Samenvatting: Organisatiekunde Week 2: Strategie En Innovatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatiekunde week 2: Strategie en innovatie

• 1 Organisatiekunde week 2: Strategie en innovatie

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe wordt in organisatiekunde strategie omschreven?

  De keuze voor de belangrijkste lange termijndoelen die een organisatie nastreeft en de wijze waarop zij deze doelen door inzet van een combinatie van mensen, middelen en handelswijze, tracht te bereiken

• Wat houdt de engelse term 'alignement' in?

  Het in overeenstemming brengen van alle activiteiten van de organisatie om de strategie te behalen.

• Wat wordt bedoelt met de term ''values' of waarden?

  Waarden geven uitdrukking aan de onderliggende uitgangspunten van normen, principes of houding die een organisatie altijd wilt hanteren bij haar activiteiten. 
  
  Voorbeelden:
  - duurzaamheid, diversiteit, cultuur en pro-bono (houthof) 

• Wat wordt bedoelt met de terminologie 'trade-off'

  Een beslissing ten gunste van het een altijd ten koste gaat van een ander. Strategie gaat over keuzes. 
  (Denk aan: goed loon werknemers, maar hierdoor wel minder werknemers) 

• Benoem de verschillende hulpmiddelen om aan te geven waaraan een goed doel moet voldoen in de strategie?

  - SMART
  - DUMB
  - FUZZY
  - DART 

• Beschrijf de verschillende stappen van het SMART model

  S = Specifiek —> concreet mogelijke beschrijving van doel 
  M = Meetbaar —> doelen moeten zo beschreven worden dat het duidelijk is wanneer deze behaald zijn 
  A = Acceptabel —> doelen moeten passen in de strategie 
  R = Realistisch —> doelen moeten haalbaar zijn 
  T = Tijdsgebonden —> wanneer meoten de doelen behaald zijn 
  ( I = Inspirerend —> doel moet motiverend zijn) 

• Waar staat FUZZY voor?

  F = Feestelijk —> is de doelstelling leuk?
  U = Uitdagend —> het doel moet spannend zijn
  Z = Zuiver —> het doel moet de kern betreffen wat de  organisatie wilt bereiken
  Z = Zinnelijk —> het doel moet een prettig en opwindend gevoel geven
  Y = Yes! —> Het doel moet enthousiasme oproepen 

• Wat is het risico voor het instellen van KPI's

  Het risico van het instellen van een KPI en soortgelijke targets is dat medewerkers of organisatieonderdelen zich enkel focussen op het behalen van de KPI's en de onderliggende kwaliteit van de prestaties of andere relevante zaken verwaarlozen. 

• Waarom is het draagvlak van de werknemers bij strategie belangrijk om erbij te betrekken?

  100% draagvlak zal nooit haalbaar zijn. Ondernemingen proberen daarom vaak werknemers bij de strategie te betrekken om gebrek aan draagvlak te voorkomen. (Strategisch dialoog, gesprek tussen 2 of meer personen)

• Wie stelt de strategische doelen vast?

  Het topmanagement stelt de strategische doelen vast. Deze moet ervoor zorgen dat de andere lagen binnen het bedrijf de strategie omzetten naar activiteiten. Het middenmanagement maakt resultaat afspraken met het operationele management.