Samenvatting: Owg 8.11

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OWG 8.11

• 1.2 Bevolkingsonderzoeken

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het beleid navelstreng de PAP uitslag?

  • Bij onbekende uitslag: Als uitslag PAP 0 is krijgt u na 6 weken een nieuw uitstrijkje.
    
  • HPV+ maar geen afwijkingen: na 6 maanden opnieuw uitstrijkje.
  • Uitslag PAP2 of PAP3A1: wordt de vrouw in de uitslagbrief gevraagd contact op te nemen met de HA voor verwijzing naar de gynaecoloog.
  • Uitslag vanaf PAP3A2: HA 3 dagen voor de vrouw de uitslag heeft en dus mogelijk al contact opgenomen. HA verwijst mevrouw.

• Wat is KOPAC-B classificatie?

  KOPAC is de afkorting voor:
  

  • Kwaliteit
  • Ontsteking
  • Plaveisepitheel
  • Andere afwijkingen
  • Endocercivale afwijkingen van het cilinderepitheel.
  • B staat voor boordeelbaarheid van een preparaat.

  
  In 1996 toegevoegd. 

• Wat houden de verplichte parameters van TNM in?

  T (0,1-4): grootte of directe uitbreiding van de primaire tumor, een hogere waarde duidt op een slechtere prognose. Bij T0 is er geen aantoonbare primaire tumor. 
  N (0-3): uitbreiding naar regionale lymfeklieren. '0' betekent geen lymfekliermetastasten, 1-3 betekent dat er metastasen in de regionale lymfeklieren voorkomen (waarde afhankelijk van aantal en lokalisatie lymfekliermetastasen)
  M (0/1): metastasen op afstand. '0' betekent geen metastase op afstand, '1' betekent metastasen op afstand. 

• Wat zijn de parameters G en R van TNM?

  G (1-4): de histologische gradering van tumoren. Deze kan variëren van goed gedifferentieerd (lijkt nog sterk op normale cellen) of anaplastisch (sterk afwijkend van normale cellen).
  R: (0/1/2): of er na chirurgische of endoscopische verwijdering resten van de tumor zijn achtergebleven. 

• Wat is CIN en SIL?

  • CIN: cervicale intra-epitheliale neoplasie
    
  • SIN: squameuze intra-epitheliale laesie

  
  Wanneer het weefsel afwijkend is, gebruikt men ook wel de term dysplasie. Dat betekend dat opbouw van het weefsel anders is dan normaal. 

• Wat is de behandeling lisexcisie bij CIN 2 of 3?

  U krijgt een injectie om de baarmoedermond plaatselijk te verdoven. Dit kan even pijn doen. U krijgt een plastic plakker op uw been om stroom te geleiden. De gynaecoloog gebruikt voor het wegnemen (excisie) een dunne metalen lis, die elektrisch verhit wordt. Daarmee wordt het afwijkende deel van de baarmoedermond weggenomen. Dit weefsel wordt voor onderzoek ingestuurd. Daarna wordt het wondoppervlak nog dicht gebrand om bloedingen te voorkomen. 
  Na ingreep kunt u paar weken licht bloederige afscheiding hebben tot de wond genezen is. De uitslag van het weefsel komt na 1-2 weken. 

• Wat is de behandeling conisatie bij CIN 2 of 3?

  Wordt gebruikt als er net iets meer weefsel van de baarmoeder met worden meegenomen. Een kegelvorming stukje weefsel wordt met een mes weggesneden. Dat gebeurt onder algehele narcose of met ruggenprik. Na de ionisatie plaatst de gynaecoloog een tampon in de schede vanwege het vbv. In dat geval krijgt u ook een katheter in de blaas, wordt na enkele uren verwijderd. Na de ionisatie kunt u een week of iets langer nog bloed of bloederige afscheiding verliezen.

• 1.3 Mammacarcinoom

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de prevalentie van het mammacarcinoom?

  Meest voorkomende kankersoort bij vrouwen 1:7. Kan ook bij mannen voorkomen. Bij 15-20% van de vrouwen die zijn genezen van borstkanker ontstaat binnen 20 jaar een tweede keer borstkanker. Na borstkanker is er dus een verhoogde kans op kanker in de ander borst. Verspreiden ductaal carcinoom komt 75% voor.

• Welke vrouwen hebben onder invloed van hormonen meer kans op borstkanker?

  Hoe langer de borsten zijn blootgesteld aan oestrogeen en progesteron, hoe groter de kans:
  

  • Jong (voor 12) hun eerste menstruatie hadden, met een late overgang (na 55(: eierstokken hebben lang oestrogeen en progesteron geproduceerd. 
  • Geen of weinig zwangerschappen: tijdens zws maken eierstokken geen oeso of prog.
  • Na hun 35e een eerste kind krijgen
  • Geen of kort BV geven, eierstokken maken minder hormonen tijdens geven BV
  • De anticonceptiepil slikken: bevat hoge dosis oestrogeen en progesteron
  • Overgewicht: hoe meer vetweefsel hoe meer oestrogeen wordt gemaakt
  • Hormoonpreparaten gebruiken tegen overgangsklachten
  • DES-moeder zijn tussen 45-64 jaar oud. 

  
  Op jonge leeftijd zit borstkanker vaak in een gen. 

• Welke soorten van borstkanker zijn erfelijk?

  Er zijne en aantal genen bekend die betrokken zijn bij de erfelijke aanleg. De bekendste hiervan zijn BRCA1 en BRCA2. Bij erfelijke borstkanker ontstaat de ziekte gemiddeld op een jonge leeftijd en bij meerdere familieleden dan wanneer borstkanker niet erfelijk is. Ook komt het bij erfelijke borstkanker vaker voor dat in beide borsten kanker wordt gevonden.