Samenvatting: Overzicht Taalvariatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Overzicht Taalvariatie

• 1 Introductie Tekst

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem een voorbeeld van een etnolect en van wat voor werking er hier sprake is

  het door surinamers gesproken Nederlands, substraatwerking (impositie) vanuit het Sranan Tongo

• Wat is een register? En welke dimensie is hier van toepassing?

  een duidelijk onderscheiden vorm van taalgebruik die bij duidelijke afgebakende situaties hoort bijv. kerkdienstregister. Dimensie: situationeel/stilistisch

• Noem twee belangrijke factoren bij het verbreiden via regionale diffusie van taalvormen

  contact en prestige(status): wordt iets afgehouden of overgenomen

• Welke twee continua (diglossie) zijn er in een meer perifeer dialectgebied(bijv. Twente)?

  standaardtalig continuum(van sn tus zeer beinvloed door dialect) en regiolectisch continuum(van oud dialect tot zeer beinvloed door sn)

• Wat is een andere naam voor Nederlands dat de norm slechts op afstand benadert?

  standaardtalig

• Waarom is het in het Randstadgebied geen duidelijk verschil tussen de standaardtaal en dialect (ook wel sociolect door de duidelijke sociale gebondenheid)?

  Omdat de standaardtaal in dit gebied ontstaan is

• Wat verstaan we onder het nederlandse Taalgebied?

  Het gebied waar het SN heerst, dus inclusief Vaals en omgeving ondanks het duitse karakter van het daar gesproken dialect. Een groot deel van Friesland is zowel nederlands als fries taalgebied

• Wat is het bezwaar tegen de benaming ABN (algemeen beschaafd nederlands)?

  Een taal is nooit in zichzelf (on)beschaafd, maar heet zo omdat ze geassocieerd wordt met als (on)beschaafd beschouwde groepen

• Wat is een continentaal westgermaans dialectcontinuum?

  De dialecten binnen het nederlands taalgebied gaan geleidelijk in elkaar over (continuum) en er is nooit een scherpe grens met de duitse dialecten geweest. Wel wordt als gevolg van de verschillende standaardtalen de duits-nederlandse staatsgrens nu ook steeds meer een taalgrens

• overt prestige vs. covert prestige?

  overt= standaardtaal
  covert= lagere klassen