Samenvatting: Overal Natuurkunde

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Overal natuurkunde

• 4 Kracht en Beweging

• 4.1.2 Resulterende kracht

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• 6. Krachten die in dezelfde richting wijzen - moet  je die aftrekken optellen?

  Optellen: die helpen elkaar.

• 8. Wat is resulterende kracht bij tennisbal? 

  F res = Fz - F lucht
  F lucht is veel kleiner
  F res is nagenoeg aan de zwaartekracht.

• 9. ALs twee krachten elkaar opheffen is de resulterend kracht ....

  Gelijk aan nul
  voorwerp is in rust of beweegt met constante snelheid.

• 4.1.3 Resulterende kracht en beweging

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• 10. De bal boven de grond loslaat. How is met de snelheid?

  Eerst - geen snelheid.
  Dan - bal versneld.
  Op de bal werkt resulterende kracht - daarom bal versneld.

• 11. Alle voorwerpen waarop een resulterend kracht werkt  .....hoe is met de snelheid

  Versnelen.
  Hun snelheid verandert.

• 4.1.4 Anders

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• 18. Een parachutist springt uit een vliegtuig. Resulterende kracht....

  in eerste instantie neemt de snelheid in eerste instantie toe
  de resulterende kracht is dus niet gelijk aan nul.  
  
  Vanaf een zeker moment neemt de snelheid door de steeds groter wordende luchtweerstand niet verder toe. Vanaf dat moment is de resulterende kracht wel nul

• 19. Een regendruppel valt met constante snelheid naar beneden. Resulterende kracht is

  Null (constante snelheid)

• 20. Een boek ligt op tafel. Resulterende kracht is......

  Null. Fz = F tafel

• 21. Een auto botst. Resulterende kracht.....

  Bij een botsing verandert de snelheid van de auto zeer snel. De resulterende kracht is dus niet gelijk aan nul.

• 22. Jij rijdt met constante snelheid. Wat weet je van de weerstandskracht of dit moment?

  De snelheid van Patricia is constant,
  dus de resulterende kracht moet nul zijn.
  
  Dat betekent dat de weerstandskracht op je even groot moet zijn als de kracht die zij zelf uitoefent, maar wel tegengesteld gericht.