Samenvatting: Owg11.13 Grauwe Neonaat

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OWG11.13 grauwe neonaat

• 1.1 Infecties

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe ontstaat een hypoglykemie, gevolgen en wat is de ondergrens?

  Ontstaat wanneer het evenwicht verstoord is tussen beschikbaar glucose en gebruik ervan. Hersenen gebruiken glucose als brandstof en kunnen hierdoor dus beschadigd worden.
  
  Bloedglucose van 2.6 wordt als ondergrens van normaal beschouwd. Eerste 2u zit neonaat hier vaak onder, na 4-6uur stabiliseert deze en zit hij erboven. 

• Waarom hebben prematuur, FGR, kinderen van moeders met diabetes of macrosoom meer kans op hypoglykemie?

  Prematuur: onvoldoende glycogeen en vetreserves
  FGR: te weinig glycogeen en vetreserves
  Kinderen van moeders met diabetes: door eigen hyperinsuline een verhoogd glucose gebruik
  Macrosoom: groot geboortegewicht mogelijk veroorzaakt door diabetes.

• Wat zijn veelvoorkomende ziektewekkers bij neonaten?

  Afkomstig van de hemolystische streptokok van groep B (GBS) en escherichia colu (poepbacterie). Soms zijn er tijdens de partus al aanwijzingen voor een infectie (early-onset infectie), is de infectie vaak al intra-uterien verkregen. 

• Wat zijn symptomen van een infectie bij de neonaat?

  • Neusvleugelen
    
  • Kreunen
  • Tachypneu (>40/min)
  • Intrekkingen
  • Cyanose
  • Instabiele temp
  • Stillere baby
  • (Grauw) bleke kleur als gevolg van vasoconstrictie
  • Slecht drinken (vanwege vermoeidheid)
  • Braken
  • Dyspneu, cyanose en intrekkingen (late symptomen longontsteking)

• Wat is een neonatale sepsis? Wat is het verschil tussen early- en late-onset?

  Klinische achteruitgang op basis van de aanwezigheid van vermenigvuldiging van een micro-organisme in de bloedbaan. Bij een early-onset sepsis ontstaan de symptomen in de eerste 2-5 dagen na de geboorte en bij een late-onset na deze periode.

• Wat zijn risicofactoren voor een early-onset neonatale sepsis?

  • Langdurig gebroken vliezen
    
  • Prematuriteit
  • Maternale infectie (chorioamnionitis)
  • Mannelijk geslacht

• Wat zijn verwekkers voor een late-onset neonatale sepsis?

  • Staphylococcus
    
  • Escherichia coli (darmbacterie)
  • Schimmels (candida)
  • Virussen (enterovirus, herpessimplexvirus)

• Wat is neonatale meningitis?

  Onstekingsproces van meningen (hersenvlies) door een infectie.

• Wat zijn risicofactoren voor neonatale meningitis?

  Zoals bij sepsis; aanwezigheid van lichaamsvreemd materiaal zoals een ventrikeldrain

• Wat zijn symptomen van een neonatale meningitis?

  Als het centrale zenuwstelsel geïnfecteerd is, zoals bij een meningitis, kan het kind erg stil zijn of zacht kreunen en niet willen drinken. Een meningitis ontstaat vaak later in de kraamperiode. Naast de
  gedrags- en voedingsstoornissen is er een gespannen of bomberende fontanel, huilt het kind hoog (verhoogde hersendruk) en heeft het luierpijn. Bij verergering van het beeld kunnen convulsies,
  apneus en bradycardieën ontstaan