Voeding bij stoornissen van maag en slokdarm bij volwassenen (DBR 28)

48 belangrijke vragen over Voeding bij stoornissen van maag en slokdarm bij volwassenen (DBR 28)

Welke klassieke klachten zien we terug bij maag en slokdarm problemen?

Zuurbranden(pyrosis)
Teruggeven van maagzuur en voedsel (returgitatie)
Slikstoornis (dysfagie)

Welke atypische klachten kunnen optreden bij slokdarm en maagproblemen?

Pijn met slikken (odynofagie),
pijn op de borst,
opgeblazen gevoel,
piepende ademhaling,
heesheid,
chronische hoest en astma,
speekselvloed,
globus pharyngeus (gevoel dat er ‘een brok in de keel zit’),
misselijkheid.

Wanneer geven symptomen reden tot alarm?

Wanneer er sprake is van dysfagie, odynofagie, haematemesis (bloedbraken) en/of gewichtsverlies zonder duidelijke verklaring.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke aandoeningen behoren tot het risicoprofiel om last te krijgen van maag en slokdarm aandoeningen?

Hiatus hernia,
maagledigingsstoornis,
verhoogde abdominale druk,
psychologische stress,
leefstijl,
medicatie,
comorbiditeit,
helicobacter-pylori-infectie.

Welk medicatiegebruik wordt nagevraagd door de diëtist bij aanvang van de behandeling bij slokdarm en maagklachten?

  1. Vrij verkrijgbare medicijnen voor maagzuurklachten,
  2. maagzuurremmers op doktersrecept (H2-receptorantagonisten en protonpompremmers),
  3. medicatie met contra-indicatie bij maag- klachten (NSAID’s).

Welke niet-medicamenteuze adviezen zijn relevant bij slokdarm/maag klachten?

  1. Leefstijladvies
  2. Houdingsadvies
  3. Vermijden voedingsmiddelen die klachten kunnen veroorzaken/verergeren

Welke voedingsanamnesemethode wordt aanbevolen bij slokdarm/maagklachten?

Dietary history met aanvullend een eetdagboek gerelateerd aan het klachtenpatroon

Welke algemene gegevens worden nagevraagd tijdens de anamnese bij slokdarm/maagklachten?

Aard van de klachten, ernst, duur en beloop
Ontlastingspatroon

Welke algemene onderdelen vraag je na bij de voedingsanamnese bij maag en slokdarmklachten?

Hoeveelheid energie
Hoeveelheid en soort vet
Producten die de patiënt niet of slecht kan verdragen

Van welke producten weten we uit de literatuur dat zij kunnen leiden tot maagklachten?

•koffie;
•thee;
•pittige en zure producten;
•citrusfruit of -sappen;
• alliums;
• tomaten(sap);
• chocolade;
• pepermunt;
•koolzuurhoudende dranken;
• alcohol;
•kruidige gerechten;
•vetrijke producten en maaltijden.

Bij obstipatie: vezel- en vochtintake.
Producten die extra gasvorming in de darmen kunnen veroorzaken.

Op welke manier kunnen maagklachten leiden tot gewichtsverlies?

Gewichtsverlies kan veroorzaakt worden door een slechte eetlust, misselijkheid en braken of door het niet kunnen verdragen van bepaalde voedingsmiddelen.

Welke factoren zijn van invloed op de emotionele beleving van het eten bij maagklachten?

Angst voor bepaalde voedingsmiddelen.
Waarde die patiënt hecht aan eten.
De betekenis van het volgen van een dieet.
De houding ten opzichte van afvallen.
De invloed van emoties op de voedingsgewoonten.

Wat zijn de doelstellingen van de dieetbehandeling bij klachten aan de slokdarm en de maag?

  1. Verminderen van klachten.
  2. Verhogen kwaliteit van leven.
  3. Het bereiken of handhaven van een goed lichaamsgewicht (BMI = 20 – 25).
  4. Bij obstipatie: normaliseren darmmotoriek en defaecatiepatroon.
  5. Voorkomen van complicaties.
  6. Normaliseren van een afwijkende voeding en toetsen voedingsgewoontes en eetpatroon.
  7. Optimaliseren van de voedingsinname bij onbedoeld gewichtsverlies.

Wat zijn de kenmerken van de dieetbehandeling bij maag/slokdarm problemen?

•Richtlijnen goede voeding.
•Energiebeperking bij overgewicht (zie dieetbehandelingsrichtlijn 9 ‘Overgewicht en obesitas’).
•Stoppen of verminderen van alcohol.
•Voldoende vezels: dagelijks ten minste 200 gram groente, ten minste 200 gram fruit en ten minste 90 gram bruinbrood, volkorenbrood of andere volkorenproducten.
•Voldoende vocht: 2 liter, vooral bij obstipatie.
•Regelmatig eetpatroon: drie hoofd- en drie tussenmaaltijden.
•Rustig eten en goed kauwen.
•Individueel bepalen welke voedingsmiddelen klachten veroorzaken.
•Overige adviezen ten aanzien van beweging, roken, houdings- en tiltechnieken.

Wat is het dieetadvies bij ontstekingen?

Oesophagitis en gastritis: geen specifieke dieetadviezen. Wel alert op eventuele tekorten in de voeding indien uit angst voor klachten veel uit de voeding wordt geschrapt.

Wat is het risico bij een maagzweer?

Peptisch ulcuslijden: ten gevolge van pijn, verminderde eetlust en misselijkheid bestaat de kans op ondervoeding.

Welke adviezen gelden er bij een maagledigingsstoornis of gastroparese?

De dieetbehandeling bij gastroparese is erop gericht
  1. de maaglediging niet extra door voeding te vertragen,
  2. de voedingsgerelateerde klachten te verminderen en
  3. de voedingstoestand en inneming van voedingsstoffen te optimaliseren.

Wat is het advies wanneer iemand met diabetes maagklachten heeft?

Bij diabetes mellitus zijn de adviezen tevens gericht op normaliseren bloedglucosewaarden.

Van welke dieetadviezen mag resultaat worden verwacht op de maaglediging en de symptomen?

•Kleine frequente maaltijden.

•(Lichte) vetbeperking ten opzichte van gebruikelijke inname.
•Eventueel aanpassing van de consistentie naar zachte of vloeibare voedingsmiddelen.
•Goed kauwen.
•Beperken van de hoeveelheid voedingsvezel bij een royale vezelinneming.
•Beperken van voeding met een hoge osmolariteit bij overmatig gebruik hiervan. (zie dumping)

Wat is kenmerkend voor functionele dyspepsie?

Kenmerkend voor de functionele stoornis is dat er geen anatomische afwijkingen zijn.

Klachten: snelle verzadiging, postprandiaal een volgevoel, pijn in de bovenbuik, misselijkheid en braken.

Bij functionele dyspepsie is weinig effect op de medicamenteuze behandeling met maagzuurremmers. Van belang om patiënten gerust te stellen en risico op voedingstekorten door het vermijden van voedingsmiddelen die klachten (kunnen) veroorzaken te voorkomen.

Wat is de duur en intensiteit van de behandeling conform de richtlijn?

Zorgniveau I.
Richtlijn is 2 – 4 consulten en maximaal behandeltijd is 2,5 uur.
Gemiddelde behandelduur: 2 – 4 maanden.

Wat wordt door de NHG-standaard onder maagstoornissen verstaan?

Onder maagstoornissen, vaak aangeduid als maagklachten, wordt verstaan: niet-acute klachten van pijn boven in de buik en/of zuurbranden en/of regurgitatie, eventueel in combinatie met misselijkheid, braken, een opgeblazen gevoel en snelle verzadiging. De oorsprong van deze klachten wordt verondersteld te liggen in de maag, het duodenum of de distale slokdarm (NHG 2015).

Hoe vaak is er na een gastroscopie sprake van GERD,/oesofagitus, een zweer, functionele klachten of een carcinoom?

Bij patiënten met maagklachten die worden verwezen voor gastroscopie worden de volgende diagnoses gesteld:
–  20 tot 25 procent heeft gastro-oesofageale refluxziekte of oesofagitis;
–  5 procent heeft een ulcus; de afgelopen 20 jaar is de incidentie van maag- en duodenumulcera sterk afgenomen;
–  60 tot 70 procent heeft functionele maagklachten waarbij geen afwijking te vinden is, maar wel een gestoorde functie;
–  zelden carcinomen van maag en slokdarm.

Stelling: gastro-oesofageale reflux (het terugstromen van maaginhoud in de slokdarm) komt bij iedereen voor.

Correct: ongeveer 20 keer per dag treedt een fysiologische reflux op.

Je spreekt van refluxklachten of van refluxziekte als door de reflux de kenmerkende klachten als zuurbranden of regurgitatie optreden of wanneer er schade aan de slokdarm ontstaat door de reflux.

