Normen voor overheidsfinancien
29 belangrijke vragen over Normen voor overheidsfinancien
Met een norm voor het begrotingssaldo (% bbp) en voor de collectievelastendruk (% bbp) ligt (afgezien van ontvangstencomponenten die niet onder de collectievelastendruk vallen) ook de hoogte van de collectieve-uitgavenquote vast (% bbp) (a/b)
Wat houdt de klassieke norm in
De gulden-financieringsregel luidt dat de totale dienst van de begroting moet sluiten (a/b)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het SGP (stabiliteits- en groeipact) en hoe hoog mag het begrotingstekort zijn?
Wat wordt bedoeld met de gulden financieringregel?
Bij toepassing van de gulden-financieringsregel kan het saldo op de staatsbalans in beginsel niet (verder) verslechteren (a/b)
Wat wordt bedoeld met Keynesiaans geïnspireerde normen
Het uitgavenkader bestrijkt alle rijksuitgaven (a/b)
Wat is de correctieve arm en de preventieve arm?
Wat wordt bedoeld met de norm voor het feitelijke begrotingssaldo
Het macro collectievelastenpeil kan stijgen, terwijl belastingtarieven (microlasten) omlaag gaan (a/b)
Wat is het structureel EMU saldo?
Norm voor het structurele begrotingssaldo
Wat is het voornaamste doel van normen voor het begrotingssaldo?
Wat is de wet houdbare overheidsfinancien?
Wat is procyclisch begrotingsbeleid?
Waarom was het begrotingsbeleid in de jaren tachtig van de vorige eeuw gericht op het terugdringen van het feitelijke tekort van het Rijk?
Het begrotingsbeleid van de Nederlandse overheid staat tegenwoordig in het teken van diverse normen.
a Bespreek de relatie tussen de 3%-norm voor het feitelijke EMU-tekort van de overheid en de norm voor het EMU-saldo uit het Stabiliteits en Groeipact.
Welke norm voor het begrotingssaldo hanteert het kabinet-Rutte?
Welke uitgavenkaders worden nu door regering gebruikt?
- financiele kaders uitgaven gelden voor hele kabinetsperiode
- afspraken kabinet staan in startnota
- afspraken voor maximale toegestane stijging op drie budget-disciplines
Noem de drie budget disciplines:
- rijksbegroting zonder zorg en sociale zekerheid
- sector sociale zekerheid en arbeidsmarkt (SZA)
- budgetair kader zorg (BKZ)
Wat is de rol van de ‘signaalmarge’?
Wat zijn netto reeele uitgaven en hoe worden deze in de uitgaven norm gebruikt?
- netto reeele uitgaven zijn de uitgaven voor de drie disciplines minus de nit-belastingontvangsten (eigen bijdragen burgers)
Omschrijf het begrip ‘collectieve lasten’.
Wat valt wel en niet onder kader rijksbegroting in enge zin?
- rentelasten op de staatsschuld: NEE
- Zorgtoeslagen: NEE
- Kosten en opbrengsten interventies financiele sector: NEE
Wat omvat het kader Sociale zekerheid en arbeidsmarkt?
- sociale uitgaven uit de rijksbegrotin
- premiegefinancierde uitgaven voor sociale uitkeringen
Wat is het verschil tussen de collectievelastendruk en de microlastendruk?
Sinds 1994 kent Nederland een ‘trendmatig’ begrotingsbeleid, dat bij daaropvolgende formaties nader vorm heeft gekregen.
a Noem de drie pijlers onder het trendmatige begrotingsbeleid.
b Wat zijn de drie uitgavenkaders en wat is hun betekenis?
a Drie pijlers onder het trendmatige begrotingsbeleid zijn: (1) een norm voor het nagestreefde structurele EMU-saldo, (2) het uitgavenkader, en (3) het inkomstenkader.
b De drie uitgavenkaders hebben betrekking op (1) de rijksbegroting in enge zin, (2) Sociale zekerheid en Arbeidsmarkt, en (3) de zorguitgaven (Budgettair Kader Zorg).
Licht toe hoe bij de jaarlijkse aanpassing van de uitgavenplafonds voor de drie budgetdisciplinesectoren ruilvoetwinsten en verliezen kunnen ontstaan.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden