Samenvatting: Orale Celbiologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Orale Celbiologie
-
1 Bouw en functie van mondweefsel
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de functie van de buitenbekleding van het lichaam?
Huid
- bescherming tegenmicro-organismen (pathogenen , schimmels, bacteriën). Het is een barrière om de organen te beschermen.
- het tegengaan vanvochtverlies . Een brandwond gaat zo snel mogelijk dicht om zo min mogelijk vocht te verliezen
- temperatuurregulatie (zweetklieren )
- weerstand tegen mechanische belasting en slijtage -
Wat is de structuur van de huid?
- epidermis (opperhuid): epitheelcellen zijn een aaneengesloten laag, geentussencelstof en geen bloedvaten. Het is heel dicht en compact. Keiharde barrière.
- dermis (lederhuid):bindweefselcellen (fibroblasten) liggen los verspreid door eenextracellulaire matrix (collageen,fibronectine enproteaglycanen ) met bloedvaten. De bloedvaten in de dermis voorzien ook de epidermis.
- mucosa (epitheel als binnenbekleding): beweging van de spijsprop, opname, glijden en bescherming. Het is geen hoornlaag, maar slijm. In de neus heb je de neus mucosa. Dit is ook epitheel als binnenbekleding en bevat trilharen en slijm of stofpartikels naar buiten te bewegen. -
Welke structuren zijn gevormd door epitheliale keratinocyten?
- epidermis
- haar, wenkbrauwen, wimpers, talgklieren
- ooglens, traankliertjes
- glazuur
- spijsverteringskanaal en luchtwegen
- slijmklieren, reukepitheel, smaakepitheel
- schubben, hoef, snavel, hoorn, veren
-> mucosa is verhoornend (huid) en niet verhoornend (mucosa). -
Wat is de overeenkomst tussen ontwikkeling van de tand en het haar?
- allebei een hele duidelijke interactie tussen epitheel en mesenchym
- er is een hele duidelijke overeenkomst qua vorm tussen haar en tand. -
Waar bevinden zich harde en zachte bindweefsels?
Zachte bindweefsels: dermis, gingiva lamina propria, bloedvaten en pezen
Harde bindweefsels: bot, dentine, cement en kraakbeen -
Wat is het verschil tussen jong en oud bindweefsel?
Eerst is het soepeler, maar minder sterk. Later wordt hetstugger en veel sterker. In de jonge huis zit heel weinigcollageen en als volwassene heb je meercollageen . Dit istrekvast en golvend.
Bij een litteken verliest de huis zijn elasticiteit, door meercollageen . HetEhler-Dander syndroom is het tegenovergestelde, waarbij de huid te elastisch is door weinigcollageen . -
Waar is de mondholte mee bekleed?
- vochtig, warm en eiwitrijk
- verschillende 'soorten'epidermis in de mond, waarmicro-organismen zich kunnen vestigen
Bekleding van de vochtige oppervlakken: epitheelcellen die o.a. In de mond, keel, luchtwegen en maag-darmkanaal bedekken en slijm (=muscus) produceren is de mucosa. -
Hoe gaat de aanpassing van de structuur aan belasting?
- de overgang van dealveolaire mucosa-gingiva . Dealveolaire mucosa (mucosa aan de tand) is nietverhoornd en de gingiva wel. Dit moet zich aan elkaar aanpassen. De gingiva ondergaat veel mechanische belasting door eten en is daaromverhoornd .
- hetsulcular epitheel is het stuk tandvlees dat aan de bovenkant van de pocket ligt. Het wordt redelijk goed beschermd door de tand
- hetjunctional epitheel hecht helemaal aan de tand en ligt onderaan. Dit zorgt voor een hechting van de gingiva aan het glazuur van de tand. Beide zijn ze nietverhoornd . -
Hoe ziet tong mucosa eruit?
Speciaal epitheel, dat kan proeven met filliforme papillen (ruw oppervlak, raspje)
- niet verhoornd: lip mucosa, vestibulaire mucosa, de ventrale kant van de tand, de mondbodem, het zachte palatum en de buccale mucosa
- verhoornd: de gingiva mucosa en het harde palatum. -
Hoe passen de epidermis en de mucosa hun structuur aan bij mechanische druk?
- verdikking van het epitheel door meer cellagen
- verhoorning van de epitheellaag
- verdikking van de hoornlaag (eelt)
- instulpingen in onderliggend bindweefsel (kammen en huidpapillen)
- sterkere verbinding met het onderliggend bindweefsel, door Hemi-desmosomen
Doordat het zich aanpast aan de omgeving is de doorlaatbaarheid van water verschillend.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden