Dossier cardiovasculaire aandoeningen - Hypertensie - Farmacologie
20 belangrijke vragen over Dossier cardiovasculaire aandoeningen - Hypertensie - Farmacologie
Hoe kan hypertensie medicamenteus behandelt worden?
- graad 1: pas na 3-6 maanden dieet
- graad 1 in combinatie met cardiovasculair risico + graad2/3: steeds medicamenteuze behandeling
Wat zijn de verschillende aangrijpingspunten waar antihypertensiva op in werkt?
- Sympatisch zenuwstelsel
- renine-angiotensine-aldosterone systeem (RAAS)
- andere: nieren, arteriën, centraal zenuwstelsel
Op basis van wat maken we een keuze over het soort antihypertensivum?
- Afhankelijk van persoonlijke toestand van patiënt, rekening houdend met risicofactoren en comorbiditeiten
- huidige richtlijn: combinatie van 2 hypertensiva, bij voorkeur in 1 combinatie pil
- uitzondering: monotherapie voor graad 1 hypertensie + laag cardiovasculair risico
- kernbehandeling voorkeur: ACE-inhibitor of ARB (sartaan) + calcium(kanaal)antagonist of diureticum
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe werken de antihypertensiva die inwerken op het RAAS?
=> belangrijk deel!!
Wat zijn de 4 manieren om de werking van AT II te verminderen?
- Reninevrijzetting daalt => B-blofkker
- Inhibitie van renine => renine-inhibitoren
- Inhibitie van ACE => ACE-inhibitoren
- AT II verhinderen te binden aan receptor => AT II-receptorblokkers (ARB's of sartanen)
Wat zijn de nevenwerkingen van ACE-inhibitoren?
- (orthostatische) hypotensie
- ! begin behandeling Þ geleidelijk dosis
- ! combinatie met streng zoutloos dieet of andere antihypertensiva
- Prikkelhoest (5-20%)
- Hyperkaliëmie
- ! K+-sparende diuretica of nierfunctiestoornissen
- Hypoglycemie (~ verbeterde insulinegevoeligheid bij diabetici)
- Smaakstoornissen (vooral captopril)
Wat is de werking van II-receptorblokkers?
werken rechtstreeks in op angiotensine II maar op een andere plaats
+ ook inwerking op RAAS, maar op een andere plaats
Wat is het verschil tussen ARB's en ACE-inhibitoren?
- Ook inwerking op RAAS, maar op een andere plaats
- geen daling plasma AT II: zelfs stijging
- groter effect?
- zelfde nevenwerkingen, behalve prikkelhoest (want geen effect op bradykinine inactivatie)
- meestal duurder
Wat zijn de indicaties van ARB's?
- Hypertensie
- hartfalen
- recent myocardinfarct
- type 2 diabetes met proteïnurie --> ter vertraging van de progressie van nierlijden
Wat is de werking van lisdiuretica?
- Inhibitie van NaCl reabsorptie door remming van Na+/K+/2Cl- co-transport ter hoogte van corticale en medullaire deel van stijgende lis en aangrenzende distale tubulus Þ vorming van meer voorurine en sterkere hypertoniciteit van de urine dan de thiazidediuretica Þ krachtige diurese
- Geen inhibitie van meer distaal gelegen uitwisselingsprocessen: verhoogd aanbod van Na+ veroorzaakt kaliurie = kaliumverliezende diuretica
- Niet werkzaam bij ernstige nierinsufficiëntie
Wat is de werking van kaliumsparende diuretica?
- Inhibitie van Na+/
K +-ATP-ase of competitieve inhibitie van de aldosteron receptor => remming van de uitwisseling van Na+ ionen in de tubulus- vloeistof tegenK + ionen uit de cellen van de corticale verzamelbuis => zwak diuretisch effect
- Verminderde
K +-uitscheiding in de urine => risico op hyperkaliëmie (vnl. bij nierinsufficiëntie of bij inname van NSAID’s, ACE-inhibitoren en ARB’s) => kans op levensbedreigende hartritmestoornissen!
- Vaak in combinatie met kaliumverliezende diuretica
Wat is het werkingsmechanismen van calcium(kanaal)antagonisten?
- •Vrije calciumionen zijn belangrijk voor de contractie van spiercellen; gaan via calciumkanalen in de cel
- Calcium(kanaal)antagonisten inhiberen de influx van calcium in de cellen van het cardiovasculair systeem
- => vasodilatatie in perifere arteriën => perifere weerstand daalt
- =>contractiekracht van het hart daalt
- Vrije calciumionen zijn ook nodig voor de impulsvorming en impulsgeleiding in het hart.
- Sommige calcium(kanaal)antagonisten remmen de opname van calcium in de impulsvormende en impulsgeleidende cellen en worden daarom toegepast bij hartritmestoornissen.
Wat zijn indicaties en voorbeelden van calcium(kanaal)antagonisten?
- Hypertensie: dihydropyridines
- hartritmestoornissen: diltiazem
- angor pectoris: verapamil (omwille van vaatverwijdende eigenschappen)
Wat zijn B-blokkers en op welke receptoren spelen deze in?
- B1-receptoren: vooral in het hart --> geven bij prikkeling tachycardie en toename HMV
- B2-receptoren: in het gladde spierweefsel van bronchïen, maagdarmkanaal, lever en bloedvaten --> geven bij prikkeling onder andere verwijding van de bronchiolen, vermindering van slijm in de longen en vaatverwijding in spierweefsel + stimulatie van de glycogenolyse
Welke geneesmiddelen werken in op het vegetatief zenuwstelsel?
- Sympaticomimeticum
- sympaticolyticum
- B-blokker = B-sympaticolyticum
Welke indeling binnen de B-blokkers kunnen we maken op vlak van farmacodynamische verschillen?
- Cardioselectieve B-blokkers = B1-blokker
- selectiviteit daalt bij hogere dosis
- niet-selectieve B-blokkers
- blokkeren van B1 en B2-receptoren
Wat zijn de nevenwerkingen van niet-selectieve B-blokkers?
- bronchoconstrictie
- inhibitie glycogenolyse: moeilijker herstel na hypoglycemie + maskeren van symptomen
Wat zijn astma/ COPD en diabetes voor soort blokker?
geen grote inspanningen leveren, want hartfrequentie kan niet opgedreven worden door B1-blok
Wat zijn indicaties voor het gebruik van B-blokkers?
- Cardiovasculair
- hypertensie: geen eerste keuze
- angina pectoris
- hartritmestoornissen
- andere:
- angst en paniekstoornissen
- migraine
- glaucoom
Wat zijn combinatiepreparaten van diuretica?
- Kaliumverliezende + kaliumsparende diuretica: vermijden van hypokaliëmie
- glijktijdig gebruik van twee of meer antihypertensiva
- huidige richtlijn
- in lagere doses dan in monotherapie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden