Organizational justice, ethics and corporate social responsibility
12 belangrijke vragen over Organizational justice, ethics and corporate social responsibility
Welke zijn de vijf criteria voor procedurele rechtvaardigheid en illustreer elk met een voorbeeld. (tekstboek pp. 287)
- of de regels consequent worden toegepast
- accuraatheid / zorgvuldigheid in het gebruik van informatie (eerlijke besluiten moeten gebaseerd worden op informatie welke juist / accuraat is). Een manager die moet bepalen hoeveel 'overtime pay' betaalt zal moeten worden, moet de gewerkte uren correct optellen.
- of er een mogelijkheid is om fouten te corrigeren. (een veroordeelde mag van een rechter vragen de uitspraak te herzien als er procedure fouten gemaakt zijn gedurende het proces).
- of er waarborgen zijn tegen vooroordelen. Bijvoorbeeld bij de loterij zijn alle trekkingen volstrekt willekeurig.
Wat houdt de 'Group value'-verklaring van rechtvaardigheid in? (tekstboek pp. 289)
Wat betekent het 'fair process-effect'? (tekstboek pp. 291)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Op welke wijze kan men de procedurele rechtvaardigheid in organisaties verhogen? (tekstboek pp. 291-292)
- regelmatige bijeenkomsten met medewerkers waarbij de mw om input wordt gevraagd.
- Enquêtes houden onder medewerkers
- "Open door policy" Dus mw moeten weten en ervaren dat ze altijd bij de manager terecht kunnen.
- Ideeën boxen oid gebruiken.
Op welke wijze kan men de interactionele en informationele rechtvaardigheid in organisaties verhogen? (tekstboek pp. 292)
Je kunt managers trainen in procedurele, informationele en interactionele rechtvaardigheid.
Wat kan men afleiden uit figuur 2.6 op pp. 294 met betrekking tot het effect van rechtvaardigheidstraining van supervisoren en distributieve (on)rechtvaardigheid op slaapproblemen van verplegenden? (tekstboek pp. 293-295)
Wat is het onderscheid tussen morele waarden, ethiek, ethisch beslissen en ethisch gedrag? Illustreer dit aan de hand van een voorbeeld. (tekstboek pp. 296)
2) Ethiek: Standaard voor beslissingen en gedrag. de standaards voor gedrag, welke door bedrijven en maatschappij gevormd en gestuurd kunnen worden
3) Ethisch beslissen: het plan dat je hebt om op een ethische wijze te gedragen.
4) Ethisch gedrag: de actie die voorkomt uit de ethische besluitvorming.
Wat is het onderscheid tussen iets dat wettelijk is en iets dat ethisch is? Kan iets onethisch zijn en toch legaal? (tekstboek pp. 298)
Welke fasen onderscheidt Kohlberg in de (cognitieve) morele ontwikkeling en wat is de relatie ervan met (on)ethisch gedrag? (tekstboek pp. 300-301)
Fase 1: preconventional level: "kinder niveau". Mijn handelen is gebaseerd op de consequenties, krijg ik straf of niet?
Fase 2: conventional level: "meeste volwassenen". Mijn handelen is gebaseerd op wat de maatschappij van mij verwacht.
Fase 3: postconventional level: "gevorderde volwassenen". Dit is niet voor iedereen. Nu handel je op basis van een moreel kompas.
Je kunt mensen trainen in moral reasoning. Wordt alleen niet veel toegepast.
Beschrijf de piramide van 'corporate social responsibility'. (tekstboek pp. 308-309)
Van onderste niveau (bottom line) van de piramide, naar het topje:
1. Financiele verantwoordelijkheid (winst maken voor de aandeelhouders).
2. Wettelijke verantwoordelijkheid (je aan de wet houden van de maatschappij).
3. Ethische verantwoordelijkheid (dat doen wat goed is voor iedereen).
4. Filantropische verantwoordelijkheid (bijdragen aan de maatschappij als geheel, de goede doelen die door bedrijven geïnitieerd worden zoals het ronald mcdonald huis).
Omschrijf het begrip 'corporate social responsibility' en beschrijf enkele vormen hiervan. (tekstboek pp. 309-311)
Hoe zijn corporate social responsibilty en winst gerelateerd? (tekstboek pp. 311-313)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden