Samenvatting: Organisatietheorie & -Dynamiek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organisatietheorie & -dynamiek
-
1 Module 1
-
1.1 Hoorcollege 1
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 4 periodes zijn er binnen de historische ontwikkeling
Prehistory (1900-1950s)
Modern (1960s-1970s)
Symbolic (1980s)
Postmodern (1990s) -
Wat is het paradigma van de modernisten?
- Organisaties zijn eindig
- Organisaties zijn primair opgerisch voor het uitvoeren van gezamelijke taken die een individu niet kan uitvoeren
- Modernisten hebben een objectieve, subjectieve aanpak -
Wat is het paradigma van de symbolisten (symbolic/interprative)?
- Het gaat om de mensen en hun relaties binnen een organisatie
- Mensen geven betekenis aan een organisatie en handelen naar deze betekenis
- Symbolisten hebben een relativerende aanpak -
Wat is het paradigma van de postmodernisten?
- Organisatie zijn opgericht om macht en controle problemen op te lossen
- Postmodernisten focussen op micro-text -
Wie was de vertegenwoordige van de prehistory?
Max Weber, hij kwam met zijn boek en het hoofdstuk bureacracy -
Wie was Herbert Simon?
De modernistische schrijver van het boek "A Study of Decision-Making in Administrative Organisation" (1947) -
Wat stet het boek "Administrative behaviour: A Study of Decision-Making in Administrative"?
Als men een beslissing maakt kan men nooit een volledig rationele beslissing maken, men is als gelimiteerd door zijn eigen cognitieve capaciteiten = bounded rationality -
Waarop focuste Herbert Simon zich bij de modernistische organisaties?
Op het maken van beslissingen binnen organisaties -
Wat zijn rationele beslissingen?
Beslissingen waarbij je van de huidige problematische situatie naar de gewenste situatie komt door naar allerlei alternatieve keuzes te kijken. -
Wat zijn de 4 kenmerken/assumpties van het rationele beslissingsmodel
1) Assumptie: er is geen twijfel over het gewenste doel van de beslissing.
2) Alternatieven zoeken: dit proces is kosteloos en er is een oneindig aantal alternatieven mogelijk
3) Cosequenties: men begrijpt volledig de impact van ieder alternatief
4) Keuze: we kiezen altijd het alternatief die het doel maximaliseert
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden