Samenvatting: Owg11.9 Foetale Bewaking Antenataal
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van OWG11.9 foetale bewaking antenataal
-
1.1 Biometrie
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de amniotic fluid index (AFI)?
Hiermee wordt de grootste vruchtwaterpocket gemeten.
Grootste pocket <2cm: oligohydramnion
Grootste pocket >8cm: polyhydramnion -
Welke factoren hebben invloed op het individueel groeipotentieel?
- Zwangerschapsduur
- Geslacht
- Pariteit
- Afkomst
- Lengte en gewicht moeder
Deze worden meegenomen in referentiecurves - Zwangerschapsduur
-
Belangrijke dingen: volgorde organen sparen, grootste oorzaak dysmatuur, gewicht baby
- Bij groeivertraging worden de hersenen, dan hart en dan bijnieren bespaart.
- Placenta insufficiëntie is de grootste oorzaak dysmatuur in NL.
- Gewicht baby: 1200gram bij 28 weken, daarna iedere week 200 gram erbij.
- Bij groeivertraging worden de hersenen, dan hart en dan bijnieren bespaart.
-
Wat zijn maternale determinanten die invloed hebben op de groei van het kind?
- Lengte: vrouwen <155 hogere kans op kind <P5.
- Normaal gewicht: positief effect
- Pariteit: hoe meer kinderen hoe hoger geboortegewicht
- Etniciteit: niet westerse vrouwen krijgen vaker kinderen <P10
- Roken: meest beïnvloedbare determinant op groei
- Stress: lager geboortegewicht
- Ondergewicht: verhoogde kans klein kind
- Overgewicht: verhoogde kans groot kind
- Diabetes: verhoogde kans op LGA en SGA
- Hypertensieve aandoeningen: placenta insufficientie
- Chronische nieraandoeningen
- Hemoglobinopathien
- Lengte: vrouwen <155 hogere kans op kind <P5.
-
Wat zijn foetale determinanten die invloed hebben op de groei van het kind?
- Zwangerschapsduur
- Geslacht
- Congenitale afwijkingen: bij 22-38% chromosoomafwijking ook groeivertraging
- Infecties: TORCHES
- CMV-infectie
- Zwangerschapsduur
-
Wat zijn placentaire determinanten die invloed hebben op de groei van het kind?
- Grootte placenta
- Grootte navelstreng
- Infecties zoals malaria
- Partiële mola
- SUA
- Derde circulatie bij monochoriale tweelingzwangerschap
- Grootte placenta
-
Wat kunnen gevolgen van foetale groeivertraging zijn?
- Perinatale mortaliteit
- Perinatale morbiditeit: verdubbelde kans op asfyxie, grotere kans op kunstverlossing ivm foetale nood en sneller op de NICU-afdeling.
- Eerste levensjaar: als er sprake was van groeivertraging maken kinderen minder snel inhaalgroei. Er kan blijvende neurologische schade ontstaan wat zich uitbreid in functiestoornissen. Risico op verstandelijke beperking groter als groeivertraging al vroeg is ontstaan.
- Laere leeftijd: verhoogde kans op ontwikkelen aandoeningen als hart- en vaatziekten en DM.
- Perinatale mortaliteit
-
Wat is de diagnostiek van opsporen groeivertraging?
- Fundushoogtebepaling
- Fundus-symfysemetingen: 60% wordt zo ontdekt
- Biometrie: HC (hoofd), FAC (buik), FL (femurlengte)
- gegevens uit anamnese moeder van belang
- Wordt weinig groeivertraging opgespoord
- Door echografie kan je erachter komen van welke groeivertraging sprake is
- Fundushoogtebepaling
-
Wat is de foetale populatiecurve?
Is gebaseerd op foetale (echoscopische )gewichten . Hierbij treedt geenvertekening op doorpremature gewichten . In NL wordt prenataal de Verbergcurve gebruikt. Ook de Hadlockcurve, die een EFW berekent valt binnen deze categorie. -
1.2 Dopplers
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurd er wanneer er sprake is van verminderde utero placentaire doorbloeding?
Gaat gepaard met verhoogde perifere vaatweerstand in de a. Uterina en a. Umbilicalis, hetgeen tot uiting komt in een afname van de einddiastolische bloeddoorstroming in beide vaten. De daarbij afgenomen zuurstoftoevoer naar de foetus leidt tot een afname van de perifere vaatweerstand in de a. Cerebri Media. Dat wil zeggen: een toename van de einddiastolische druk (brainsparing effect).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden