Samenvatting: Parkinsonsyndroom
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Parkinsonsyndroom
-
2 neurodegeneratieve aandoening
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waar onstaat de ziekte van Parkinson?
De ziekte van Parkinson onstaat in de zwarte kernen= substantia nigrae. Deze kernen zijn een gebied in de hersenstam en zijn onderdeel van de basale ganglia. -
Wat betekent de basale ganglia?
De basale ganglia is een grope hersenstructuren die een belangrijke rol spelen bij het doorgeven van hersensignalen die betrekking hebben op motoriek. Deze structuren regelen, evenwicht, houding, oogbeweging en de aanzet tot bewegingen. Ook zijn ze betrokken bij cognitie en emotie, en spelen ze een belangrijke rol bij bekrachtiging van gedrag, respons en stimulus, verslavend gedrag en gewootevorming. -
Waar bevinden de meeste dopamine neuronen?
In de zwarte kernen bevinden zich de meeste dopamine neuronen. -
Bespreek de dopaminecellen bij mensen met parkinson.
Bij patiënten met de ziekte van Parkinson is een groot deel van de dopaminecellen in de zwarte kernen afgestorven. Dit is waarschijnlijk het gevolg van eiwitafzettingen in de hersenen. -
Bespreek het evenwicht tussen dopamine en acetylcholine.
De hersenen zorgen ervoor dat de hoeveelheid dopamine en acetylcholine in evenwicht zijn. Bij te weinig dopamine is er dan een relatief teveel aan acetylcholine. Dit zou hoogstwaarschijnlijk de aanleiding geven tot beven. -
3 oorzaken
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Bespreek onbekend oorzaken van Parkinson.
Meestal is de oorzaak onbekend. Men vermoedt dat de zwarte celkernen hun eigen celdood programmeren -
4 symptomen
Dit is een preview. Er zijn 50 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Waar beginnen de motorische symptomen meestal?
Deze beginnen vaak aan 1 kant van het lichaam en blijven daar vaak ook het hevigst. -
Geef verpleegkundige aandachtspunten bij tremor.
- let op de zorgvrager schaamt zich vaak en morst vaker als hij tremor heeft.
- tremor kan ook een symptoom zijn dat de medicatie niet in de therapeutische zone is, maar een nevenwerking van de medicatie, observeer dit symptoom en rapporteer schriftelijk en mondeling in het EZD- Electronisch zorgdossier. -
Geef de verpleegkundige aandachtspunten bij tandrad rigiditeit.
Dit geeft start en stop problemen bij het lopen, zo ook het maskergelaat en moeheid. Houdt hierbij rekening in het zorgplan van de patient. -
Geef de verpleegkundige aandachtspunten bij bradykinesie, dyskinesie.
Het geeft vaak, pijn aan arm en been en rompspieren
- observeer de pijn en rapporteer aan het team en arts
- bespreek pijnmedicatie
- geef zo nodig ADL- ondersteuning
- let op drukpunten en zorg voor decubituspreventie- gebruik dagelijks meetinstrumenten Nortonschaal of Bradenschaal
- Bespreek in het team de beweging van de zorgvrager met andere diciplines zoals ergo, kiné, familie, vrijwilligers,...
- voorkom het risico op pneunomie, trombose, contracturen,...
- Ook kunnen bewegingsstoornissen een bijwerking zijn van psychofarmaca, blokkade dopamine, toename acetylcholine
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden