The nature and organizational change - Complexity theory

Question

3 voorgestelde implicaties van Burnes om complexity theory toe te passen in organisaties:

Answer 1

1. Er is een behoefte om verder te gaan dan 'ingeperkte deelname van werknemers in veranderingen' voor meer democratie en egalisatie van macht.

2. De extremen van incrementele verandering en grootschalige transformatie zijn niet realistisch en werken niet. Tussen de twee extremen ligt een continue benadering gebaseerd op zelf-organisatie om producten en processen te verbeteren

3. om het continue verandering ideaal te voeden, zelf-organisatie heeft de aanwezigheid nodig van 'order-generating rules'.

Answer 2

Een set van ideeen afkomstig van de studie naar natuurlijke systemen, zoals weerpatronen, die uit gaan van wiskundige principes om het gedrag van organisaties te verklaren.

Answer 3

Als we organisaties zien als complexe entiteiten waar dingen niet gebeuren in een lineaire trend en mensen zelf moeten organiseren, dan wil geplande verandering in top-down, richting en hiërarchie niet werken.

Answer 4

Dissipative structures hebben energie nodig van buitenaf, anders blijven ze niet bestaan. Ze kunnen zich stand houden tegen grote krachten of radicale zelforganisatie ondergaan in reactie op kleine gebeurtenissen. De nieuwe structuren zijn onvoorspelbaar maar stevig door de bestanddelen van het systeem.

Answer 5

Managers moeten dan zelf-organiserende processen promoten en leren hoe ze kleine veranderingen moeten gebruiken om grote effecten te creeeren.

Answer 6

Bestaat uit agents die zich allemaal houden aan hun eigen principes die hun gedrag vormgeven in relatie tot andere agents

Answer 7

Gebeurtenissen in een chaotisch systeem zijn niet proportioneel t.o.v. de som van de oorzaken en effecten. Kleine gebeurtenissen kunnen leiden tot grote veranderingen in gedragspatronen. Deze nieuwe structuren en patronen heten dissipative structures.