Samenvatting: Organisatiepsychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatiepsychologie
-
Hoofdstuk 1: Organisational theory
Dit is een preview. Er zijn 37 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/11/2019
Laat hier meer flashcards zien -
Welke negatieve betekenis heeft de term 'bureaucratie' in de laatste jaren gekregen?
- bureaucratische organisaties of processen worden gezien als
- zelf-dienend
- traag
- onverschillig
- deze negatieve betekenissen waren geen onderdeel van Webers ideeën en moeten niet verward worden met zijn manier van denken
- bureaucratische organisaties of processen worden gezien als
-
Wat is de gedachte van Weber?
- de gedachte van Weber was dat organisaties in meer of mindere mate bureaucratieën waren en dat een toename van bureaucratie tot efficiëntere werking leidt
- de gedachte van Weber was dat organisaties in meer of mindere mate bureaucratieën waren en dat een toename van bureaucratie tot efficiëntere werking leidt
-
Welke nadelen kent 'bureaucratie'?
- werknemers kunnen ontevreden zijn als zij regels en procedures ervaren die niet helpen of onredelijk zijn en die individueel initiatief en creativiteit onderdrukken
- werknemers kunnen ontevreden zijn als zij regels en procedures ervaren die niet helpen of onredelijk zijn en die individueel initiatief en creativiteit onderdrukken
-
Webers schrijven over bureaucratie blijft een belangrijk element van de organisatietheorie. Maar het idee dat toegenomen bureaucratie leidt tot een toename van effectiviteit is minder populair.Leg uit:
- primair was de businessomgeving meer stabiel en voorspelbaar, waardoor beslissingen door het topmanagement over producten en markten vanzelfsprekend waren
- tegenwoordig is er sprake van veel concurrentie en zijn organisaties afhankelijk van complexe technologie
- hierdoor zijn organisaties afhankelijk van ondersteunende attitudes en gedragingen van werkkrachten om succesvol te zijn
- de huidige denkers beargumenteren dan ook dat bureaucratie gereduceerd dient te worden om organisaties ruimte te bieden om na te denken en te manoeuvreren om de hoge prestaties vol te houden
- primair was de businessomgeving meer stabiel en voorspelbaar, waardoor beslissingen door het topmanagement over producten en markten vanzelfsprekend waren
-
Wat was de belangrijkste zorg van de klassieke school?
- hun belangrijkste zorg was
- om efficiënte controlemechanismen in te voeren,
- hoe de taken te verdelen en
- mensen te belonen en
- hoe organisaties te structureren
- de nadruk lag op het bestaan en de behoefte aan bureaucratische structuren en processen, welke omvat worden door transparante en smalle regels en controlespanningen met
- een duidelijke hiërarchie,
- gedetailleerde werkomschrijvingen en
- heldere procedures
-
Wat houdt "scientific management" - wetenschappelijk management in?
- de nadruk op rationaliteit en het gebrek aan aandacht voor menselijke aspecten van de organisatie leidde tot de toepassing van wetenschappelijke principes op de bedrijfsvoering
- scientific management is een deelverzameling van de klassieke school
- de klassieke school houdt zich bezig met de brede organisatie en haar structuur en wetenschappelijk management houdt zich bezig met job design
- wetenschappelijke principes moesten worden toegepast op werkplaatsorganisaties om de beste manier te vinden ('one best way') om een baan uit te voeren
- de nadruk op rationaliteit en het gebrek aan aandacht voor menselijke aspecten van de organisatie leidde tot de toepassing van wetenschappelijke principes op de bedrijfsvoering
-
Wie was de belangrijkste voorstander van wetenschappelijk management?
Frederic Taylor (1856 - 1915)- hij suggereerde dat een proces van wetenschappelijke bedrijfsvoering van werktaken zou leiden tot
- efficiëntie
- standaardisatie
- discipline
-
Wat precies suggereerde Frederic Taylor?
- er moet onderscheid gemaakt worden tussen het plannen van een taak (managementrol) en het uitvoeren van een taak (arbeidersrol)
- een wetenschappelijk selectieproces moet uitmaken wie de juiste persoon voor de job is
- taken moeten gestandaardiseerd en versimpelt zijn
- elke medewerker moet een minimum aan bewegingen uitvoeren, bij voorkeur met slechts één reeks aan actie
- er was maar één beste manier ('one best way') om taken te organiseren en het was de verantwoordelijkheid van het management om grondige metingen uit te voeren om dit gewenste resultaat te bereiken
- er moet onderscheid gemaakt worden tussen het plannen van een taak (managementrol) en het uitvoeren van een taak (arbeidersrol)
-
Tot wat leidde Taylors theorie?
- dit leidde tot 'vervreemding' en afwijzing van de werknemers
- zij geloofden namelijk dat een toename in productiviteit zou resulteren in baanverlies
- hierdoor maakten werknemers gebruik van de weinige management-controle om de productie te vertragen
- dit leidde tot 'vervreemding' en afwijzing van de werknemers
-
Welke principes van Taylor zijn nog steeds in vele organisaties de centrale voorschriften?
- de principes met betrekking tot
- onderscheid in managementrollen en arbeidersrollen
- standaardisatie en specialisatie
- verdeling van werk
- efficiëntie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden