Normen voor overheidsfinancien

29 belangrijke vragen over Normen voor overheidsfinancien

Met een norm voor het begrotingssaldo (% bbp) en voor de collectievelastendruk (% bbp) ligt (afgezien van ontvangstencomponenten die niet onder de collectievelastendruk vallen) ook de hoogte van de collectieve-uitgavenquote vast (% bbp) (a/b)

De bewering is juist. Immers: tekort = uitgaven – ontvangsten. Deze relatie kan worden uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product. Als twee van de drie grootheden vastliggen is daarmee ook de derde grootheid bepaald.

Wat houdt de klassieke norm in

- volgens de meest strikte norm mag de overheid niet lenen: de totale begroting moet in evenwicht zijn. let op: deze norm geldt voor de begroting van de EU.
- een soepeler klassieke norm is dat de lopende uitgave gedekt moeten zijn door lopende inkomsten

De gulden-financieringsregel luidt dat de totale dienst van de begroting moet sluiten (a/b)

De bewering is onjuist: de gulden-financieringsregel bepaalt dat de gewone dienst van de begroting moet sluiten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het SGP (stabiliteits- en groeipact) en hoe hoog mag het begrotingstekort zijn?

Hierin commiteren lidstaten van de EU dat zij overheidstekorten proberen te voorkomen. mag max. 3 pct zijn.

Wat wordt bedoeld met de gulden financieringregel?

de overheid mag wél geld leen voor investeringen die gedurende een aantal jaren nut hebben. 

Bij toepassing van de gulden-financieringsregel kan het saldo op de staatsbalans in beginsel niet (verder) verslechteren (a/b)

De bewering is juist: tegenover de groei van de staatsschuld moet bij toepassing van de gulden-financieringsregel een ten minste even sterke toename van de (kapitaal)bezittingen van de rijksoverheid staan. Het saldo op de staatsbalans kan dus niet verslechteren. Het saldo kan wel verbeteren, namelijk in het geval een deel van de kapitaaluitgaven wordt gefinancierd uit een overschot op de gewone dienst (dus als de lopende ontvangsten de lopende uitgaven te boven gaan). Dit is vergelijkbaar met een gezin dat uit de lopende stroom inkomsten een duurzame aankoop doet en daardoor zijn vermogenspositie ziet verbeteren.

Wat wordt bedoeld met Keynesiaans geïnspireerde normen


als de conjunctuur tegenzit, dan zou de overheid haar uitgaven moeten verhogen of de belastingen verlagen, net zolang totdat de economie weer op het structurele groeipad terecht komt 

Het uitgavenkader bestrijkt alle rijksuitgaven (a/b)

De bewering is onjuist. Sommige rijksuitgaven, zoals de zorgtoeslag, vallen buiten het uitgavenkader.

Wat is de correctieve arm en de preventieve arm?

als een lidstaat meer dan 3% begrotingstekort heeft, komen er extra toezicht van EU commissie en Europese Raad. Als begroting binnen grens is, verhuist lidstaat naar preventieve arm toezicht.

Wat wordt bedoeld met de norm voor het feitelijke begrotingssaldo

in de jaren tachtig liepen de overheidsfinanciën in ons land volledig uit de rails. daarom werd het begrotingsbeleid gericht op het terugdringen van het feitelijk tekort van het Rijk. 

Het macro collectievelastenpeil kan stijgen, terwijl belastingtarieven (microlasten) omlaag gaan (a/b)

De bewering is juist. Zo kan het effect van een bescheiden verlaging van het btw-tarief (microlastenverlichting) meer dan teniet worden gedaan door veranderingen in het consumptiepatroon, waarbij gezinnen steeds minder goederen kopen die vallen onder het verlaagde btw-tarief. Per saldo kan de macro-opbrengst van de omzetbelasting in dit geval toenemen, ondanks de bescheiden tariefverlaging.

Wat is het structureel EMU saldo?

per lidstaat is er een maximum tekort op EMU saldo (voor NL 0,5% bbp). Dit is een buffer om conjunctuur schommelingen te kunnen verwerken.

Norm voor het structurele begrotingssaldo

dit is het feitelijke saldo, gecorrigeerd voor de inlvoed van de stand van de conjuctuur

Wat is het voornaamste doel van normen voor het begrotingssaldo?

Normen voor het begrotingssaldo zijn doorgaans bedoeld om de vlucht in tekortfinanciering te blokkeren.

Wat is de wet houdbare overheidsfinancien?

een wet uit 2013 waarin de europese afspraken op gebied van feitelijk EMU-saldo, structureel EMU-saldo en EMU-schuld in nederlandse wetgeving is verankerd.

Wat is procyclisch begrotingsbeleid?

gebruik maken van de positieve conjunctuur door meer te uitgaven te doen of belastingverlaging als overheid versterkt de positieve groei en vice versa

Waarom was het begrotingsbeleid in de jaren tachtig van de vorige eeuw gericht op het terugdringen van het feitelijke tekort van het Rijk?

In de jaren tachtig was het begrotingsbeleid gericht op het terugdringen van het feitelijke tekort, omdat de rijksfinanciën onbeheersbaar dreigden te worden. Anders gezegd: er was geen budgettaire ruimte om het tekort bij een conjuncturele terugslag tijdelijk te laten oplopen.


Het begrotingsbeleid van de Nederlandse overheid staat tegenwoordig in het teken van diverse normen.
a Bespreek de relatie tussen de 3%-norm voor het feitelijke EMU-tekort van de overheid en de norm voor het EMU-saldo uit het Stabiliteits en Groeipact.

Het Stabiliteits en Groeipact verplicht de landen die deel uitmaken van de eurozone te streven naar een overheidsbegroting die structureel (vrijwel) in evenwicht is of een overschot toont. Bij een tegenzittende conjunctuur mag tijdelijk een feitelijk EMU-tekort bestaan, maar ten hoogste van 3% bbp. In een tijd van hoogconjunctuur moeten politici aanvaarden dat het feitelijke overschot oploopt tot 2 à 3% bbp, en dit niet ‘verjubelen’ via extra uitgavenverhogingen of belastingverlagingen.

Welke norm voor het begrotingssaldo hanteert het kabinet-Rutte?

Het kabinet-Rutte mikt blijkens het regeerakkoord op een begroting die in 2015 structureel nagenoeg in evenwicht is.

Welke uitgavenkaders worden nu door regering gebruikt?

  • financiele kaders uitgaven gelden voor hele kabinetsperiode
  • afspraken kabinet staan in startnota
  • afspraken voor maximale toegestane stijging op drie budget-disciplines

Noem de drie budget disciplines:

  • rijksbegroting zonder zorg en sociale zekerheid
  • sector sociale zekerheid en arbeidsmarkt (SZA)
  • budgetair kader zorg (BKZ)

Wat is de rol van de ‘signaalmarge’?

Het regeerakkoord voorziet in een geleidelijk dalend feitelijk EMU-tekort. Wanneer het feitelijke EMU-tekort in een bepaald jaar meer dan 1%-punt hoger uitkomt dan is voorzien bij het opstellen van het regeerakkoord, dient het kabinet aanvullende tekortverbeterende maatregelen te treffen: bezuinigingen of lastenverzwaringen. Die 1%-punt staat bekend als de ‘signaalmarge’).

Wat zijn netto reeele uitgaven en hoe worden deze in de uitgaven norm gebruikt?

  • netto reeele uitgaven zijn de uitgaven voor de drie disciplines minus de nit-belastingontvangsten (eigen bijdragen burgers)

Omschrijf het begrip ‘collectieve lasten’.

Tot de collectieve lasten worden gerekend: de belastingen, premies voor de wettelijke sociale verzekeringen en enkele niet-belastingontvangsten (eigen bijdragen voor voorzieningen waarvan het gebruik verplicht is).

Wat valt wel en niet onder kader rijksbegroting in enge zin?

  • rentelasten op de staatsschuld: NEE
  • Zorgtoeslagen: NEE
  • Kosten en opbrengsten interventies financiele sector: NEE

Wat omvat het kader Sociale zekerheid en arbeidsmarkt?

  • sociale uitgaven uit de rijksbegrotin
  • premiegefinancierde uitgaven voor sociale uitkeringen

Wat is het verschil tussen de collectievelastendruk en de microlastendruk?

De collectievelastendruk geeft de opbrengst van de collectieve lasten als aandeel van het bbp, de microlastendruk geeft veranderingen in de opbrengst van collectieve heffingen weer die het gevolg zijn van tariefwijzigingen en aanpassingen van de heffingsgrondslag (waarop de tarieven worden toegepast), plus de endogene stijging van de premie voor de Zorgverzekeringswet door stijgende zorguitgaven.


Sinds 1994 kent Nederland een ‘trendmatig’ begrotingsbeleid, dat bij daaropvolgende formaties nader vorm heeft gekregen.
a Noem de drie pijlers onder het trendmatige begrotingsbeleid.
b Wat zijn de drie uitgavenkaders en wat is hun betekenis?


a Drie pijlers onder het trendmatige begrotingsbeleid zijn: (1) een norm voor het nagestreefde structurele EMU-saldo, (2) het uitgavenkader, en (3) het inkomstenkader.
b De drie uitgavenkaders hebben betrekking op (1) de rijksbegroting in enge zin, (2) Sociale zekerheid en Arbeidsmarkt, en (3) de zorguitgaven (Budgettair Kader Zorg).

Licht toe hoe bij de jaarlijkse aanpassing van de uitgavenplafonds voor de drie budgetdisciplinesectoren ruilvoetwinsten en verliezen kunnen ontstaan.

Een ruilvoetverlies ontstaat wanneer door de overheid betaalde lonen en prijzen sterker stijgen dan de prijs van de nationale bestedingen, in beide gevallen ten opzichte van wat over die prijsontwikkeling is verondersteld bij het opstellen van het regeerakkoord. Blijft de stijging van door de overheid betaalde prijzen in verhouding achter, dan is sprake van ruilvoetwinst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo