Samenvatting: Orientatie Curusus Cultuur Weetenschappen Deel1 | Steffelaar

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Orientatie curusus Cultuur weetenschappen Deel1 | Steffelaar

• 1 De bourgondisch-Habsburgse staat Leereenheid 3

• 1.1 De wording van de eenheidsstaat

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat lag er tussen het Franse koninkrijk en het Heilige Roomse Rijk?

  Daar lagen op het einde van de 14e eeuw een groep landsheerlijkheden van verschillende grootte.
  

• Hoe verhield zich de krachtsverhoudingen tussen vorst en landsheerlijkheden/onderdanen?

  In elke landsheerlijkheid verschilde de krachtsverhouding.
  

• Op welke wijze heeft Karel de 5e de eenmaking van de Nederlanden tot stand gebracht?

  In 1524 erkende Friesland Karel 5 als landsheer. De wereldlijke macht van de prins-bisschop van Utrecht werd in 5128 aan hem overgedragen. Daardoor werd hij landsheer van Utrecht en Overijssel.  Groningen, de Ommelanden en Drenthe volgden in 1536 en Gelre-Zutphen in 1543.
  

• Welke raden en kamers ontstonden in het proces van uniformering van de landsdelen?

  Er ontstonden 13 justitieraden en 4 rekenkamers.
  

• wat was de rol van de vorst in het tot stand komen van de Staten-generaal?

  De hertog stimuleerde de vorming van een lichaam dat de gepriviligieerde standen uit alle gewesten vertegenwoordigde.
  

• Wat was het bestuurlijke antwoord op de verregaande vorm van centralisatie ten aanzien van de vroegere landsheerlijkheden?

  De vroegere landsheerlijkheden werden steeds meer als provincies bestuurd en vormden gaandeweg een middenniveau tussen de centrale regering, de stad en lokaliteit.
  

• Wie werden als hoofd van deze provincies aangesteld?

  Dat waren de gouverneurs of stadhouders. ze werden geacht de meest loyale vertegenwoordigers van de vorst te zijn.
  

• 2 Verdergaande centralisatie

• Geef de volgorde aan waarop Karel de 5e zijn rijk vergrootte?

  Met 15 jaar, werd hij door de Staten-Generaal meerderjarig verklaard. Met 16 werd hij koning in de Spaanse gebieden. Met 19 jaar werd hij Rooms-Koning, dit is de titel van de gekozen keizer van het Roomse Rijk. Tenslotte was er nog de opname van de Nederlanden in het Habsburgse Rijk.
  

• 2.1 De vorst en de landvoogdes

• Wat was de reden van de koning om een landvoogd(es) aan te stellen?

  Door de afwezigheid van de vorst koos hij een landvoogd als instrument om zodoende toch de keizerlijke doelstellingen te verwezenlijken.
  

• Wie waren onder Karel 5 de eerste 2 landvoogdessen?

  Dat waren zijn tante en opvoedster, Margaretha van Oostenrijk, die op 24 jarige leeftijd voor de 2e keer weduwe werd, en zijn zus, Maria van Hongarije, die als 23-jarige weduwe werd.