De gsm-camera - Vergroten en verkleinen - OPDRACHTEN
11 belangrijke vragen over De gsm-camera - Vergroten en verkleinen - OPDRACHTEN
79a: Noteer de lenzenformule.
beschrijf de formule voor de vergroting op.
f b v
Vergroting formule N=__b__
v
N=_A*B*_
AB
80a :wat gebeurd er bij je gsm-camera met beeldafstand als de voorwerpsafstand kleiner wordt?
b:waarom geldt dit verband niet altijd bij een compact camera?
b:De compact camera met zoomlens heeft geen vaste brandpuntsafstand
81 a: je speelt een spelletje op je smartphone . Je oog zorgt ervoor dat je alles goed zien .
leid uit de lenzenformule af wat er gebeurd met de brandpuntsafstand van je ooglens als je ineens naar een voorwerp in de verte kijkt.
werk je antwoord stap voor stap uit.
b: Leid af wat er dan gebeurd met de vergroting. Werk je antwoord stap voor stap uit .
De beeldafstand b verandert niet (2).
De brandpuntsafstand wordt groter (3).
De ooglens wordt minder sterk. Je deelt door een groter getal.
De uitkomst is dan kleiner .
N wordt veel kleiner (4).
Zie de tabel onder aan de pagina
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
82:Bekijk de afbeelding uit figuur 2.48. Zet de afbeelding op volgende van oplopende lenssterkte .
Of een aanpak via een berekening. Zie daar voor de volgende tabel.
__________________________________
|situatie| b___v____1___ _1____ _1__=_1__+_1_
b v f b v
A: 2,0 | 2,0 | 0,5 |0,5 | 1,0
B: 2,0 | 2,0 | 0.5 | 1,0 | 1,5
C: 1,0 | 3,0 | 1,0 | 0,3 | 1,3
D: 5,0 | 2,0 | 0,2 | 0,5 | 0,7
__________________________________________
De oplopende lenssterkte : d, a, c, b
83 a:Wat weet je over de brandpuntsafstand bij een holle lens ?
b: Leid uit de lenzenformule af waar bij een holle lens het beeld ontstaat.
b: Zie het volgende overzicht.
__1____________________1_____________1_
f |= | b |+ | v
________________________________________
negatief _1__ | | Positief
b
b is dan ook negatief . Het beeld ontstaat aan dezelfde kant waar het voorwerp staat.
84: In paragraaf2.4 heb je drie bijzondere situatie bekeken : v=f; v>2f en f ,v ,2f.
Leid uit de lenzen formule af wat er aan de hand is bij v<f.
v f
__1__+__1__=__1__
b f v
_1_ is dan een negatief getal.
b
b: Is dan ook negatief .Het beeld ontstaat aan dezelfde kant waar het voorwerp staat.
__1___ = __1_ + ___1_ N=__b__
f b v v
(3) (2) (1) (4)
_1__wordt dus kleiner |b is constant | V veel groter |N is veel kleiner
f |dus__1_ is constant |_1__veel kleiner
f :is dus groter b v
86a:Leid uit de lenzenformule af wat er met de beeldafstand gebeurd als het voorwerp oneindig ver weg staat.
b:Leid ook af wat er dan met de vergroting gebeurd .
__
__1">
__1__ = __1___ + ___1___
f b v
constant v=oneindig
__
__1">
__1__=0
v
__1">
__1__ = __1__
f b + 0
__
__1">
__1__=_1__
f b
f=b Het beeld ontstaat in het brandpunt
b: N:__b__ De vergroting nadert naar 0.
v
87a: leid uit de lenzenformule af wat er met de beeldafstand gebeurd als je het voorwerp steeds dichter naar het brandpunt verplaats.
b:Leid ook af wat er dan met de vergroting gebeurd .
_1__+__1__-__1__
b f v
__1__=0 b is dan oneindig groot.
b
b: N= _b__ De vergroting is dan ook oneindig groot.
v
88a:Laat zien dat bij maximaal vergroting geld dat v=f.
b:Leid af wat er aan de hand is met b en f bij maximale verkleining.
Dat kan als b is oneindig groot, of v nadert naar 0.
Aangezien v gelijk moet zijn aan f moet dus gelden dat b oneindig groot is.
Uit de linzenformule blijkt dan:
_1__ = _1__ + __1__
f b v
b is oneindig
dan __1__=0
_1___ b + __1___
f 0 v
_1_=__1__
f b
f=b
89: Joop is fotograaf .Hij plant een fotoshoot bij het 93,0 m hoge vrijheidsbeeld. Hij wil foto's nemen vanaf een afstand van 12,5 m . Laat met een berekening zien of het beeld helemaal op de foto past.
De beeldchip van de camera is 35 mm groot.
Joop gebruikt een groothoeklens met een brandpuntsafstand van 32 mm.
gevraagd: AB=?
formule: __1__=___1___+__1____ en N=_b__
f b v v
berekening __1__=___1_+__1__ dus b =0,0321 m
0,032 b 12,5
N=0,0321_=0,00257
12,5
De grootte van het beeld is dan:
AB= NxAB= 0,00257x93,0=0,239m =239mm
Antwoord: Dit past niet op de 35 mm film
90: Bij practicum maakt Bjorn een afbeelding van een kaarsvlam met vergroting N=23.7 .
De afstand van de lens tot de muur is 29,5 cm.
Bereken de sterkte van gebruikte lens.
gevraagd: S=?
Formule : N=_b_en S=_1_
v f
Berekening : v=_b__ v=__0,295_=0,0124 m
N 23,7
__1__=__1___+__1__ _1_=__1___+__1___
f b v f 0,295 0,0124
S=__1__=83,7 dpt.
f
Antwoord: De sterkte is 83,7 dpt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden