Het proces organisatie ontwikkeling - Verandering leiden en managen

9 belangrijke vragen over Het proces organisatie ontwikkeling - Verandering leiden en managen

Cummings en Worley beschrijven de Johnsonville Sausage-casus (pp. 159-160). Onderaan p. 159 staat: ‘After several ill-fated attempts, he achieved the motivation he was looking for by finding the areas where his interestsintersected with the interests of his workforce’. Het gaat hier kennelijk om de waarneming van overeenkomstige belangen (‘common interests’) van de betrokken partijen in dit OV-traject. Probeer vijf van die gemeenschappelijke belangengebieden te benoemen.

gemeenschappelijke belangengebieden:
1. tevreden klanten: klachten werden bij de groep neergelegd waardoor het ook hun probleem werd
2. medewerkers zagen de noodzaak tot veranderen
3. afname van weerstand, in het belang van alle partijen
4. verantwoordelijkheid: Stayer bij begeleiden proces en niet meer aansturen en medewerkers bij de uitvoer
5. delen van invloed

Wat maakt het voor organisatieleden zo moeilijk om de ingeslagen weg van verandering te blijven volhouden?

Aanvankelijk zijn mensen soms erg enthousiast als zij de beslissing hebben genomen om echt iets te gaan doen aan problemen waartegen zij al geruime tijd aanlopen. Echter wanneer zij genoopt worden na te denken over de concrete activiteiten die daarvoor nodig zijn, kan dit enthousiasme al snel bekoelen. Hierbij stuit men immers gemakkelijk op allerlei praktische problemen die gepaard gaan met het uitproberen van nieuwe manieren van werken. Bovendien zullen sommige mensen snel geneigd zijn om bij tegenslag terug te grijpen op de oude en vertrouwde manier van werken, en geen enkele motivatie meer tonen iets nieuws uit te proberen.

Cummings en Worley stellen op basis van Collins en Porras’ suggesties dat voor het ontwerpen van een inspirerende visie twee aspecten van belang zijn:
1  een beschrijving van de kernideologie
2  een weergave van de voorgestelde toekomst.
Geef van elk van deze aspecten aan wat deze inhouden. Op welke dimensies verschillen deze twee van elkaar? Wat is de zin van een inspirerende visie?

De kernideologie bestaat uit: kernwaarden en kerndoelen.
Kernwaarden: basisprincipes/overtuigingen; waar staan we voor.
Kerndoel: bestaansreden van de organisatie.
Verschillen:
Toekomst omvat presatiedoelen en geeft aan hoe de organisatie moet zijn om de doelen te bereiken. Kernideologie is vrij stabiel, voorgestelde toekomst kan variëren door complexiteit, omvang. Kernideologie is een algemene beschrijving en de voorgestelde toekomst is concreter en geeft een richting aan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het onderscheid tussen de termen ‘macht’ en ‘invloed’. Probeer beide termen te definiëren.

Macht is potentiële invloed en stamt af van het Oudduitse woord ‘magam’ (= potentie). Invloed is het daadwerkelijk uitoefenen van macht om bepaalde gewenste doelen te bereiken, of niet-gewenste doelen te vermijden.

Onder het kopje Readiness for change staat dat een van de axioma’s van OO/OV is dat de bereidwilligheid voor verandering afhangt van de gevoelde behoefte aan verandering onder de organisatieleden (p. 157). Dan volgt er een nogal opmerkelijke zin: ‘This involves making people so dissatisfied with the status quo that they are motivated to try new work processes, technologies, or ways of behaving.’ Kortom, kennelijk creëert men de behoefte aan verandering door ontevredenheid te scheppen!
a  Geef uw mening over deze visie. Waarom zou bewust gecreëerde ontevredenheid een beweegreden zijn om te veranderen?

a    Dit is nogal een cynische visie op OO/OV, die door Cummings en Worley niet nader uitgewerkt wordt en niet met argumenten wordt onderbouwd. Het zinnetje ‘making people so dissatisfied’ doet het voorkomen dat een en ander doelbewust van bovenaf geregisseerd wordt. Als dit axioma enige geldigheid bezit, dan zou de inhoud van het boek van Cummings en Worley daarop aangepast moeten zijn. Daar is echter geen sprake van.
Echter, er is nog een andere (positievere) manier om mensen tot verandering aan te zetten (zie daarvoor de uitwerking bij opdracht 2b).

Cummings en Worley stellen dat één manier om weerstand tegen verandering te hanteren actief luisteren is. Het is een vaardigheid die een grote mate van empathie en ondersteuning vergt, waarbij de luisteraar zich openstelt voor de mening van de ander, geen oordeel velt, en probeert het perspectief van de ander in te nemen. Geef vier factoren die aangegeven waarom het geven van empathie en ondersteuning, door actief luisteren, zo geschikt is om weerstanden te verminderen.

Mensen naar wiens mening en gevoelens actief wordt geluisterd, wordt de gelegenheid geboden om (a) hun gevoelens en mogelijke frustraties te ventileren. Hierdoor zullen (b) hun bezorgdheden en frustraties deels aan kracht inboeten, wat resulteert in (c) minder defensief gedrag. Een ander voordeel van actief luisteren is dat het (d) relaties tussen mensen opener maakt. Het geeft mensen het idee dat hun mening en gevoelens de moeite waard zijn om te leren kennen.

Kunt u alternatieven voor deze zienswijze noemen, die voortkomen uit de sociale psychologie? Denk daarbij aan theorieën die aangrijpingspunten bieden voor attitudeverandering en – mogelijk daaropvolgend – gedragsverandering.

Men kan het traject van ‘motivating change’ ook beschouwen als een poging tot attitudeverandering. De theorie van de beredeneerde actie en opvolgers daarvan (the theory of planned behavior) geeft hiervoor aangrijpingspunten (ondermeer Ajzen & Fishbein, 1980). Daarbij gaat het om de intentie tot verandering, die samenhangt met daadwerkelijke gedragsverandering. De intentie hangt weer samen met de attitude, de gedeelde normen over de verandering binnen de organisatie (en delen daarvan), en de waargenomen controle over de gedragsverandering. Hangen deze drie variabelen positief samen met de intentie tot verandering, dan is er een gerede kans dat de beoogde gedragsverandering ook daadwerkelijk plaatsvindt.

Noem drie belangrijke factoren die de geloofwaardigheid en overtuigingskracht van argumenten bepalen, bijvoorbeeld van leidinggevenden (de change agents als boodschappers) die veranderingen willen implementeren en doorvoeren en die hier in beginsel een minderheidsstandpunt naar buiten brengen (aanwijzing: pas hier het begrip ‘persuasion’ toe, zoals dat gebruikt wordt in de sociale psychologie).

Wie wordt er beter van? Alleen de -leidinggevende?
Opgelegd, dogmatisch, werkt averechts.
Inconsitente boodschap werkt tegen.

Met welke vijf activiteiten kan worden bevorderd dat zowel de organisatieleden als de change agents de koers van het veranderingstraject actief blijven volgen?

1. zorg voor nodige middelen
2. ondersteun de change agents, geef hun netwerk, luisterend oor
3. ontwikkel nieuwe skills en competenties
4. stimuleer nieuw gedrag
5. blijf op koers, houdt vast

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo