Het ontwerp afstemmen op de situatie - Het technische systeem

12 belangrijke vragen over Het ontwerp afstemmen op de situatie - Het technische systeem

Hypothese 6: hoe sterker regulerend het technisch systeem, hoe meer geformaliseerd het uitvoerende werk en hoe bureaucratischer de structuur van de uitvoerende kern.

Regulerend = opgesplitst in eenvoudige, gespecialiseerde taken die de mensen die het gebruiken weinig vrijheid van handelen overlaten -> uitvoerende werk meer routinematig + voorspelbaar. Hierdoor kan het werk van deze uitvoerenden sterk geformaliseerd worden.

Controle op het werk wordt onpersoonlijker omdat ze uit handen wordt genomen van het lager management. De technische staf bepaalt hoe het werk uitgevoerd moet worden. Toename in standaardisatie ledit tot toename aan bureaucratie. Vaak bij massaproductie.

Hypothese 8: automatisering van de uitvoerende werkzaamheden verandert de bureaucratische administratieve structuur in een meer organische structuur

Werken computers regulerend? (=minder vrijheden). Mintzberg gaat uit van het tegenovergestelde. Door gebruik van computers neemt volgens hem het direct toezicht af en neemt het aantal vrijheden van de uitvoerende juist toe. Wordt nu door computer gecontroleerd -> soort management bij exception, computer geeft signaal al bepaalde grenzen overschreden.

De organisatie moet volgens Mintzberg haar structuur zoveel mogelijk aanpassen aan haar omgeving. Er zijn vier dimensies van de omgeving die voor de organisatie belangrijk zijn. Welke zijn dit?

- Stabiliteit
- Complexiteit
- Diversiteit
- Vijandigheid
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt er bedoeld met stabiliteit <--> dynamisch?

Stabiele omgeving:  de activiteiten die moeten worden uitgevoerd zijn voorspelbaar
Dynamische omgeving: de activiteiten die moeten worden uitgevoerd zijn niet voorspelbaar --> heeft niets te maken met veranderlijke omgeving.

Wat wordt er bedoeld met eenvoudig <--> complexiteit?

Complex: heeft betrekking op de gebruikte technologie. Is deze moelijk te doorgronden is er sprak van complexe omgeving.
Eenvoudig:  als de gebruikte technologie makkelijk toegangkelijk is en eenvoudig te begrijpen.

Wat wordt er bedoeld met diversiteit <--> geintegreerd?

Geintegreerd:  als er een afnemer is
Divers: breed scala klanten, producten of diensten of geografische gebieden waar de output wordt afgezet.

Wat wordt er bedoeld met mild <--> vijandigheid?

Mild: weinig concurrentiestrijd is, zelf klanten kiezen
Vijandig: veel concurrentiestrijd, gevecht om klanten.

Hypothese 9: hoe dynamischer de omgeving, hoe organischer de structuur.

Organische structuur = structuur niet gericht op standaardisatie. In stabiele omgeving (goed voorspelbaar) kan de organisatie de toekomstige werkzaamheden en veranderingen goed voorspellen. Uitvoerend niveau afschermen en het werk standaardiseren (en dus haar structuur bureaucratiseren) bij een dynamische omgeving is dat op grond van de onvoorspelbaarheid niet mogelijk --> minder neiging tot bureacratisering

Hypothese 10: hoe complexer de omgeving, hoe gedecentraliseerder de organisatiestructuur.

Complex--> technologie) Een zeer complexe omgeving vereist de aanwezigheid van specialisten die kennis hebben van de omgeving en die bijgevolg veel invloed hebben op het besluitvormingsproces. De organisatie is horizontaal gedcentraliseerd.

Hypothese 11: hoe diverser de markt, hoe groter de neiging van de organisatie zicht op te splitsen in marktgerichte eenheden.

Er is een duidelijke relatie tussen de omgevingsfactor marktdiversiteit en de ontwerpparameter afdelingsvorming. Als de organisatie onderscheid kan maken tussen verschillende markten, produkten, diensten of geografische gebieden, dan zal eerder overwogen worden de organisatie op te splitsen in een aantal relatief autonome afdelingen

Hypothese 12: Extreme vijandigheid in de omgeving zet de organisatie er toe aan haar structuur tijdelijk te centraliseren.

Waarom? toezicht is het snelste coördinatiemechanisme. Secht 1 persoon neemt alle beslissinen en coördineert wat er gedaan moet worden. Er wordt weinig tijd verspild aan overleg. Wat als omgeving complex en vijandig is? -> tijdelijke centralisatie.

Hypothese 13: verschillen in de omgeving zullen de organisatie aanmoedigen selectief te decentraliseren naar verschillende afdelingen.

De hele organisatie hoeft niet op 1 bepaalde manier op omgevingsfactoren te reageren. Iedere afdeling of eenheid heeft haar eigen omgeving. Zij moet daarom ook een structuur ontwikkelen die bij haar specifieke omgeving past.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo