Anatomie, fysiologie en pathologie van de arteriële circulatie - arteriële hypertensie - diagnose/meting
3 belangrijke vragen over Anatomie, fysiologie en pathologie van de arteriële circulatie - arteriële hypertensie - diagnose/meting
Hoe onderzoekt met de bloeddruk?
- graad 1 hypertensie: 140-159 mmHg systolisch en/of 90-99 mmHg diastolisch
- graad 2 hypertensie: 160-179 mmHg systolisch en/of 100-109 mmHg diastolisch
- graad 3 hypertensie: meer dan 180 mmHg systolisch en/of meer dan 110 mmHg diastolisch
Waarop moeten we letten bij het meten van de bloeddruk en het kiezen van een goede bloeddrukmeter?
- Manchette moet aangepast zijn aan de diamter van de arm van de patiënt. Indien manchette te klein zal bloeddruk artificieel te hoog zijn
- manchette moet gepositioneerd worden op de bovenarm, direct op de huid zonder de elleboogplooi te bedekken en op gelijke hoogte met het hart
- polsbloeddrukmeters zijn niet opportuun omdat ze artificieel lage waarden kunnen aangeven bij patiënten met vaatstenosen
Hoe meet je de bloeddruk met een stethoscoop?
- Systolische bloeddruk is de druk waarbij men terug de 2e Korotkoff toon hoort (bij het loslaten van de druk in de manchette)
- diastolische bloeddruk: druk waarbij toon terug verdwijnt
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden