Samenvatting: Organisatiegedrag
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatiegedrag
-
Week 1
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/12/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het zelfreferentie effect?
Niks is zo belangrijk als de eigen ik! Gebeurtenissen worden beter onthouden als we deze aan onszelf relateren. -
Wat is het spotlight effect?
Het idee dat anderen veel aandacht aan ons geven terwijl dat misschien helemaal niet zo is. Vb van Cornwell (artiesten t-shirts) --> zelf dachten ze dat 50% het zou opmerken, in werkelijkheid maar 23% -
Wat is de illusie van transparantie?
De illusie dat onze geheime emoties voor anderen zichtbaar zijn. Vb schaamte (enige zonder cadeau op een verjaardag). Je bent niet zo belangrijk voor anderen als je denkt! -
Week 2
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/12/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan je conformiteit weerstaan?
1. Uniciteit (nadruk op verscheidenheid): vb: experiment karaktereigenschappen (1. je wijkt niet af van 10.000 anderen, 2. je wijkt hier wel van af: groep 2 conformeren minder!)
2. Rebellie (vb machetes) --> nadruk op vrijheid
Maar: persoonlijke opmaak speelt en rol in de voorspelling (geen marionetten) -
Week 3
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/12/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Welke soorten afhankelijkheid zijn er?
- Eenzijdig (afhankelijk van 1 persoon obv eenrichtingsverkeer)
- Wederzijds (beide partijen zijn afhankelijk van elkaar) -
Wat is een social trap?
Sociale val, op korte termijn is het gunstig voor jezelf, maar op lange termijn nadelig voor het collectief, dus ook voor jezelf (vb afval buiten zetten na feestje, maar wordt pas volgende week opgehaald) -
Wat is een social fence?
Sociale hindernis, je moet een offer geven of er moet iets overwonnen worden ('niet handelen'). Vb ondergesneeuwde straat schoonmaken voor postbode (= negatief voor ind., maar positief voor coll.)
Directe vs uitgestelde uitkomsten -
Welke effectiviteit van keuzestrategieën zijn er?
1. Puur non cooperatief (rood) -> roept non-cooperatie op en leidt tot slechte collectieve uitkomsten
2. Puur cooperatief (zwart) -> nodigt uit tot uitbuiting en leidt tot slechte individuele uitkomsten -
Wat zijn de oplossingen bij het discontinuiteitseffect?
Stucturele oplossingen:
1. Opheffen wederzijdse afhankelijkheid (individu ipv groep belonen)
2. Opheffen beslissingsvrijheid (limieten, quota's)
3. Wijzigen opbrengsten (beloningen/boetes)
4. Verkleinen groepsgrootte
5. Bevorderen communicatie (draagt bij aan groepsnormen, commitment cooperatieve keuzes, sociale waarden overbrengen
Niet-structurele oplossingen:
1. Groepsidentiteit versterken
2. Vertrouwen tussen teamleden versterken
3. Nadruk sociale waarden en verantwoordelijkheid -
Wat is een sociaal dilemma (Liebrand & de Lange)?
Een situatie waarin een aantal individuen van elkaar afhankelijk is en waarin het individuele belang strijdig kan zijn met het collectieve belang (Tragedy of the Commons)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden