Samenvatting: Organizing 21St Century | Kingma

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Organizing 21st century | Kingma

  • 1 Drori: Introduction

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Omschrijf de 6 thema's die centraal staan tijdens dit college:

    1 Wat vormt organisaties?

    2 Grenzeloze organisaties

    3 Virtuele organisaties

    4 Managerialism

    5 CSR & Social movements

    6 Risico's en onzekerheid (risk management)

  • Door globalisering verandert er veel voor organisaties, ook neemt de rol van de staat af. Welke drie gevolgen heeft dit volgens Drori?

    1 Het aantal organisaties/uitbreiding van bestaande organisaties neemt drastisch toe

    2 Sociale arena's worden gevuld met organisaties

    3 In toenemende mate dringen formele organisatorische regels en uitgebreide job specificaties bestaande maatschappelijke organisaties binnen.
    > De patronen zijn duidelijk, organisaties en het organiseren breidt uit.

  • Welke 3 kenmerken van globalisering wakkeren de organisatie uitbreidingen aan volgens Drori?

    1 De opkomst van de mondiale wereld als de relevante maatschappelijke horizon (i.p.v. nationale/religieuze grenzen. Globalisering is economisch, politiek en sociaal)

    2 Rationalisatie en standaardisatie processen (rationalisering: voortdurende inspanning om het sociale leven te systematiseren rondom gestandaardiseerde regels en schema's)

    3 Een cultuur van actorhood en empowerment, uitgevoerd door de snel groeiende en geglobaliseerde onderwijsinstellingen (Actoren worden gemobiliseerd om hun belangen na te streven)

  • Wat ontstaat er volgens Drori door de wereldwijde uitbreiding van de formele organisaties? (6)

    1 Betekenis van actorhood/decided orders (groep mensen die invloed wil uitoefenen)

    2 Toenemend aantal organisaties

    3 Er worden steeds meer velden/domeinen georganiseerd

    4 Organisaties worden geformaliseerd

    5 Organisatorisch bereik wordt steeds groter

    6 Vraag is: worden organisaties steeds machtiger en uitbuitende big brothers? (dit is een omnipotent: doembeeld van organisaties die de hele wereld manipuleren)

  • Hoe legt Drori deze groei van organisaties uit? (3)

    1 Globalisatie (toegenomen concurrentie en uitwisseling

    2 Verhoogde effectiviteit en efficientie

    3 Kapitalistische belangen (productiemiddelen in eigendom van particulieren)

    Maar: Organisaties groeien sneller dan de economie, dus culturele/politieke processen zijn ook van belang. De organisatie als dominante, culturele vorming (org. heeft eigen dynamiek)

  • Omschrijf de 4 kenmerken die moderne organisaties volgens Drori hebben?

    1 Uitbreiding van de sociale horizon

    2 Rationalisatie en standaardisatie

    3 Actorhood + empowerment (medewerkers verplicht mee doen in het besluitvormingsproces)

    4 De wereldsamenleving wordt gezien als een centrale locus van onze activiteit

  • Wat is de kritiek van Kingma op Drori?

    Drori ziet deze uitbreiding van organiseren vooral als positief/constructief proces, maar organiseren is ook een tegenstrijdig proces; met allerlei negatieve en onbedoelde gevolgen.

  • 2 Ahrne & Brunsson: Org. theory (Organization outside organizations: the significance of partial organization)

    Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • In de klassieke org.theorie wordt de nadruk gelegd op het verschil tussen organisatie en omgeving. Hoe zien A&B een organisatie?

    Als decided order, waarbij minimaal 1 van de volgende elementen aanwezig is: membership, hierarchie, regels, monitoren en sancties (straffen/belonen).

  • Wat is volgens A&B het verschil tussen een formele organisatie en partiele organisatie (partial)?

    Een formele organisatie heeft toegang tot alle 5 de elementen (membership, hierarchie, regels, monitoren, sancties), echter niet alle organisaties hebben bij alle elementen evenveel belang. Ze gebruiken 1 of enkele elementen en hiermee creeren ze een zogenoemde partiele organisatie. (bijv. Bonuskaart: soort lidmaatschap en monitoren wat er gekocht wordt). Organisaties met minder dan 5 elementen, zijn vaak afhankelijk van andere organisaties.

  • Buiten enkele overeenkomsten, kunnen organisaties enerzijds en netwerken en instituties anderzijds als tegenovergestelde van elkaar beschouwd worden. Waarom is dit zo volgens A&B? (2)

    1 Instituties en netwerken zijn ontstane sociale ordes, ze gebeuren zo maar en zijn nooit besloten

    2 Complete en partiele organisaties zijn juist het resultaat van interventies, waarbij personen besluiten maken over zichzelf en het gedrag.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart