Tekst 4 Montijn Leven op stand
6 belangrijke vragen over Tekst 4 Montijn Leven op stand
Welke religies waren oververtegenwoordigd en welke ondervertegenwoordigd in de Nederlandse bovenlaag?
- Oververtegenwoordigd: Nederlands hervormd, doopsgezinden, lutheranen en remonstranten
- Ondervertegenwoordigd: katholieken, gereformeerden, joden
Hoe kon je iemand uit de hogere kringen herkennen?
2. Kleding: corset, voille, waaier, hoge hoed, hoge hoed, boord, zegelring
3. Accessoires = waaier, parasol, mof, handtas
Waaruit bestond de Nederlandse bovenlaag begin 20e eeuw?
In het Nederland's adelsboek en Nederland's patriciaat kon worden opgezocht welke families hiertoe behoorden. Grenzen waren niet altijd duidelijk. Qua levenswijzen verschilden ze niet zo veel.
Grootste deel Nederlandse adel bestond uit patriciërs geslachten die begin 19e eeuw in de adelstand waren geheven.
Nederlandse adel was nooit zo omvangrijk als in Europese landen.
Bovenlaag vooral protestantse families. Leden pluriforme bovenlaag hadden superioriteitsgevoel. Bestuurlijke en culturele bovenlaag.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Door welke drie groepen voelde de elite zich vooral bedreigd?
2. Gewone (arbeiders) volk. Hoogst onbeschaafd.
3. Parvenu's: nouveau riches - rijke industriëlen - hadden geld om luxe levensstijl van elite te imiteren. Standsverschillen waren zo niet meer gelijk duidelijk. Als reactie probeerde adel en patriciaat zo sober mogelijk te doen. Uitbundigheid had echte elite niet nodig, niet chique
Hoe waren verschillen in stand zichtbaar?
Getrouwde vrouw uit het volk: geen mevrouw maar juffrouw of vrouw
Tutoyeren dienstbodes
Waarom panische angst voor de parvenu? Waarom lag de zaak zo gevoelig?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden