Interventie menselijk proces - Vragen bij
17 belangrijke vragen over Interventie menselijk proces - Vragen bij
De intergroepsconflicthanteringsinterventie richt zich op disfunctionele intergroepsrelaties. Cummings en Worley stellen dat conflicten tussen groepen goed noch slecht zijn, en dat ze soms zelfs noodzakelijk en productief kunnen zijn voor organisaties. Ze voegen daaraan toe: ‘This applies where there is little interdependence among departments and conflict or competition among them can spur higher levels of productivity’ (p. 248). Denk na over wat voor soort ‘conflict’ of ‘competitie’ Cummings en Worley hier spreken.
Wat is een andere naam voor large-group method interventie?
Stel dat u coach bent en u aanvaardt een opdracht om een manager te begeleiden. Wat is volgens Cummings en Worley dan het coaching process (pp. 217-218).
- de initiële relatie tussen coach en cliënt.
- assessment van de cliënt.
- feedback.
- ontwikkeling van actieplannen.
- implementatie van de actieplannen.
- beoordeling/evaluatie van de resultaten
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Het episodische model van conflicten gaat uit van een cyclisch karakter in conflicten, waarbij het conflict soms latent is en dan weer manifest wordt. Welke vier derde-partij-interventies worden onderscheiden om conflicten te hanteren (p. 228).
De eerste is gericht op de aanzet;
De tweede is erop gericht de vorm en/of gedaante van het conflict te beheersen/ beperken of te kanaliseren;
De derde is erop gericht partijen te wijzen op verschillende manieren waarop men de gevolgen van het conflict om kan gaan;
Het wegnemen van de oorzaken het conflict
Wat zijn de kenmerken/verschillen van de drie interventies (proces, inhoud en structuur interventies) bij groepen.
Inhoudsinterventies: richten zich vooral op de problemen van lack of accountability en lack of structure inzoverre deze betrekking hebben op de intragroepsverhoudingen.
Structuurinterventies: richten zich op de andere gesignaleerde problemen die in figuur 4 genoemd worden en die hier nog niet vermeld zijn, ondermeer effects of the larger organization.
Wat is teambuilding en wat voor functie heeft teambuilding in OO/OV?
Voor verbeteren prestatie/productie;
Versterken interpersoonlijke en probleem oplossende vaardigheden
Teambuilding kan gezien worden als een eigenstandig OO/OV-instrument, maar ook als een middel om andere OO/OV-doelstellingen te verwezenlijken.
Wat opperen Cummings en Worley over de effectiviteit (c.q. validiteit) van teambuildingsinterventies?
Wat voor methodologische problemen ondervindt het onderzoek naar die effectiviteit/validiteit?
1 Het niveau van de afhankelijke variabelen.
2 Meestal zijn de onderzoeksdesigns van een pre- of quasi-experimenteel karakter.
3 Er is weinig longitudinaal onderzoek.
4 De effecten van teambuilding worden vaak niet in afzondering van andere ingrepen in de organisatie getoetst.
Wat zouden de redenen kunnen zijn die de werkzaamheid van microkosmosgroepen kunnen belemmeren? Denk daarbij aan de klassieke contacthypothese van Allport.
- Er moet gelegenheid zijn tot informeel contact
- waarbij de leden van gelijke status zijn.
- De leden moeten in staat zijn om samen te werken aan een gemeenschappelijk, bovengeschikt (superordinate) doel.
- De activiteiten moeten institutioneel ondersteund worden, bijvoorbeeld vanuit de organisatie(s) waarin de groepsleden werkzaam zijn.
Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan dan verliest groepsledencontact zijn conflictreducerende werkzaamheid. Kortom, aan deze voorwaarden zou aandacht besteed moeten worden (en daaraan zou eigenlijk voldaan moeten zijn), bij de vorming van de microkosmosgroepen.
Lees Application 12.1 over Microsoft (p. 221). Hoewel behoorlijk schetsmatig opgeschreven, geeft deze toepassing een goed inzicht in de opzet en doel van een training. Pas de punten 1 tot en met 4, over het proces van training en ontwikkeling (Cummings & Worley, pp. 219-220), toe op deze Microsoft-casus
2 Objectives: midden managers voorbereiden op toekomst, strategisch leren denken en strategische verandering leren
3 Deliver: 2 daagse workshop met peer consulting
4 Evaluate: De training werd geproeftoetst (beta-testing) onder twintig middenmanagers. Commentaar en advies werkt verwerkt en wereldwijd toegepast. Tussentijdse evaluatie, kwantitatief en kwalitatief.
Training en ontwikkeling vormen een ander interventie-instrument in OO/OV-trajecten.
a Wat zijn de essentiële kenmerken en doelen van dit instrumentarium?
b Hoe verloopt het proces van training en ontwikkeling?
b Het proces van training en ontwikkeling volgt in beginsel weer dezelfde stappen, zoals die beschreven zijn in hoofdstuk 2, over planned change (zie verder p. 219 en de volgende opdracht).
Wanneer worden derde-partij-interventies toegepast in de OV/OO?
In tabel 12.2 wordt een matrix geschetst waarop teambuildingsactiviteiten zich kunnen richten. De ene activiteitsas in de matrix richt zich op het(groeps)niveau van de activiteiten (1 = enkele individuen, 2 = de groeps als geheel; en 3 = de groep tegenover de externe organisatieomgeving, d.i. de tussengroepsverhoudingen). De tweede activiteitsas wordt de oriëntatieasgenoemd en specificeert op welke groepsprocessen de teambuilding gericht is: op de eigen diagnose van (potentiële) problemen, of gericht op de eigen ontwikkeling. Welke groepsinterventies (zoals in opdracht 6 behandeld) zou je bij de groepsniveau-as kunnen toepassen?
Structuurinterventies: binnen- en tussengroepsverhoudingen. De structuurinterventie kan worden toegepast op groepsniveau (3).
Procesconsultatie is een OO/OV-instrument dat zich op het interpersoonlijke/intragroepsniveau afspeelt. Wat is het essentiële kenmerk van procesconsultatie volgens Schein (p. 220)?
Wat is een andere benaming voor interdependentietheorie?
Welke drie interventies vallen onder OPAs? Noem en beschrijf ze kort.
(2) intergroup relations interventions (conflicten, coördinatieproblemen tussen afdelingen)
(3) large-group interventions (op hele organisatie, veelheid van problemen)
Cummings en Worley beschrijven een aantal van die processen waarop de procesbegeleider zijn aandacht kan richten. Welke?
Functionele groepsrollen.
Probleemoplossend vermogen en besluitvorming.
Groepsnormen/leiderschap.
Uit welke twee soorten interventies bestaat de intergroup relations intervention-methode. Noem en beschrijf ze kort.
(2)De intergroepsconflicthanteringsinterventie richt zich meer op disfunctionele intergroepsrelaties.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden