Pandrecht op zaken - Samenloop: Pandrecht en eigendomsvoorbehoud

3 belangrijke vragen over Pandrecht op zaken - Samenloop: Pandrecht en eigendomsvoorbehoud

Onder welke omstandigheden kan bij een onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaak wel een verpandingsbevoegdheid bestaan?

Dit is bijvoorbeeld het geval als één persoon bestuurder is van zowel de verkoper als de koper en hij in zijn hoedanigheid van bestuurder van de koper tegenover de pandhouder heeft verklaard dat hij tot verpanding bevoegd was.

Wat als de pandhouder zich niet kan beroepen op derdenbescherming op een zaak waarop eigendomsvoorbehoud is gevestigd?

Dan komt er geen pandrecht te rusten op een onvoorwaardelijk eigendomsrecht op de zaak, de koper onder eigendomsvoorbehoud is namelijk niet bevoegd om die onvoorwaardelijke eigendom te verpanden, artikel 3:98 jo. 3:84 lid 1 BW. De bank heeft in een dergelijk geval geen pandrecht wanneer de betaling plaatsvindt tijdens faillissement van de pandgever, artikel 23 FW.

Kan de pandhouder toch nog rechtmatig pandhouder worden wanneer hij geen beroep kan doen op derdenbescherming?

Vanaf het begin af aan (ondanks de onbevoegdheid van de pandgever en het feit dat de bank geen beroep kan doen op derdenbescherming) heeft de bank een onvoorwaardelijk pandrecht. Slechts door betaling wordt het pandobject ook onvoorwaardelijk, deze betaling kan ook geschieden tijdens faillissement. Het maakt hierbij niet uit wie er betaald (de bank zelf, de curator of een derde), artikel 6:30 lid 1 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo