplossingen van de
referentiestoffen. Verder kan er een test met een chloridereactie uitgevoerd worden om de al
dan niet aanwezigheid van chloride aan te tonen.
Om een zo snel mogelijke absorptie uit het rectum te verkrijgen (niet noodzakelijkerwijs uit een zetpil!: welke parameter is het belangrijkste bij het formuleren? Welke parameters zijn ook van belang en welke kun je evt optimaliseren? Hoe?
Absorptie uit rectum wil zeggen dat het farmacon opgenomen moet worden.
Moet voldoende oplossen in rectumvocht en dan de membranen passeren.
Moet dus ook voldoende lipofiel zijn.
Farmacon moet niet of nauwelijks oplossen in vehiculum van de toedieningsvorm, tenzij dit gewoon water is zonder cosolventia.
Viscositeit van vehiculum is van belang, deeltjesgrootte, bevochtiging deeltjes, grootte zetpil
De stelling “lipofiele stoffen formuleren in een hydrofiele zetpilbasis” wordt vaak gebezigd. Wat is de rationale achter deze stelling? Wat zijn de kritische kanttekeningen bij het blindelings opvolgen van deze stelling?
Als een farmacon slecht oplost in de zetpilbasis, (dus lipofiele stoffen zullen slecht oplossen in een hydrofiele basis), zal het snel en makkelijk vrijkomen en in het rectumvocht kunnen oplossen en daarna geabsorbeerd kunnen worden.
Het is nog maar de vraag of het lipofiele farmacon wel oplost in het rectumvocht.
Gegeven een water-oplosbaar farmacon in een zetpil met een vette basis. Welke
factoren van farmacon en basis beïnvloeden de farmaceutische beschikbaarheid? Licht toe.
Wateroplosbaar farmacon in vette basis, dus een suspensiezetpil.
Zetpil moet smelten
Gesuspendeerde deeltjes moeten migreren naar grensvlak. Deeltjesgrootte van belang
(grote deeltjes gaan sneller). Viscositeit van belang (hoe hoger viscositeit, hoe trager de
migratie)
Drainage: grote deeltjes hebben voordeel
Oplossen. Afhankelijk van oplossnelheid kunnen kleine deeltjes voordeel hebben
Vraag gaat over farmaceutische beschikbaarheid, dus diffusie naar en door darm-membraan niet van belang.
PEG werkt oplosbaarheidsverhogend. Waarom leidt toepassen van PEG in een rectale toedieningsvorm tot een verhoging van de absorptiesnelheid en wanneer zal dit effect juist averechts werken?
Verhoging absorptiesnelheid door hogere concentratiegradient.
Dit kan averechts werken omdat het farmacon niet meer uit het pegvehiculum weg wil.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden