Nucleofiele substitutie - SN1 en SN2: factoren die de snelheid van de reactie beïnvloeden
5 belangrijke vragen over Nucleofiele substitutie - SN1 en SN2: factoren die de snelheid van de reactie beïnvloeden
Wat beïnvloed de snelheid van SN1-reactie?
- Substraat
- L-groep capaciteit
- Solvent
Waarom heeft de reactiviteit van de nucleofiel geen invloed op de snelheid van de SN1-reactie?
Waarom kan in deze primaire substraten wel een snelle SN1-reactie doorgaan?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke L-groepen hebben de beste L-capaciteit?
- hydroxide of methoxide
- methoxide of acetaat
- cyanide of bromide
- Geen verschil in capaciteit
- aceton is de sterkste L, dus ook de snelste
- Bromide want er zijn meer schillen dus betere L-capaciteit
Welke Nu-groepen hebben de beste nucleofiel?
- hydroxide of methoxide
- methoxide of acetaat
- ethoxide of ethanol
- Geen verschil in stabiliteit, even sterk
- Methoxide is het sterkste Nu, dus snelste Nu
- Ethoxide is het stekste Nu, dus snelste Nu
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden