Samenvatting: Organisatie & Omgeving
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatie & Omgeving
-
1 week 1
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er met de vaste en variabele kosten als de output toeneemt
- Vaste: de vaste kosten zullen dalen want de hoeveelheid neemt toe.
- Variabele: de variabele kosten kunnen zowel stijgen als dalen dat hangt af van de MES
- Vaste: de vaste kosten zullen dalen want de hoeveelheid neemt toe.
-
Wat moet een manager doen met de verzonken kosten?
Die moet hij negeren. Omdat hij hier met een beslissing of besluit niks aan kan veranderen dit geld wel voor vermijdbare kosten -
2 Week 2
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is de gemiddelde kostenfunctie van een product stabiel en niet meer te verbeteren?
Wanneer die het Minimum efficiëntie schaal (MES) heeft bereikt. Deze lijn ziet eruit als een L vorm. Als een bedrijf zo groot is komen de kosten per product op een gelijk punt te liggen het maakt dan niet meer uit hoeveel je produceert je kosten blijven hetzelfde. Dit is zo volgens de econoem JOhn Jonhston -
Wanneer wordt er gesproken van een lange termijn schaalvoordeel en wanneer van een korte termijn schaalvoordeel?
Korte termijn: als de gemiddelde kosten dalen door de benutting van kapitaal. Er worden dus spullen gebruikt om de kosten te verlagen.
Lange termijn: doormiddel van technologische ontwikkeling waardoor de vaste kosten stijgen en de variabele kosten dalen haal je schaalvoordeel voor de lange termijn. -
Wat gebeurt er met de kosten van materiaal en arbeid als de output stijgt en daalt (wat verschilt bij kapitaal)? En waarom?
Die stijgen en dalen mee. De reden hiervoor is dat materiaal en arbeid deelbaar zijn (variabele) die bewegen dus mee met de output. -
Waarom doen product-specifieke schaalvoordelen zich voor wanneer de productie kapitaal intensief is?
Omdat het niet mee beweegt met de output. Wanneer je dus veel output hebt krijg je een groot schaalvoordeel -
Wat houden leereffecten in?
Zijn de vermindering van kosten doordat het bedrijf heeft geleerd van het verleden (ervaring). -
Wat houdt diversificatie in? En wat zijn reden voor diversificatie?
Naast het huidigeproduct wordt er ook een anderproduct geproduceerd het verhoogt de efficiëntie de eigenaren van het bedrijf stemmen in met de voorkeuren van de managers
-
Welke vorm heeft de gemiddelde kostenfunctie op korte en lage termijn?
- Korte: heeft het een U-vorm, omdat bedrijven tegen capaciteitsproblemen oplopen.
- Lange: heeft het een L-vorm, omdat bedrijven bouwen/kopen extra capiciteit.
-
Waar leidt massaverkoop toe? En waarom zou je dit doen?
Massaverkoop leidt tot kortingen.
reden hiervoor zijn:- het is goedkoper om aan één koper te verkopen, omdat elke verkoop vaste kosten heeft.
- massa inkoper wil beste prijs dus door korting te geven maak je nog steeds veel winst. Want er wordt dan bij jou wel gekocht.
- door korting te geven kun je zakelijk langer door (door een goede verstandshouding)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden