De gsm-camera - de kerncentrale - OPDRACHTEN

9 belangrijke vragen over De gsm-camera - de kerncentrale - OPDRACHTEN

66:Geef de betekenis van volgende afkortingen .
a:  b
b:  f
c:  F
d:  O
e:  v

A; beeldafstand
b: brandpuntsafstand
c: brandpunt
d: midden van de lens
v voorwerpafstand

67:a: Schrijf de lenzenformule op.
b:Noteer de betekenis en de standaardeenheid van ieder symbool.
c: Mag je bij het gebruik van de lenzenformule ook andere eenheden
gebruiken? Zo ja welke?

A:       1          1         1
         ____   ____   ___
          b        v        f

b:  b: is beeldafstand
    v : is  voorwerpsafstand 
      f: is brandpuntsafstand

c: ja .mag iedere lengtemaat gebruiken ,zolang je voor   b.v.f   dezelfde eenheid hanteert.

68:Reken uit door de breuken gelijknamige maken


a:Laat zien dat   
   _1_  +_1__=_ 5__  |  _2__+ _3__= _5___
    3(2)   2(3)     6        6          6       6


b:Reken uit  __1_ +_1__    | _9__+_2___ =__11__
                         4(9)  18(2) - 36      - 36    -      36


c:    _1__  -__1_          | _4__- __3__=_1__
    -    6 (4)   8(3)      -    24        24     24


d:  __1_ -__1__ | _3___-__2__=_1___
-      2(3)  3(2) 6        6          6


e: __2_+__3__    |_22___+_51___=_73__   =0,39
  -  17(11) 11(17)  -   187      187        187
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

69 a: Als je een voorwerp op 35 cm afstand van een lens zet, dan ontstaat een scherp beeld op 20 cm afstand.
a: Bereken de brandpuntsafstand van de lens .

Gegeven: Neem b n v in cm , dan krijg je f ook in cm .
b=20 cm
v=35  cm
Gevraagd : f=    ?
formule _1__+__1___=__1__
                  b        v          f
Berekening:  _1___+_1___=__1__   | __7__+__4_=__11__  | _11__=0,079 oof
                      | 20(7)    35(4)    f            140    140     140        140
f=_140_=12,72(13 afronden)
       11

oof   f= _1____=12,73   (13 afronden )
               0,079
de antwoord kan op twee manieren vinden en de de brandpunt afstaan is f=13 cm afgrond

70:
a: Leg uit waarom het maken van een nauwkeurige constructietekening bij een projector bijna onmogelijk is.
b:Leg uit hoe dat zit bij een fotocamera.

A: de verschillen tussen b en v heel groot .v is hooguit een paar centimeter ,terwijl  b een aantal meter is.



b:Bij een foto camera is v veel  groter dan b .
De beeldafstand  is hooguit een paar centimeter, terwijl de voorwerpsafstand gerust meer dan een kilometer kan zijn . 








73: Een voorwerp van 2,0 cm hoogte staat 5,0 cm voor een bolle lens met een sterkte van 40 dpt. De diameter van de lens is 4,0 cm.
a:Maak een tekening van de situatie en teken nauwkeurig het beeld
b:Bepaal de vergroting . Tip reken eerst de beeldafstand uit.

A: zie je figuur 2.18
S=40 dpt
f=__1_     f=__1__=0,025 cm
       S             40

b:Opmeten in de tekening of uitrekenen met de lens zenformule.
b=5,0 cm
N=__b_         N=__5,0___=1,0     
         v                     5,0   

76:Een fotograaf gebruikt een lens met f=10 cm.
Hij fotografeert een insect van dichtbij.
Hij wil dat het insect op de beeldchip net zo groot is als in werkelijkheid.
a: Welke afstand tussen lens en beeldchip moet hij instellen ?
b:Hoe ver zit het insect voor de lens ?

A:Gegeven : N=1,0 ,dus
b=v
f=10,0 cm

Gevraagd :b=?   Formule __b__+___1_=___1_=_1_
                                                 v          b          v        f
Berekening : _1__+__1__=__1_ en b=v   
                           b        b        10                           
      __2___+_1___
         b           10
__b__=__10_   10*2=20 de beeld afstand is 20 cm
    2           1
b:  ook 20 cm

77: een lichtpunt  L bevindt zich op 4,5 cm voor een lens, 1,5 cm onder de hoofdas.
Het beeld van dat punt B komt op 7,0 cm van de lens ergens boven de hoofdas.
a: Maak een tekening op ware grootte.
b : Bepaal de precieze plaats van het beeldpunt.
c:Teken het verloop van de bundel uit L die op de lens valt.
d: bereken zo nauwkeurig mogelijk de sterkte van de lens.

K


kijk naar de figuur 2.2o
d: Gegeven : b=70   cm  en
                         v=4,6 cm
Gevraagd  : S=?
_1__+___1__+__1__ S=_1___ met f in meter      
b           v          f            f

__1__ +__1__=___1__    __9__+_14___=_23___  _23=0,365   f=__1___= 2,7 afg
7,0(9) 4,5(14)    f         63        63          63        63                       0,365

f=2,7 cm  in meter 0,027  m


S=___1___=37 dpt     De sterkte is 37 dpt
        0,027

78: In een bioscoopzaal is de afstand tussen het beeld en het voorwerp precies 15,75 m.
De film is 35 mm breed het beeld op het scherm is 7,00 m breed.
a: Laat met een berekening zien dat de beeldafstand 200 keer zo groot is als de voorwerpsafstand.
b: Met de uitkomst van vraag a en de gegeven afstand van 15,75 kun je de beeldafstand uitrekenen.
Reken de beeldafstand uit.


v=7000cm    7,00m

A:de verhouding  tussen b en v is de vergroting .

N=_7000__= 200
          35
b:Gegeven: N=200
b+v = 15,75 m
Gevraagd: b=? En v =?
Formule :N =_b___
                          v
Berekening:_b__=200(1)    b+v=15,75 m(2)
                         v
uit (1) blijkt b =200x v
Dit invullen in (2) geeft 200 x v +v =15,75
201 xv= 15,75
v=0,0784:  m=78,4 mm
b=200x v=200x 0,0784=15,7 m
Antwoord :De voorwerpsafstand is 78,4 mm en de beeldafstand is 15,7m.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo