Onrechtmatigheid bij overheidsaansprakelijkheid

12 belangrijke vragen over Onrechtmatigheid bij overheidsaansprakelijkheid

Wat geldt bij beschikkingen over de strijdigheid met het recht?

Dat de strijdigheid met het recht steeds door de bevoegde bestuursrechter en dus niet door de burgerlijke rechter moet worden beoordeeld. De (burgerlijke, maar soms ook bestuur-) rechter die beoordeelt of de overheid aansprakelijk is uit onrechtmatige daad, gaat zonder meer uit van die onrechtmatigheid als de bestuursrechter een beschikking heeft vernietigd. Ook hier geldt geen gekwalificeerde onrechtmatigheid, ook hier wordt in beginsel geen inhoud gegeven aan het toerekeningsvereiste dat in het 'normale' aansprakelijkheidsrecht wel pleegt te worden gesteld.

Welke twee argumenten noemde Scheltema voor de met Hoffman La Roche-arrest vastgelegde pseudorisicoaansprakelijkheid voor vernietigde beschikkingen?

  • Voor de overheid geldt dat zij de wet moet kennen en
  • de door onrechtmatig overheidsoptreden veroorzaakte schade kan beter door de overheid worden gedragen dan door degene die daardoor wordt getroffen.

Bij ons is hier een pseudorisicoaansprakelijkheid aan de orde. Waar het gewone aansprakelijkheidsrecht niet uitgaat van een dergelijke risicoaansprakelijkheid zou je kunnen zeggen dat de overheid die de wet overtreedt eerder aansprakelijk is dan de particulier, al kent het privaatrecht op nogal wat terreinen ook het fenomeen van de risicoaansprakelijkheid. Die risicoaansprakelijkheid voor de overheid wordt echter gemitigeerd door het leerstuk van de formele rechtskracht van overheidsbesluiten. Leg uit.

Het leerstuk van de formele rechtskracht laat zich enigszins vergelijken met wat geldt in het gewone privaatrecht; de mitigering van de aansprakelijkheid wegens eigen schuld, art. 6:101 BW. Degene die verzuimd heeft een overheidsbesluit bij de bestuursrechter aan te vechten, verliest zijn aanspraak op schadevergoeding wegens een in strijd met het recht genomen besluit geheel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Betekent de constatering dat de overheid die in strijd handelt met de wet, ook onrechtmatig handelt, dat het leerstuk van de marginale toetsing in ons aansprakelijkheidsrecht geen rol zou spelen?

Nee. Bij heel veel door de overheid uit te oefenen bevoegdheden en taken laten de toepasselijke bepalingen immers ruimte aan de overheid. De wijze waarop van die ruimte gebruik wordt gemaakt pleegt door de rechter afstandelijk of marginaal te worden beoordeeld. Het is immers aan het bestuursorgaan aan wie de bevoegdheid of taak is toebedeeld om te beoordelen op welke wijze het van die bevoegdheid of taak gebruik maakt.

Het beeld dat de (bestuurs)rechter in geval van een bestuursbevoegdheid of taak met beleids- of beoordelingsruimte steeds slechts marginaal toetst, is daarbij ook te grof. Leg uit.

De beslissingsruimte wordt immers beperkt door (als die er zijn) beleidsregels en de beginselen van behoorlijk bestuur. Als het bestuursorgaan beleidsregels heeft opgesteld moet het zich daaraan houden (zie art. 4:81/4:84 Awb). Ook de geschreven en ongeschreven beginselen van behoorlijk bestuur beperken hier de beslissingsruimte. Zij stellen eisen aan de wijze waarop het bestuur zijn bevoegdheid of taak wel moet uitoefenen, materiële eisen in de zin dat gerechtvaardigde verwachtingen moeten worden gerespecteerd en gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld en daarnaast vooral procedurele eisen van zorgvuldige voorbereiding en toereikende motivering.

Waar heeft de rechter bij de toetsing aan de beginselen steeds voor te waken?

De rechter heeft bij de toetsing aan de beginselen wel steeds te waken voor een opstelling waarbij hij zijn eigen oordeel over een inhoudelijk juiste taakvervulling in de plaats stelt van die van het bestuur.

Naarmate een overheidsbevoegdheid het betreffende bestuursorgaan vrijheid laat doordat zij niet of nauwelijks nader juridisch is genormeerd, ...

is de aansprakelijkheid van de overheid geringer.

Toezicht door toezichthouders: die zijn als zij vergunningen afgeven die worden vernietigd, net als andere overheden in beginsel op dezelfde wijze aansprakelijkheid voor die verkeerde beslissing, maar..

Als toezichthouder omdat dat een betrekking ongenormeerde bevoegdheid betreft niet snel aansprakelijk.

Wat zegt het Vie d'Or arrest?

Dat het bij de norm van behoorlijk en zorgvuldig handelende toezichthouder aankomt op een beoordeling op grond van de omstandigheden van het geval, maar de gezichtspunten die de rechter daarbij in het oog moet houden betreffen de eigen verantwoordelijkheid van de onderneming, de aanzienlijke beleids- en beoordelingsvrijheid van de toezichthouder en dat het er niet om gaat of een andere beslissing beter was geweest. Daar tegenover staat dat de belangen van gedupeerden in het oog moeten worden gehouden.

Wat heeft Van Dam uiteengezet over de toezichthouder en het aansprakelijkheidsregime?

Dat voor de toezichthouder naar Nederlands rechter wel een gewoon aansprakelijkheidsregime geldt, maar dat het in wezen toch niet verschilt van dat in omringende landen waar een verzwaard aansprakelijkheidsregime geldt, bijvoorbeeld de zware foutnorm in België of de grove schuldnorm in Frankrijk (faute lourde). Dat vloeit voort uit het feit dat het toezicht wettelijk betrekking ongenormeerd is. Dan is er voor de rechter inderdaad niet snel aanleiding om onrechtmatigheid aan te nemen, thans nog afgezien van het relativiteitsvereiste.

Rechtvaardigt het feit dat we bij overheidsaansprakelijkheid met concepten werken als marginale of terughoudende toetsing meestal de conclusie dat de overheid voor wat betreft het onrechtmatigheidsvereiste coulanter wordt behandeld dan private partijen?

Nee, meestal niet. Die concepten zijn in Nederland uitsluitend aan de orde, wanneer de wet geen juridische normering van de desbetreffende bevoegdheid geeft. In het algemeen kan niet worden gezegd dat private partijen, wanneer zij over privaatrechtelijke bevoegdheden beschikken, daarbij minder vrijheid zouden hebben en dus eerder aansprakelijk worden gehouden. Het tegendeel is eerder het geval, omdat de overheid bij de uitoefening van wat dan niet een gebonden, maar een vrije bevoegdheid, nu eenmaal nooit echt vrij is, maar zich altijd gebonden weet door de beperkingen die eigen zijn aan de betreffende overheidsbevoegdheid en de beginselen van behoorlijk bestuur.

Als een overheidsbevoegdheid door de wet duidelijk wordt genormeerd, wanneer geldt dan naar Nederlands recht dat de onrechtmatigheid gegeven is?

Als de rechter vaststelt dat daarmee in strijd is gehandeld.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo