Samenvatting: Overtuigend Bewijs

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Overtuigend Bewijs

• 0 Inleiding: moeilijke en makkelijke strafzaken

• Wat is een rechterlijke dwaling zoals besproken in boek?

  Fouten die nu eenmaal ontstaan omdat alle bewijs onvolkomen is en in elke strafzaak alle bewijsmiddelen bij elkaar genomen geen absolute zekerheid bieden. Op deze manier is een rechterlijke dwaling de rechter nauwelijks te verwijten.
  Als hij door menselijkheid fouten maakt, kan dat hem wel degelijk worden verweten.
  Als de rechter met weinig bewijs genoegen neemt en zodoende de kans op een rechterlijke dwaling onnodig vergroot, kan hem dat evenzeer verweten worden.

• TT Wat is verificatie en wat is falsificatie?

  Bij een poging tot verificatie wordt gezocht naar gegevens die de favoriete theorie bevestigen. Falsificatie is min of meer het tegenovergestelde. Daarvoor gaat met opzoek naar gegevens die de theorie onderuithalen of tegenspreken of die alternatieve theorieën bevestigen. 
  later in boek meer uitleg 

• 2 Bewijsmiddelen zijn niet het bewijs

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Is bewijzen aan de hand van scenario's een topdown of bottom-up proces?

  Topdown:
  Bewijzen heeft als belangrijk kenmerk dat de redenering loopt van het scenario naar het bewijs en niet andersom. Een scenario is beter, steviger bewezen dan een ander scenario als het beter het voorkomen van het bewijs voorspelt als dat scenario waar is.

• TT: Hoe ziet de gebruikelijke conclusie eruit die dactyloscopisten trekken nadat zij een match vonden tussen een spoor van de plaats delict en het spoor van de verdachte? 

  Dactyloscopisten, vingerafdrukdeskundigen, schrijven altijd in hun proces-verbaal dat zij met absolute zekerheid hebben vastgesteld dat een vingerafdruk van plaatsdelict afkomstig is van  de verdachte. Dit is een onjuiste bewering. 
  
  
  
  Zeldzaam is het juiste woord. Voor alle forensisch technische gebieden geldt dat slechts waarschijnlijkheidsuitspraken kunnen worden gedaan. Forensisch technisch bewijs kan nooit met zekerheid het ene scenario van het andere onderscheiden. 

• TT: De redenering van dactyloscopisten dat een match tussen afdruk van de plaats delict en de referentieafdruk van de verdachte betekent dat de PD-afdruk met zekerheid van de verdachte afkomstig is, is gebaseerd op een principe waarvan de formulering wordt toegeschreven aan de Belg Adolphe Quételet. Wat houdt dat principe in? 

  De stelling dat de natuur zich niet herhaald. Dit is een niet toetsbare overtuiging.

• 3 De rechter als wetenschapper

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de centrale eis van Karl Popper aan een theorie?

  Een theorie moet gefalsificeerd kunnen worden. Zo'n wetenschappelijke theorie doet risicovolle uitsprake over de werkelijkheid. De theorie 'Er zijn veel witte zwanen' is geen wetenschappelijke theorie, want hij kan niet worden gefalsifieerd. Uitsprake in de wetenschappelijke theorie kunnen worden getoetst en kunnen onjuist blijken, in dat geval faalt de theorie.

• Wat is inductie en deductie?

  inductie: van waarneming naar theorie
  deductie: van theorie naar waarneming

• TT: Waarom kunnen we uit het onderzoek naar het poppenspel en seksueel misbruik geen causale conclusies trekken?

  Er kan in dit onderzoek enkel een verband worden aangetoond, geen causaal verband. Een causale conclusie zou alleen getrokken kunnen worden als alle andere mogelijke oorzaken kunnen worden weggeredeneerd.
  De toewijzing van deelnemers aan groepen is gebeurd op basis van of ze wel of niet misbruikt zijn. Er zijn andere mogelijke factoren die een oorzaak kunnen zijn van het spelen van seksueel getinte spelletjes, zoals bijvoorbeeld een slechte opvoeding. 
  We kunnen alleen conclusies over causale verbanden trekken als er aselecte toewijzing aan de groepen had plaatsgevonden voorafgaand aan de manipulatie (het misbruik). In dit geval onethisch. 

• Wat is het tweede probleem met de conclusie van het onderzoek naar het poppenspel en seksueel misbruik?

  De conclusie is erg algemeen. De uitkomst is een gemiddelde en niet alle kinderen zitten op het gemiddelde van hun groep. Er kunnen misbruikte kinderen zijn die geen seksuele spelletjes spelen en niet-misbruikte kinderen die wel seksuele spelletjes spelen. 
  De rechter is niet geïnteresseerd in het gemiddelde gedrag van kinderen, maar in de vraag of dit individuele kind seksueel is misbruikt.  
  Er kan nu slechts worden afgeleid dat de kans verhoogt is dat een kind seksueel misbruikt is. 

• 4 Interpreteren van scenario's en bewijs

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• TT: Volgens de Theorie van Verhaal en Verankering van Crombag, Van Koppen en Wagenaar bestaat bewijzen uit twee onderdelen. Welke zijn dat?

  - een welgevormd verhaal (scenario) dat belastend is voor de verdachte
  - verankering (in feiten van algemene bekendheid) met behulp van bewijsmiddelen 
  
  Deze twee elementen vormen het verificatiedeel van bewijzen.