Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Pathologie en klinisch redeneren in de tweede lijn / copd-kg-vetvrij

COPD (DBR 12)

Q: Wat is relevante antropometrie bij COPD?

· Lengte, huidig en gebruikelijk lichaamsgewicht, Body Mass Index (BMI), gewichtsverloop en vetvrije massa index (eventueel handknijpkracht en buikomvang). · Dagelijkse voedingsgewoonten (inclusief gebruik van dieetpreparaten) en emoties rondom eten. · Methodieken: VAS-eetlust, VAS-ADL, Bio-elektrische impedantie meting (BIA), Rustmetabolismemeting met behulp van indirecte calorimetrie.

Q: Waarom is de energiebehoefte bij COPD verhoogd?

Energiebehoefte bij COPD is hoger tgv ontsteking en luchtweg verwijderende medicatie:· Rustmetabolisme is verhoogd met 10-20% · Tijdens exacerbatie kan energiegebruik tijdens rust oplopen tot 120-135% in eerste 5 dagen van opname; daarna afnemend naar 110-120% tot ontslag. · Het totaal energieverbruik bij COPD is groter, onafhankelijk van een verhoogde ruststofwisseling. De efficiëntie van spierstofwisseling is verminderd (dus hogere energiebehoefte bij beweging) en er is een grotere zuurstofconsumptie voor de ademhaling nodig.

Q: Dieetkenmerken bij COPD en overgewicht:

o Bij obesitas • Zie Dieetbehandelingsrichtlijn 9, ‘Overgewicht en obesitas’. Hierbij is de behandeling gericht op gewichtsvermindering met behoud van spiermassa. o Bijzonderheden: • Een BMI ≤ 21 detecteert niet alle patiënten met een verlaagde/slechte voedingstoestand. Het blijkt dat er een normaal gewicht of achter over- gewicht alsnog een verlaagde spiermassa schuil kan gaan. Er wordt aangeraden om naast de BMI ook de vetvrije massa index (VVMI) te bepalen met een gekalibreerde bio-impedantie meter.

Q: Welke disciplines zijn betrokken bij de behandeling van COPD?

Multidisciplinaire begeleiding: gezien de complexiteit is het gewenst om de patiënt met COPD multidisciplinair te behandelen. Binnen de multidisciplinaire behandeling zijn naast de longarts/huisarts, de diëtist, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en de longverpleegkundige actief betrokken en/of maatschappelijk werk/psycholoog.

6 belangrijke vragen over COPD (DBR 12)

Hoe geef je de ernst aan van COPD?

COPD wordt onderverdeeld in mate van ernst. Het geforceerd uitademingsvolume in 1 seconde (FEV1) speelt hierbij een centrale rol. Meestal wordt de internationale GOLD-classificering of de ziektelast gehanteerd.

Wanneer spreken we van een slechte voedingstoestand bij COPD?

· Een te laag lichaamsgewicht (BMI < 21 kg/m2 en bij 65 jaar en ouder < 24 kg/m2); en/of
· Ongewenst gewichtsverlies (5 procent gewichtsverlies binnen 1 maand of 10 procent gewichtsverlies binnen 6 maanden en/of
· Een tekort aan vetvrije massa (spiermassa), onafhankelijk van het gewicht

(vetvrije massa-index (VVMI = vetvrije massa in kg/lengte in m2) bij mannen < 17 kg/m2 en bij vrouwen < 15 kg/m2)

Wat is relevante antropometrie bij COPD?

· Lengte, huidig en gebruikelijk lichaamsgewicht, Body Mass Index (BMI), gewichtsverloop en vetvrije massa index (eventueel handknijpkracht en buikomvang).
· Dagelijkse voedingsgewoonten (inclusief gebruik van dieetpreparaten) en emoties rondom eten.
· Methodieken: VAS-eetlust, VAS-ADL, Bio-elektrische impedantie meting (BIA), Rustmetabolismemeting met behulp van indirecte calorimetrie.

Waarom is de energiebehoefte bij COPD verhoogd?

Energiebehoefte bij COPD is hoger tgv ontsteking en luchtweg verwijderende medicatie:· Rustmetabolisme is verhoogd met 10-20%
· Tijdens exacerbatie kan energiegebruik tijdens rust oplopen tot 120-135% in eerste 5 dagen van opname; daarna afnemend naar 110-120% tot ontslag.
· Het totaal energieverbruik bij COPD is groter, onafhankelijk van een verhoogde ruststofwisseling. De efficiëntie van spierstofwisseling is verminderd (dus hogere energiebehoefte bij beweging) en er is een grotere zuurstofconsumptie voor de ademhaling nodig.

Dieetkenmerken bij COPD en overgewicht:

o Bij obesitas
• Zie Dieetbehandelingsrichtlijn 9, ‘Overgewicht en obesitas’. Hierbij is de behandeling gericht op gewichtsvermindering met behoud van spiermassa.
o Bijzonderheden:
• Een BMI ≤ 21 detecteert niet alle patiënten met een verlaagde/slechte voedingstoestand. Het blijkt dat er een normaal gewicht of achter over- gewicht alsnog een verlaagde spiermassa schuil kan gaan. Er wordt aangeraden om naast de BMI ook de vetvrije massa index (VVMI) te bepalen met een gekalibreerde bio-impedantie meter.

Welke disciplines zijn betrokken bij de behandeling van COPD?

Multidisciplinaire begeleiding: gezien de complexiteit is het gewenst om de patiënt met COPD multidisciplinair te behandelen. Binnen de multidisciplinaire behandeling zijn naast de longarts/huisarts, de diëtist, de fysiotherapeut, de ergotherapeut en de longverpleegkundige actief betrokken en/of maatschappelijk werk/psycholoog.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Pathologie en klinisch redeneren in de tweede lijn

Bekijk samenvatting