Samenvatting: Pand & Hypotheek

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pand & Hypotheek

• 2 Hypotheekrecht

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarop kun je een recht van hypotheek vestigen?

  Artikel 2:227 BW & artikel 2:228 BW
  Een hypotheekrecht kan worden gevestigd op alle goederen die voor overdracht vatbaar zijn. Het van hypotheek kan ook op toekomstige goederen worden gevestigd ingevolge 2:231 BW. Een recht van hypotheek kan alleen worden gevestigd op registergoederen (2:227 BW). -> kan dit dan ook op een recht van erfpacht ofzo worden gevestigd?

• Hoe vestig je een recht van hypotheek?

  Artikel 3:260 BW. Notariële akte + inschrijving in de openbare registers = leveringshandeling. Je moet daarnaast ook ingevolge 3:260 lid 4 voldoen aan de algemene vereisten ex artikel 3:98 (schakelbepaling). Voor het vestigen van een recht van hypotheek moet je aldus ook kijken naar artikel 3:81, 3:84 jo. 3:89 BW. Hypotheekrecht komt pas tot stand bij de inschrijving in de openbare registers, is een cumulatief vereiste.

• Waar in de wet vind je de vereisten voor de notariële akte voor het vestigen van een hypotheekrecht?

  2:260 BW
  
  1. Vordering waartoe zekerheid strekt of feiten a.d.h. Waarvan achteraf kan worden vastgesteld wat de vordering is. 
  2. Bedrag waarvoor de hypotheek wordt verleend, of indien dit nog niet vaststaat het maximumbedrag dat uit hoofde van de hypotheek op het goed kan worden verhaald. 
  3. De hypotheekhouder moet in de akte woonplaats kiezen in Nederland

• Wie is de hypotheekhouder en wie de hypotheekgever?

  Hypotheekhouder is degene die het recht van hypotheek van de hypotheekgever krijgt. In een fictieve situatie: Bank = hypotheekhouder en individu is hypotheekgever.

• Kun je een hypotheekrecht ook vestigen ten behoeve van een vordering in iets anders dan geld?

  Ja, mits dit weer tot geld herleidbaar is. Verhaal is dan pas mogelijk nadat de vordering is herleid tot een geldvordering.

• Kun je het recht van hypotheek vestigen op toekomstige vorderingen (van hypotheekhouder op hypotheekgever)?

  Ja dat kan, 3:231 BW. Moet wel weer voldoende bepaalbaar zijn.

• Welke arrest gaat over voldoende bepaalbaarheid?

  Spaarbank Rivierenland/Gispen q.q. -> achteraf moet vaststelbaar zijn waartoe het recht van hypotheek dan wel pand strekt (waarmee zowel de vordering als het hyotheekrecht en pandrecht an sich worden bedoeld. 

• 3 Pandrecht

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat als een pandakte niet voldoende bepaalbaar is?

  Dan is het pandrecht nietig ex. Artikel 3:39 BW

• 3.1.1 Vuistpandrecht

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Kun je vuistpand bij voorbaat vestigen?

  Nee kan niet door de beperking dat een zaak in de macht van de vervreemder moet worden gebracht

• 3.1.2 Stil pandrecht

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt stil pandrecht in?

  Je vestigt een pandrecht op een roerende zaak (etc.) zonder dat de pandgever daar feitelijk iets van merkt. Je kan dan het in pand gegeven goed gewoon gebruiken.