Ahrne & Brunsson: Org. theory (Organization outside organizations: the significance of partial organization)
7 belangrijke vragen over Ahrne & Brunsson: Org. theory (Organization outside organizations: the significance of partial organization)
Zowel complete als partieleorganisaties zijn gebaseerd op besluiten. Welke 5 kritieke implicaties brengt dit volgens A&B met zich mee?
1 Poging om een bepaalde orde te creeren
2 Vergroten van onzekerheid
3 Verklaren de orde/situatie die is ontstaan
4 Creeren van een impressie van de significantie van bepaalde personen
5 Vergroten het belang van menselijke controle
A&B denken dat sommige partiele organisaties het resultaat zijn van de onmogelijkheid om toegang te hebben tot de 5 elementen, ze zijn dus door deze ontoegankelijkheid ontstaan. Sommige partiele organisaties zijn wel bewust opgezet, noem de 7 redenen:
1 Het is niet nodig om andere elementen toe te voegen (vb. niet gebruikmaken van een netwerk, in de hoop dat evengoed de juiste mensen op de hoogte worden gesteld)
2 Organisaties die zonder het gebruik van andere elementen, hun doel al bereikt hebben
3 Door werk te scheiden voegt iedere organisatie 1 elementen, samen ondersteunen ze elkaar
4 Meer elementen: meer kosten
5 Uitbesteden van bijv. monitoren/sancties
6 Hierarchie heeft als nadeel dat de verantwoordelijkheid bij de top ligt
7 Membership/leden kunnen een extra zorg zijn
Een organisatie wordt een institutie zodra ze als vanzelfsprekend wordt beschouwd (kan ook voor partiele org. gelden). Volgens welke 3 redenen kunnen mensen proberen om instituties/netwerken in een meer georganiseerde orde te veranderen? (A&B)
1 Om gedrag en de distinctie/verschil die deze vorm veroorzaakt te veranderen
2 Voor meer transparantie/verantwoordelijheid
3 Om orde/structuur te creeren die makkelijker te begrijpen en te verklaren is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Omschrijf een mogelijke strategie voor verandering in een institutionele orde (A&B)
De institutie te organiseren, daarbij wordt het verzwakt en vervolgens implementeer je een nieuwe organisatie. Je moet organiseren: andere mensen zoeken/regels verzinnen enz. Je verandert dan een emergent order doelbewust in een decided order.
Wat is een institutie? (A&B)
Sociale structuren. Kunnen beperkend zijn, maar geven ook mogelijkheden (bijv. verkeersregels, je moet rechts rijden maar je kunt ook door rood of taal: manier van communiceren).
Omschrijf een netwerk (A&B)
Een netwerk bestaat uit informele, gestructureerde relaties die sociale actoren (org/ind./teams) met elkaar linken. Netwerken zijn er alleen als we even met elkaar samenwerken, bijv. tijdens een ramp.
Noem 3 kenmerken van een organisatie (A&B)
1 Om gedrag/distinctions(onderscheidingen) te veranderen
2 Om structuur/order te creeren die makkelijk te begrijpen of uit te leggen is
3 Een omgeving creeren (tastbaar maken, door grenzen te stellen)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden