Samenvatting: Ow
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OW
-
WC01 Introductie microscopie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/09/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zegt de waarde van de N.A. over een lens?
N.A. is een mathematische benadering van de lichtopvangkwaliteiten van het gebruikte objectief. Een hogere waarde geeft een kwalitatief betere lens aan. -
Hoe hangen werkafstand en vergroting samen?
Hoe hoger de vergroting, hoe kleiner de werkafstand. -
Welke twee typen kleurstoffen voor histologische kleuringen kunnen we onderscheiden? Welke cel delen binden zich met welk type kleurstof?
We onderscheiden acidofiele en basofiele kleurstoffen. Acidofiele kleurstoffen reageren met zuur, zoals bijvoorbeeld DNA (nucleïnezuren) in de kern. Basofiele kleurstoffen binden met bijvoorbeeld eiwitten. -
Waarom kunnen weefsels van levende organismen niet zomaar met elke kleurstof gekleurd worden?
Bij levende organismen moet gebruik worden gemaakt van vitale kleurstoffen, deze zijn niet toxisch. -
Wat is een andere naam voor mesenterium en hoe ontstaat het? Uit welke lagen bestaat het?
Mesenterium, ook wel het darmvlies genoemd, ontstaat embryonaal als de oerdarm in de lichaams holte zakt in een plooi van de wand van de lichaamsholte. Het mesenterium heeft drie lagen: middenin bindweefselcellen en aan de buitenzijden epitheelcellen. Deze epitheelcellen noemen we ook wel mesotheel. -
Geef enkele kenmerken van zowel de H.E.- als de AZAN-kleuring.
De H.E.-kleuring bevat twee bestanddelen: het basische hematoxyline en het zure eosine. Hematoxyline kleurt zure structuren paars/blauw en eosine kleurt basische structuren roze/rood. Zowel spiervezels als collagene bindweefselvezels kleuren roze.
De AZAN-kleuring maakt onderscheidt tussen collagene vezels en spiervezels. Aniline blauw kleurt collagene vezels blauw, azo karmijn rood kleurt spiervezels rood. Erythrocyten kleuren rood-oranje, celkernen rood en slijm grijsblauw. -
Noem drie kleuringen die we veel gebruiken gedurende de practica.
H.E., AZAN en PAS -
PR02 Darm en mesenterium als voorbeeld van complexe weefsels
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 09/09/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen een endocriene en een exocriene klier?
Een endocriene klier scheidt stoffen af die in het lichaam blijven, dus in het bloed of de weefselvloeistof. Een exocriene klier scheidt stoffen af die het lichaam verlaten, deze stoffen komen bijvoorbeeld in het spijsverteringskanaal terecht. -
Welke plooien vinden we in de darmen?
Plooien van Kerckring (macroscopisch zichtbaar), darmvilli (microscopisch zichtbare uitstulpingen), intestinal glands (microscopisch zichtbare instulpingen), microvilli (microscopisch zichtbaar, aan de epitheelcellen) -
Waarom zie je, als je het spierweefsel rond de darm bestudeerd, twee 'soorten' spierweefsel?
Het spierweefsel bestaat uit lengtespieren en kringspieren.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden