Samenvatting: P3 Inleiding Onderzoek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van P3 Inleiding onderzoek
-
1 Soorten onderzoek
-
1.2 Soorten onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen lineair en kort-cyclisch onderzoek?
Lineair gaat om het begrijpen. Het is al duidelijk welke stappen je moet ondernemen om tot een bepaald antwoord te kunnen komen. Dit wordt gebruikt bij empirisch, analytisch en interpretatief onderzoek.
Kort-cyclisch gaat om het ingrijpen. Je moet eerst iets begrijpen voordat je vervolgstappen kan gaan maken. Hiervoor zal je verschillende stakeholders moeten spreken. -
2 BHC, inleiding onderzoekscyclus en projectplan
-
2.1 Bedrijfskundigehandelingscyclus
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Een bedrijfskundige handelingscysluc (BHC) is een manier om een opdracht in logische stappen op te knippen. Uit welke stappen bestaat het BHC?
- Probleemidentificatie (wat is de huidige situatie en knelpunten?)
- Diagnose (wat zijn de oorzaken van de knelpunten?)
- Ontwerp (verbeterplan opstellen)
- Verandering (en implementatie) (uitvoeren verbeterplan)
- Evaluatie (wat is het effect van dit verbeterplan?)
Zo nodig weer vanaf het begin beginnen nadat er nieuwe vragen komen. - Probleemidentificatie (wat is de huidige situatie en knelpunten?)
-
2.2 Onderzoeken en uitzoeken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de kenmerken van uitzoeken?
- Anderen hebben het al onderzocht
- Ontdekken wat de anderen al weten
- Verantwoorden dat je goed hebt uitgezocht
- Anderen hebben het al onderzocht
-
3 Datastrategieën en onderzoeksvragen
-
3.1 Datastrategieën
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Stelling: bij een kwantitatieve datastrategie ben je subjectief en bij een kwalitatieve strategie ben je objectief.Is deze stelling waar?
Nee.
Je bent bij een kwantitatieve datastrategie juist objectief, en bij een kwalitatieve datastrategie ben je subjectief doordat je interpreteert wat een ander zegt. -
Welke vraagtype(n) hoort bij actie-onderzoek?
- Voorschrijven (prescriptief)
-
4 Onderzoekscyclus
-
4.1 Probleemanalyse & conceptueel ontwerp
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat doe je in de probleemanalyse & conceptueel ontwerp-fase?
Hier ga je vooronderzoek doen en de vraagstelling formuleren. Handelingsvraag of onderzoeksvraag. -
Wat is het verschil tussen een handelingsvraag en een onderzoeksvraag?
Een handelingsvraag brengt een verandering teweeg.
Voorbeeld: 'trouw je met mij?' of 'accepteer je de leveringsvoorwaarden?' (ja = verandering!)
Een onderzoeksvraag (kennisvraag) brengt kennis met zich mee (het weten of kennen van iets).
Voorbeeld: 'wat zijn de voordelen van trouwen?' of 'zijn de leveringsvoorwaarden geldig?' (er verandert niets, het brengt alleen kennis met zich mee). -
Hoe formuleer je een onderzoeksvraag?
- Het moet bij het
BHC passen - Gebruik
open vragen (geen ja/nee) Helder en specifiek, waar geen interpretatie nodig is.
Goed voorbeeld: hoe kunnen we bestelfouten in het inkoopproces voorkomen? - Het moet bij het
-
5 Probleemanalyse & conceptueel ontwerp
-
5.2 Operationaliseren
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn variabelen, en welke onderscheiden we daarin?
Demeetbare kenmerken of eigenschappen, noemen wevariabelen .
We maken onderscheid in:- Afhankelijke
variabelen (waar je een uitspraak over wil doen) - Gevolg (causaal relatie met onafhankelijke variabelen)
- Onafhankelijke variabelen (hebben invloed op de afhankelijke variabelen)
- Oorzaak (causaal relatie met afhankelijke variabelen)
- Achtergrondkenmerken (als er verschillen zitten in de verschillende variabelen)
- zoals leeftijd, geslacht, afdeling, opleidingsniveau, etc.
- Afhankelijke
-
6 Technisch ontwerp
-
6.4 Observeren
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.4
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer kies je voor de methode 'metingen, registraties of gegevens uit systemen'?
- Dit is een kwantitatieve methode.
- Je kan de data fysiek meten (aantallen, tijd, afstand, etc)
- Je kan dit zelf onderzoeken, maar ook gegevens van anderen gebruiken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden