Samenvatting: Pathologie 3.2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pathologie 3.2
-
HC 1 Pathologie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/11/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Het immuun/afweersysteemFunctie algemeenAspecifieke afweersysteem Cellulair en HumoraalSpecifieke afweersysteemCellulair en humoraal
Functie algemeen- Bescherming tegen pathogenen
- Bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen (antigenen)
Aspecifieke afweersysteem- Aangeboren
- Cellulair: macrofagen, neutrofielen, monocycten > antigenen verwerven
Humoraal : complementfactoren
Specifieke afweersysteem- Verworven, aangeleerd
- Cellulair: lymfocyten
Humoraal : antistoffen
-
Specifiek afweersysteem: cellulair Wat betekent het ?
Betekenis- Lymfocyten in lymfoïde organen en bloed
Lymfocycten cellen:- T-cellen
- Zitten in je bloed
- Thymus
- T-helper
- Cytotoxische T-cel > killercel
- B-cellen
- Beenmerg
-
B-cellen Wat is het HerkenningActivatieActivatie antigeen uitlegProductie
Wat is het- B-cel is een specifiek antistof aan het celmembraan
- Komen uit het beenmerg
Herkenning- Herkent één bepaalde structuur buiten de cel
Activatie- Door contact met antigeen wordt het afweersysteem opgewekt om antistoffen aan te maken
Na activatie- Vormt plasmacellen en memorycellen
- Zorgt ervoor dat je veel b-cellen paraat hebt
- Met behulp van t-helpercel
Productie- Plasmacel produceert specifiek antistof tegen antigeen (humoraal)
-
Plasma en memorycellenWat zijn het + verschilFunctie
Het zijn:- Antistoffen
B-cellen vormen plasma- en memorycellen
Plasmacellen - Fabriekjes om antistoffen te maken
Memorycellen- Heel veel
B-cellen tegen virus - Volgende keer sneller/sterke reactie bij opnieuw contact van antigeen
-
Specifiek afweersysteem: HumoraalAntistoffen bestaan uit (soort eiwit)Wat doen antistoffenProductieHoeveelheid
Antistoffen bestaan uit:- Uit antistoffen tegen antigenen
- Antistoffen bestaan uit
immunoglobulinen
Productie en hoeveelheid:- Lichaam kan oneindig veel aanmaken
- Productie door speciale lymfocyten:
B-cellen enplasmacellen .
-
Antistoffen effectIGA en IGMIGGIGE
IGA en IGM- Doden van micro-organismen
- IGA: voorkomt hechting aan slijmvlies
IGG- Opsonisatie vermakkelijken fagocytose
- Erop zitten
IGE- Binden aan mestcellen
- HC. 2
-
IGE: in de mestcel1 v/d 9 immunoglobinesFunctieGebonden in weefsels aanGebonden in bloed aanDegranulatie
Functie- Belangrijk bij allergieën
- Bedoeld tegen parasieten
Gebonden- Aan mestcellen in weefsels
Basofielen in bloed
Degranulatie - Uitstoot van
ontstekings-mediatoren (o.a. Histamine) - Indringers kapot maken
-
Deregulatie mestcellen Ontstekingsmediatoren zorgen voor Vasodilatatie ChemotaxisVerhoogde permeabiliteit ContractieUitscheiding
Ontstekingsmediatoren zorgen voor:- Vasodilatatie
- Verhoogde bloedstroom
- Chemotaxis
- Aantrekking aan andere ontstekingscellen
- Verhoogde permeabiliteit capillairen
- Meer vocht toelaten
- Contractie glad spierweefsel
- Samentrekking
- Bijvoorbeeld in longen: astmatische aanval
- Uitscheiding cytokinen
- Stimulatie andere ontstekingscellen
-
Galt: afweer van darmenWaarom afweerLymfoïde systeemLymfocyten bevinden zich
Waarom?- Veel bacteriën in de darm
- Regulatie tussen bacteriën wel opnemen en niet opnemen
- Afweer = galt
Lymfoïde systeem- 60% in de darm
Bevinden zich:- In centra (peyerse platen)
- Met name in terminale ilieum
- Losse lymfeknopen
-
Galt: afweer darmenSubmucosa betekenisSubmucosa bevinden zichEpitheelcellenDendritische cellen
In submucosa:- Laag tussen bindweefsel en spieren/slijmvlies
- Zitten veel b-cellen
- Produceren veel IGA:
- Minder hechten aan slijmvlies
Epitheelcellen:- Veel dendritische cellen
- Hebben contact met darminhoud
- Kunnen stoffen opnemen en antigenen presenteren
- Monitoren wat er in de darm zit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden