Groei en fysiologie van spierweefsel
19 belangrijke vragen over Groei en fysiologie van spierweefsel
Waar of niet waar: dwarsgestreepte spieren en gladgestreepte spieren hebben dezelfde fylogenetische oorsprong
Hoe zien de contractiele elementen van de spieren eruit?
myosine: dik filament met de kopjes
Hoe gebeurt de spiercontractie bij de dwarsgestreepte spiercel?
hydrolyse ATP, myosine zit in een hoge energietoestand
myosine bindt aan actine
ADP en Pi laten los, myosine lage energietoestand
verplaatsing actine
ATP gebonden, myosine laat los van actine
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe gebeurt de spiercontractie bij de gladde spiercel?
Ca2+ bindt aan calmoduline
inactief myosine light chain kinase wordt geactiveerd
MLCK fosforyleert en activeert lichte ketens van myosine
Myosine bindt aan actine en resulteert in spiercontractie
Wat is de phosphocreatine shuttle?
Hoe werkt de phosphocreatine shuttle?
Hoe lang werkt de phophocreatine shuttle?
Wat zijn de eigenschappen van resynthase ATP uit ADP door myokinase?
weinig ATP winst
beperkte capaciteit door toename van AMP
gebeurt alleen bij zeer zware arbeid
Wat zijn de eigenschappen van carbohydraten anaeroob verbranden?
start op na 2 tot 3 seconden
niet efficiënt
productie van melkzuur
verbruikt veel glycogeen
Wat zijn de eigenschappen van carbohydraten aeroob verbranden?
veel efficiënter dan anaerobe wegen
gaat veel trager dan anaerobe wegen
zwak punt zijn de longen
Wat zijn de eigenschappen van vetten verbranden?
ATP opbrengst verschilt per vettype
vetverbranding heeft meer zuurstof nodig dan carbohydraten
tempo van de aanmaak van ATP ligt lager dan bij carbohydraten
komt pas op gang na 30 minuten
Wanneer verbrand je proteïnen?
Wat is het voordeel van ketonen verbranden?
Brandstof voor de hersenen
Wat is het nadeel van ketonen verbranden?
Bij te veel ketolichamen krijg je metabole acidose-->opvangen door te hyperventileren
Osmotische diurese door ketonurie-->dehydratatie
Verlies van Na+-->meer dehydratatie
Wanneer produceer je ketonen?
Wat stimuleert ketonenopbouw?
Welke types van spiervezels zijn er?
type 2: A=snel, oxydatief-glycolytisch
B=snel, anaeroob glycolytisch, meer glycogeen en is dikker
X=snel, intermediair, meer glycogeen en is dikker
Welke receptoren zijn er voor de spiercontractie?
STH-IGF
insuline
T3/T4
steroïden
B-receptor
GLUT4
Wat zijn de verschillen tussen de hartspier en de skeletspier?
- intercalaire schijven die een rol spelen bij de impulsgeleiding van de ene cel op de andere cel
- niet spoelvormig maar vertakt
- 1 kern, die ongeveer in het centrum gelegen is
- gangmakercellen
- kan niet snel reageren op stimuli
- kan het aantal vezels tijdens een contractie niet beperken
- kan contractiliteit wijzigen door de initiële vezellengte te veranderen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden