Samenvatting: Organisatieontwikkeling

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 90 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatieontwikkeling

  • HC1

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/05/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom vervallen lerende organisatie niet in dezelfde fouten als andere organisatiestypes?

    Let op ideaalconstruct (na te streven)
    a. Verandering is probleemgestuurd – verschil huidig/gewenste situatie.
    b. Leren vindt werkenderwijs plaats-koppeling aan processen.
    c. Leren = cyclisch (doen-bezinnen-denken-beslissen)
    d. Leren = collectief. Teams zijn probleemeigenaar.
    e. Leren = bewust en methodisch.
    f. Leren = veelzijdig (regels, inzichten en principes)
  • Nieuwe werkelijkheden Bureaucratie verdwijnt

    1. De markt verandert  sturing door vraag
    Amusement / dienstverlening VDV / hiërarchie vertraagt

    2. Het werk verandert  professionalisering
    Uitvoerend werk verdwijnt: robotisering, computers, lage lonen landen. Positie van denker: zelf verantwoordelijk voor uitvoering. Klant- en relatiegericht.

    3. Het tempo verandert  de versnelling
    Levencycli producten kleiner/ontwikkeltijd korter/nieuwe technologie. Tempo bepaalt succes.       

    4. Kennis maken verandert  co-creatie
    Sociaal constructionisme (post-modern): mensen in actie creëren betekenis. Definiëring van de werkelijkheid = sociaal proces.     

    5. De mens verandert  zelfsturing
    Individualisering ‘ik-tijdperk’. Tot 1950 verzuiling: solidariteit en verbondenheid. Nu: zelfkennis en privacy. Wg-Wn relatie verandert.
  • Kennisoverdracht= kennis maken NONAKA & TAKEUCHI (1995)

    1. Socialiseren (al doende tacid knowledge)
    2. Externaliseren (impliciet – expliciete begrippen)
    3. Combineren (expliciete informatie wordt toegevoegd)
    4. Internaliseren (integreren in eigen handelen)
  • Cyclisch leren (Kolb): doen-bezinnen-denken-beslissen- (opnieuw) doen

     uitgangspunt: wat iemand heeft geleerd, moet blijken uit zijn handelen (ervaringsleren).
     probleemgericht leren: vanuit probleem of ambitie.
     toepasbaar op individueel en collectief niveau.
  • Leren wordt vaak gelijkgesteld aan bewust leren. Het meeste leren vindt echter vooral onbewust plaats. Hall onderscheid 3 manieren van leren:

    - Informeel via imitatie: afkijken vd kunst van anderen.
    - Formeel via belonen en straffen.
    - Methodisch door beseffen, begrijpen, reflectie; werkt corrigerend, toevoegend en opbouwend ---> ontwikkelt leervermogen.
  • Leercurve ---> Zelfkennis leidt tot leervermogen. 4 lagen te onderscheiden:

     1. Kennis van wat je kan en durft
    2. Kennis van wat men weet en begrijpt
    3. Kennis van wat men wil (persoonlijkheid en identiteit)
    4. Kennis van wie men is (persoonlijkheid en identiteit)
  • HC2

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/05/2017
    Laat hier meer flashcards zien

  • Positioneel organiseren HARK

    De denkers bepalen hoe er geknipt wordt, de managers zorgen dat er geplakt wordt -

    Differentiëren- knippen door denkers
    o Vindt plaats om iedereen zo efficiënt en effectief mogelijk in te kunnen zetten.
    - Integreren- plakken door managers
    o De opgeknipte activiteitenstroom wordt weer gecoördineerd en geïntegreerd om tot de gewenste output van producten en diensten te komen.
    - Aard van relaties onduidelijk --> leidt tot misverstanden.
    - Kwaliteit van relaties niet goed --> resultaat dezelfde kwaliteit
  • Transsectioneel organiseren NETWERK

    Degene die de taak verdelen, moeten ook zorg dragen voor de coördinatie
    - Wie knipt plakt ook - Aard van relaties duidelijk ---> leidt tot aangaan of verbreken.
    - Kwaliteit van relaties niet goed? ---> relatie bespreekbaar
  • Het leervermogen van een organisatie is een collectieve bekwaamheid. Het verkrijgen ervan is een collectief leerproces. Collectief leren speelt zich af op 3 niveaus: (Voorbeeld casussen boek

    − Enkelslag (moeten, mogen, verbetering): Regelniveau, verbeteren van regels (9.3)

    − Dubbelslag (weten, begrijpen, vernieuwing): Regels en achterliggende inzichten (9.4)

    − Drieslag (willen, zijn, ontwikkeling): Missie en identiteit van organisatie ter discussie (9.5)
  • Theory of action = espoused theory + theory in used

    Theory of action = espoused theory + theory in used.

    - Theory in used: hoe leer je mensen nieuwe theoriesof-action? Dit zijn beschrijvingen, theorieën (impliciete ideeën) achter het handelen van iemand in een bepaalde situatie. Het zijn strategieën waarmee we conflicten oplossen, samenwerken, deals sluiten, kost verdienen.

    - Espoused theory: de beschrijving van ideeën over hoe iemand denkt te handelen. Hoe denk je te handelen? Expliciete ideeën over handelen.
LET OP!!! Er zijn slechts 90 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart