Jeugdcriminaliteit en externaliserende stoornissen

12 belangrijke vragen over Jeugdcriminaliteit en externaliserende stoornissen

Waarom is het plegen van strafbare feiten in de aoldescentiein zeker opzicht normaal?

33,3% pleegt jaarlijks een strafbare feit.
Meerendeel doet dit één keer.

30% doet 2-6 delicten per jaar
5% zes of meer ernstige delicten.

18% winkeldiefstal.      
Online is typisch voor deze periode.

Wat zijn vaak de delicten in adolescentie?

Winkeldiefstal (18%), online pesten, bedreigen, wraakfilmpjes, chantage

Jeugdcriminaliteit zou zich via drie deviante ontwikkelingstrajecten ontwikkelen.

  Hoe ontstaat de criminele problematiek?

  1. Ontwikkeling van gezagontwijkend gedrag.

  2. Openlijk probleemgedrag

  3. Heimelijk probleemgedrag
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Jeugdcriminaliteit ontwikkelt zich via drie wegen:

  1. Ontwikkeling van gezagontwijkend gedrag.

  2. Openlijk probleemgedrag

  3. Heimelijk probleemgedrag


In welke weg breiden adolescenten hun delictrepertoire gemakkelijker uit?

Openlijk traject.

Hoe kan het jeugdcriminaliteitsmodel van Loeber een aanknopingspunt bieden voor diagnostiek, gerechtelijke besluitvorming, behandeling en preventie?

Inschatten van aard, omvang, prognose van verloop, snelheid naar top en naar andere deviante ontwikkelingstrajecten.

Dit kan jeugdrechter helpen om tot een betere besluitvorming te komen.

Naast longitudinaal onderzoek op ontstaan en verloop van crimineel gedrag en externaliserende stoornissen in kaart te brengen, zijn er ook studies die een kortere periode bestrijken.

  Wat stelt Patterson?

Problemen ontstaan als gezinsituatie wordt beheerst door negatieve afdwingpatronen (gewenst gedrag belonen door negatieve stimulering op te schorten (stoppen met zeuren)).

Hier leert het kind niet op een positieve manier met anderen te communiceren. 

Kind is thuis en in directe omgeving niet geliefd.

Naast longitudinaal onderzoek op ontstaan en verloop van crimineel gedrag en externaliserende stoornissen in kaart te brengen, zijn er ook studies die een kortere periode bestrijken.

  Patterson: negatieve afdwingpatronen waardoor er problemen ontstaan. Kind leert niet om op een positieve manier te communiceren.

  De coercion staat centraal. Wat houdt dat in?

Je zin krijgen door gedrag bij de ander af te dwingen.

Naast longitudinaal onderzoek op ontstaan en verloop van crimineel gedrag en externaliserende stoornissen in kaart te brengen, zijn er ook studies die een kortere periode bestrijken.

  Wat stelt Coie et al.?

Kinderen en adolescenten met afdwingpatronen maken zich ook niet geliefd bij leeftijdsgenoten.

Kinderen zonderen zich af (eenling) of komen bij groep deviante kinderen.  

Afgewezen worden en verstoten worden is in verband gebracht met latere jeugdcriminaliteit.

Naast longitudinaal onderzoek op ontstaan en verloop van crimineel gedrag en externaliserende stoornissen in kaart te brengen, zijn er ook studies die een kortere periode bestrijken.

  Wat stelt de studie van Hirschi?

Kind dat deel uitmaakt van deviante kinderen, ervaart geen binding met maatschappij, deelt niet de waarden en normen van de maatschappij.

Hierdoor makkelijker overgaan op (ernstige) criminaliteit.

Wat is assortive mating bij meisjes?

Meisjes die opgroeien in risicogezinnen

Geweld, middelengebruik misbruik, ongustige omgeving, buurt, wijk.

Zij hebben een grotere kans op een verkeerd vriendje.

Programma gezonde school richt zich op het bevorderen van een gezonde levensstijl voor scholieren en studenten.

Wat houdt het programma in en waarom is het belangrijk voor leerlingen?

Werken aan een gezonde leefstijl.

Doel is om lange-termijneffecten te bereiken en bestaat uit 3 fasen:

1: voorbereiden
2: uitvoeren
3: evalueren.

Leerlingen, ouders en leraren volgen deze stappen.

Effectiviteit van het Gezonde School-programma hangt af van de aandacht in de vier pijlers. Wat zijn de vier pijlers?

  1. Educatie: structurele aandacht waardoor leerlingen kennis vergroten, vaardigheden ontwikkelen en positieve houding krijgen tegenover gezonde leefstijl.

  2. Schoolomgeving is gezond (schoolplein, supermarkten) en aandacht voor sociale omgeving (ouders/verzorgers en leraren).

  3. Signaleren: herkennen van gezondheids- of leefstijlproblemen onder leerlingen in vroegstadium. Weten hoe ze hier mee om moeten gaan (doorverwijzen naar hulpverlening).

  4. Beleid: maatregelen vastleggen in schoolbeleid.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo