Groepen : cognities, gevoelens en gedrag

17 belangrijke vragen over Groepen : cognities, gevoelens en gedrag

Wat is een sterotype en hoe kan dit veranderen in discriminatie?

Een karakteristieke beschrijving is een generaliserend beeld, een stereotype. Karakteristieke beschrijvingen of stereotypen beïnvloeden ons gedrag behoorlijk, vooral als ze een negatieve lading hebben. Een dergelijke vooroordeel of negatief geladen stereotype tot uiting laten komen in gedrag is discriminatie: iemand benadelen zuiver omdat hij tot een bepaalde groepering hoort.

Wat betekenen de termen outgroup homogeniteitstendens en ingroup-differentiatietendens?

De outgroup homogeniteitstendens houdt in dat we leden van andere groepen over een kam scheren. We kennen aan alle leden van de outgroup dezelfde stereotypen toe.
De neiging om tussen leden van de eigen groep meer verschillen toe te kennen noemen we de Ingroup differentiatie tendens.

Wat helpt in het tegengaan van stereotypen?

Persoonlijk contact, motivatie en omgevingsinvloeden die een genuanceerde indruk maken bevorderen gaan de rol van stereotypen tegen. Wie gemotiveerd is om meer aandacht te besteden aan de ander als persoon, schuift stereotypen terzijde.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat houdt de wij-zij vertekening in?

Het is de algemene overtuiging dat de eigen groep, superieur is aan iedere andere. Er worden meer positieve eigenschappen toegekend aan de wij-groep dan aan de zij-groep.

Hoe luidt de sociale identiteitstheorie van Tajfel.

We streven naar een positief beeld van onszelf, positieve zelf-achting. We kunnen dat doen via vergelijking door zelf beter te presteren dan anderen, maar ook via de groepen en collectieven tot waartoe we behoren.

Wat kan stereotyperen tegengaan?

Het blijkt dat persoonlijk contact, motivatie en omstandigheden die een genuanceerde indruk bevorderen de rol van stereotypen tegengaan. Persoonlijk contact geeft individuele informatie over een lid van de andere groep. Dat leidt ertoe dat men de ander niet zozeer ziet als lid van een groep maar als een persoon. Hij vervaagt stereotypering.

Wat hebben stereotypen, generaliserende cognities en vooroordelen gemeen?

vooroordelen ze zijn  gebaseerd op gevoelens: positievere gevoelens over eigen groepering:

Eigen nationaliteit is beter Levine en Moreland, 1972 hebben dit aangetoond hoe hebben zij dit gedaan?

wie tot een bepaalde nationaliteit behoort, beschouwt die eigen nationaliteit als ‘beter’ op een ‘goed-slecht’- schaal en een moreel-immoreel schaal.

Wat houdt de wij-zij groep vertekening in?

de algemene overtuiging dat de eigen groep, etnische groep en nationaliteit meer superieur, betrouwbaar, sterk, loyaal, gehoorzaam, deugdzaam en coöperatief is dan de
‘zij‘-groep.

Negatieve uitspraken van ‘zij‘-groep’ worden beter onthouden dan van ‘wij’-groep wat zijn de gevolgen hiervan?

Leden van eigen groep doen( toegeschreven aan de wij-groep):
• iets positiefs: gedrag wordt aan eigen groep zelf toegeschreven.
• iets negatiefs; gedrag wordt aan toevalligheden toegeschreven.
Leden van andere groep doen( toegeschreven aan de zij-groep):
• iets positiefs: gedrag wordt aan toevalligheden toegeschreven.
• iets negatiefs: gedrag wordt aan groep toegeschreven.
• Speelt rol bij attributie (iets ergens aan toeschrijven) en overreding (overtuiging

Wat zegt de sociale identiteitstheorie van Tajfel?

): Stelt dat men het zelfbeeld niet alleen
op de persoonlijke identiteit baseert, maar ook op de sociale identiteit; de groepen waar zij
bij horen.  Sociale categorieën zoals blanken, docenten, mannen, bestaat bij de gratie van het contrast met andere sociale categorieën respectievelijk zwarten, studenten en vrouwen. Of zoals Tajfel zegt: we zijn wat we zijn omdat zij niet zijn wat wij zijn omdat zij van ons verschillen.

Geef twee verklaringen voor discriminatie

• Sociale-identiteitstheorie van Tajfel (1978): We proberen de eigen groep te bevoordelen ten koste van de andere: ‘wij’-groep bevoordeling ofwel ‘zij’-groep discriminatie.
• Reëel groepsconflict van Le Vine en Campbell (1972): Discriminatie van groepen komt voort uit competitie tussengroepen over schaarse goederen (bijvoorbeeld huis). Als de ene de competitie wint dan vormt deze groep zich volgens vooroordelen om zijn geprivilegieerde positie ( hogere status) te rechtvaardigen.

Wat is het verschil tussen de sociale identiteitstheorie en de reeel groepsconflict?

Een verschil met sociale- identiteitstheorie is dat de vorming van vooroordelen negatief geladen stereotypen volgens deze conflicttheorie plaatsvindt als de begunstiging van de ‘wij’-groep al heeft plaatsgevonden, terwijl in de sociale- identiteitstheorie discriminatie niet zozeer duidt op rechtvaardiging achteraf als wel voortkomt uit, langer bestaande vooroordelen.

Wat houdt minimale intergroepopzet in?

indeling is minimaal (Tajfel 1970; Brewer 1979) -> Resultaten
laten zien dat minimale categorisatie leidt tot discriminatie van de ‘zij’-groep.

Wat houdt beleefde conflicten in?

-Later verworven inzichten wekken de indruk dat het niet zozeer het ‘objectieve’ of feitelijke conflict om schaarse middelen is dat leidt tot vooroordelen en discriminatie als wel het beleefde conflict. Sommige blanke Amerikanen zijn niet zozeer bevooroordeeld tegenover zwarten omdat ze bang zijn om persoonlijk veel te verliezen, als wel omdat ze als blanke groep vrezen achter te blijven bij de zwarten.

Wat stelt Eagly over sociale rollen en sekseverschillen?

stelt dat de perceptie van verschillen tussen seksen gebaseerd is op reële biologische, sociale en politieke verschillen, maar dat die verschillen vergroot worden oor de ongelijkheid van de rollen die mannen en vrouwen vervullen. Volgens haar opvatting komen stereotypen over mannen en vrouwen ongeveer zo tot stand:
biologische economische en politieke factoren -> sociale rollen verdeling van arbeid-> rolconsistente bekwaamheden-. sekse stereotypen

Wat kun je doen om stereotypering en discriminatie tegen te gaan?

• Leerpsychologische aanpak: gedrag dat gewenst is kan worden beloond, gedrag dat
onwenselijk is kan worden bestraft. Deze laatste benadering ligt ten grondslag aan anti-discriminatie-wetgeving. Wetten ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen, voor homofielen en heterofielen, voor personen van verschillende etnische afkomst zijn hier voorbeelden van.
• Contacthypothese(cook ’84): wil meer contact tussen leden van verschillende groepen leiden tot eeninkrimping van bevooroordeeld zijn, dan moet er aan een aantal voorwaarden zijn voldaan( deze voorwaarden komen voor een groot deel naar voren uit onderzoek naar wat er mis ging.):

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo