Samenvatting: Organisatiekunde | Stehouwer
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatiekunde | Stehouwer
-
1 Inleidende teksten organisatiekunde
-
1.1.3 Organisatie en omgeving
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de omgeving van een organisatie?
Partijen of belanghebbenden en uit situaties en omstandigheden, bepaald door omgevingsfactoren. Organisatie en omgeving oefenen invloed op elkaar uit. Situaties komen voort uit ontwikkelingen waaraan organisaties blootstaan. Demografische, technologische enz. -
1.1.4 Omgevingsfactoren; situaties en omstandigheden
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Sociaal maatschappelijke factoren
Hoe de samenleving met elkaar omgaat. Individualisering. Arbeidsproductiviteit. -
1.2 Algemene teksten
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 3 indelingen zijn er om binnen het besturen van organisaties?
1. Het externe afstemmingsprobleem (richten van de organisatie)2. Structureringsprobleem (inrichten van de organisatie)3. Het interne afstemmingsprobleem (sturen en bijsturen) -
Wat houdt het externe afstemmingsprobleem in?
Hoe een organisatie moet worden afgestemd op de partijen en situaties in het omringend maatschappelijk systeem. Bepalen van doelstellingen en beleidslijnen waarin doelstellingen moeten worden gehaald. Onderzoek naar zwakte en kansen in externe omgeving moet manager bepalen wat daaraan gedaan kan worden en binnen welk tijdsbestek met welke middelen. -
Wat houdt het interne afstemmingsprobleem in?
Afstemming tussen mensen, middelen en methoden en tijd om de gestelde doelstellingen te realiseren. Actieplanning en beheersing. Interne afstemmingsprobleem wordt het concreet gemaakt in actieplannen. Daarnaast worden gekeken of gestelde plannen ook gerealiseerd zijn en moet indien bijgestuurd worden. Leidinggeven aan mensen, verstrekken van opdrachten en het motiveren van personeel. -
1.2.3 Het interne afstemmingsprobleem en procesbeheersing
-
Waaruit bestaat het bestuur van een organisatie?
1. Het externe afstemmingsprobleem (constituerende taak)2. het interne afstemmingsprobleem (constituerende taak)3. Interne afstemmingsprobleem (dirigerende taak) -
Wat is het verschil tussen besturen en beheersen?
Besturen is het vaststellen van doelen van organisatie en het leiden van de organisatie naar deze gestelde doelen/
Beheersen is het doelgericht laten verlopen van bedrijfsprocessen dmv normstelling, meting en besturing. -
Hoe bedoel je de norm?
Op basis van plannen. Bij de output van het proces overeenkomt met je norm. Zo niet? Dan bijsturen.
1. Opnieuw te constitueren (norm bijstellen)
2. Door opnieuw te dirigeren (uitvoering bijsturen) -
1.2.4 Organisatie-evenwicht, criteria van effectiviteit
-
Wanneer is er sprake van organisatie evenwicht?
De verschillende partijen dusdanig worden beloond dat zij niet afhaken en hun bijdrage leveren en zo het bedrijf in stand blijven houden. -
1.2.5 Drie organisatiebegrippen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Waar wordt er bij de begrippen naar verwezen?
Institutionele organisatiebegrip; het instituut.
Instrumentele organisatiebegrip; om de organisatiecultuur
Functionele organisatiebegrip; al activiteit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden