Pandrecht op zaken - Executie

20 belangrijke vragen over Pandrecht op zaken - Executie

Wanneer mag de pandhouder de zaken van de pandgever executeren?

De pandhouder mag de zaken van de pandgever executeren wanneer de pandgever in verzuim is met de voldoenden van de gesecureerde vordering, artikel 3:248 lid 1 BW.

Partijen kunnen ook overeen komen dat de pandhouder pas mag executeren nadat de rechter heeft uitgesproken dat er sprake is van verzuim, artikel 3:248 lid 2 BW.

In welk artikel is neergelegd wanneer de pandhouder (buiten faillissement) mag executeren?

Artikel 3:248 BW.

Hoe kan executie nog worden afgewend, ondanks dat aan de vereisten voor executie is voldaan?

1. Door op grond van artikel 3:234 lid 1 of lid 2 BW goederen aan te wijzen die eerst moeten worden gelost;

2. Door lossing, artikel 3:249 lid 2 BW en artikel 58 lid 2 Fw.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe vindt parate executie plaats?

De hoofdregel is dat executie plaatsvindt door openbare verkoop, artikel 3:250 lid 1 BW. Ook de pandhouder is bevoegd om mee te bieden.

Wat houdt 'verblijven aan de pandhouder' in?

Wanneer de pandhouder het verpande goed executeert en onderhands verkoopt aan zichzelf.

Is het verblijven aan de pandhouder in strijd met het toe-eigeningsverbod van artikel 3:235 BW?

Het verblijven aan de pandhouder is niet in strijd met het toe-eigeningsverbod van artikel 3:235 BW. Dat artikel verbiedt slechts dat de pandhouder, vóórdat hij executiebevoegd is, bedingt dat hij (wanneer hij executiebevoegd wordt) zich het verbonden goed zal mogen toe-eigenen.

Wat is er neergelegd in artikel 3:235 BW?

Elk beding waarbij de pand- of hypotheekhouder de bevoegdheid wordt gegeven zich het verbond goed toe te eigenen is nietig.

Waarvoor dient het toe-eigeningsverbod uit artikel 3:235 BW?

Het toe-eigeningsverbod uit artikel 3:235 BW dient ter bescherming van de pandgever die dan nog in een afhankelijk relatie staat tot de pandhouder. Ook dient artikel 3:235 BW tot bescherming van de andere schuldeisers van de pandgever.

Hoe worden goederen geëxecuteerd in geval er een hulpzakenbeding is gesloten?

Dan worden de goederen overeenkomstig de regels van het hypotheekrecht geëxecuteerd (artikel 3:268 - 3:273 BW) en niet overeenkomstig de regels van het pandrecht (artikel 3:248 - 3:253 BW).

Is de pandhouder verplicht anderen op te hoogte te stellen wanneer hij de zaken heeft verkocht?

De pandhouder is verplicht, voor zover redelijkerwijs mogelijk, uiterlijk de dag na verkoop de pandgever, de schuldenaar, beperkt gerechtigden en beslagleggers van die verkoop in kennis te stellen (artikel 3:252 BW). De executie wordt pas voltooid door de levering van die executoriaal verkochte zaken.

In welke artikelen is de executie krachtens de regels van het pandrecht te vinden?

Artikel 3:248 - 3:253 BW.

In welke artikelen is de executie krachtens de regels van het hypotheekrecht geregeld?

Artikel 3:268 - 3:273 BW.

In welk artikel is te vinden dat de pandhouder personen op de hoogte moet stellen wanneer hij het verpande goed heeft verkocht?

Artikel 3:252 BW.

Wanneer wordt de executie voltooid?

De executie wordt pas voltooid na levering van de executoriaal verkochte goederen. Tot het moment van de voltooing van de levering kunnen de op de verpande zaken gelegde beslagen nog vervallen, artikel 33 Fw.

Hoe  beschouwt de HR oneigenlijke lossing?

Arrest ING/Hielkemaa q.q. en arrest Glebbeek/Dijkstra q.q. De HR beschouwt oneigenlijke lossing als een vorm van uitoefening van het recht van parate executie door de pandhouder als bedoeld in artikel 57 lid 1 Fw. De HR benadrukt dat bij eigenlijke lossing als neergelegd in artikel 58 lid 2 Fw geen sprake is van executie, maar van voorkoming van de executie.

IN welk artikel is te vinden dat de curator tot op het tijdstip van het verpande of gehypothekeerde goed kan lossen?

Artikel 58 lid 2 FW.

Wat is bepaald in artikel 58 lid 2 FW?

In artikel 58 lid 2 Fw is bepaald dat de curator kan lossen tot aan de verkoop van het verpande of verhypothekeerde goed. Hij moet dan het bedrag voldoen waarvoor het pand- of hypotheek tot zekerheid strekt. Hiervoor heeft hij toestemming nodig van de RC.

Heeft de curator bij lossing o.g.v. artikel 58 lid 2 Fw toestemming van de RC nodig?

Ja, artikel 68 Fw.

Wat is bepaald in artikel 58 lid 1 Fw?

De curator is bevoegd om de pand en hypotheekhouder een redelijke termijn te stellen om tot de uitoefening van hun rechten als separatist (als neergelegd in artikel 57 Fw) over te gaan. Wanneer de pand- en hypotheekhouder niet binnen de door de curator redelijk gestelde termijn de goederen heeft verkocht is de curator bevoegd om de goederen zelf te verkopen (hetzij o.g.v. 101 hetzij op grond van 176 Fw). Het recht van de pand- en hypotheekhouder op de opbrengst blijft bestaan.

In welke artikelen is de lossing door de curator van hetgeen waarvoor het pandrecht of hypotheekrecht tot waarborg strekt te vinden?

Voor het pandrecht: artikel 3:249 lid 2 BW.
Voor het hypotheekrecht: artikel 3:269 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo