Cornelissen et al (2021) - Vormen van theoretiseren - Verklarende vorm
3 belangrijke vragen over Cornelissen et al (2021) - Vormen van theoretiseren - Verklarende vorm
Waar is de verklarende vorm van theoretiseren op gericht?
- causale relaties
- mechanismen
- onderliggende structuren die specifieke dynamieken en uitkomsten verklaren
- paradigma's en falsificatie toepassen om de waarheid te benaderen
Wat zijn vier belangrijke wortels van de verklarende vorm van theoretiseren?
- Oude Grieken: er wordt niet afgegaan op bovennatuurlijke verklaringen, maar de werkelijkheid en daardoor de waarheid moet bewezen worden op een inductieve of deductieve wijze, waarbij vragen worden gesteld bij de bestaande verklaringen;
- Rationalisme / Empirisme: kennis wordt gehaald uit logica en directe waarneming;
- Positivisme: kennis is alleen betekenisvol als het empirisch getest kan worden. Als het niet geobserveerd kan worden (niet empirisch getest kan worden) dan is het fenomeen onmogelijk;
- Realisme (logisch empirisme): niet-observeerbare zaken worden op een bruikbare wijze gemeten en er worden causale relaties getheoretiseerd
Waarom past kwantitatieve benaderingen beter bij de verklarende vorm van theoretiseren dan kwalitatieve benaderingen?
- De focus op een relatie is tussen tenminste twee variabelen en waarbij mogelijk sprake is van causaliteit;
- Er wordt gericht op het voorspellen van specifieke uitkomsten;
- Er een sterke link is met deductie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden