Samenvatting: Pathofysiologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pathofysiologie

• Les 1 Circulatie

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/11/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Het hart is een holle spier ter grote van een vuist. Wat zijn de specifieke kenmerken van de hartspier?

  Hartspierweefsel (combinatie van dwarsgestreept en glad spierweefsel) = myocard & 35% mitochondriën

• Hoe krijgt het hart zijn bloedvoorziening?

  Door kransslagaders - coronairen

• Waaruit bestaat de Pedicard? En waarvoor zorgt glijweerstand?

  Uit 2 lagen waartussen zich een klein beetje vocht bevindt. Het Viscerale blad ligt direct tegen het myocard (= epicard). Vocht zorgt voor minimale glijweerstand --> ontsteking vochtophoping (pericarditis)

• Waar ligt het hart? (7 punten)

  1. In mediastinum
     
  2. Centraal in de borstkas
  3. Iets naar links
  4. Vuistgroot
  5. Peer op zijn kop
  6. Hartpunt: Apex cordis
  7. Sternum

• 4 Holten in het hart, vertel...

  2 atria (1=atrium) ook wel boezems of voorkamers genoemd
  2 ventricels ook wel kamers genoemd
  Verdeeld in: linker-, en een rechter zijde door het interatriale en inter-ventriculaire septum (tussenschot)

• Endocard vertel hierover 4 dingen! (Denk aan ENDO = in)

  1. Binnenste laag
     
  2. Bekleed de atria en ventricels
  3. Gladde, dunne laag
  4. Reduceert wrijving als het bloed door het hart stroomt

• Myocard vertel hierover 3 dingen! (Denk aan Myo = klein)

  1. Dikke spierlaag
     
  2. Middelste laag
  3. Samentrekking van deze laag zorgt voor de pompkracht (druk) van het hart om bloed te verplaatsen

• Epicard vertel hierover 3 dingen (Epi = buiten)

  1. Buitenste laag
     
  2. Visceraal (orgaanstandig) deel van het hartzakje (pericard)
  3. Vloeistoffen tussen de twee lagen van het hartzakje verminderen wrijving als het hart klopt. 

• Maak een tekening van de verschillende lagen van het hart!

  Tekening volgt

• Kleppen hoeveel? Welke?

  1. Tricuspidaal klep
     
  2. Pumonaal klep
  3. Mtraal klep
  4. Aorta klep