Hoe wordt reflux vastgesteld?

Reflux kan worden aangetoond door een combinatie van verschillende onderzoeken zoals gastroscopie, 24-uurs-pH-meting, oesofagusmanometrie en impedantiemeting, waarbij ook andere oorzaken van klachten worden uitgesloten.

Wat is het verschil tussen reflux klachten en reflux ziekte?

GERD (reflux ziekte) wordt vastgesteld na een gastroscopie. Officieel spreken we tot die tijd over refluxklachten.

(In de praktijk wordt echter ook wel van refluxziekte gesproken zonder gastroscopie bij typische refluxklachten die langer duren. Als de klachten bovendien goed reageren op een zuurbindend middel, of een geneesmiddel dat de productie van maagzuur afremt, geeft dat nog meer zekerheid dat het om refluxziekte gaat.)

Wat kun je opsporen middels een endoscopie?

Met endoscopie zijn eventuele oesofageale afwijkingen vast te stellen, zoals oesofagitis, vernauwingen (stricturen), Barrett-oesofagus en tumoren

Stelling: een endoscopie geeft bij refluxklachten vaak een afwijking te zien.

Fout:  bij 70 procent van de patiënten met refluxklachten worden geen endoscopische afwijkingen gevonden

Op welke momenten hebben mensen vaak last van zuurbranden?

Klachten ontstaan met name na de maaltijd, tijdens inspanning en in liggende positie.

Het drinken van water of het nemen van antacida kan het symptoom vaak tijdelijk verlichten.

Welke relatie tussen zuurbranden en klachten is bij mensen met Barret-epitheel en ernstige oesofagitus afwezig?

Er is normaliter een duidelijke relatie tussen de frequentie waarmee pyrosis (zuurbranden) optreedt en de mate van oesofagitis en van zuurexpositie.

Deze relatie is bij patiënten met Barrett- epitheel en ernstige oesofagitis vaak afwezig.

Bij welke complicatie hebben mensen met reflux ook vaak last van opboeren?

Bij een hernia diafragmatica

Waarom leidt gastroparese vaak tot reflux?

Bij een ernstige maagontledigingsstoornis (gastroparese) blijft de maag langer gevuld. In deze situatie is er een toename van de gastro-oesofageale reflux.

Welke factoren kunnen leiden tot een verhoogde intra-abdominale druk?

Knellende strakke kleding,
zwangerschap,
abdominale vetverdeling
obstipatie.

Op welke wijze heeft stress invloed op slokdarmklachten?

De gevoeligheid van de slokdarm voor de zure maaginhoud is verhoogd bij psychologische stress

Wat is een Barret's-oesofagus?

Bij een Barrett-oesophagus is de wand van de slokdarm gedeeltelijk bekleed met een ander soort weefsel dan bij een gezonde slokdarm. Mensen met een Barrett-oesophagus hebben een grotere kans om slokdarmkanker te krijgen dan andere mensen.

Welke ziektebeelden kunnen maagklachten veroorzaken?

–  reumatoïde artritis;
–  hartfalen;
–  diabetes mellitus;
–  operaties zoals het plaatsen van maagband;
–  gastroparese.

Welke medicijnen kunnen een verergering geven van maagklachten?

–  NSAID’s;
–  antidepressiva;
–  bifosfanaten;
–  metformine;
–  calciumantagonisten;
–  nitraten;
–  spironolacton;
–  kaliumzout, mucolyticum;
–  acetylsalicylzuurderivaten;
–  enkele antibiotica.

Welke medicatie wordt voorgeschreven bij lichte tot matige refluxklachten?

H2-receptorantagonist

Welke medicatie wordt voorgeschreven bij aanhoudende of klinisch relevante refluxklachten?

Protonpomp remmer (PPI)

Welke medicatie heeft de voorkeur bij een maagzweerachtige dyspepsie?

H2-receptorantagonist

Welke medicatie heeft de voorkeur bij functionele maagklachten?

Medicatie heeft niet altijd effect. Met name geruststelling van de client en uitleg over niet-medicamenteuze maatregelen zijn aan de orde.

Welke medicatie heeft de  voorkeur bij een door NSAID's veroorzaakte maagzweer?

PPI (proton pomp remmer)

Wat doet een H2-receptorantagonist?

Antihistaminica, die de H2-receptoren in de maagmucosa blokkeren als antagonisten ten opzichte van histaminica. Niet alleen de zoutzuurproductie neemt af, ook die van pepsinevorming wordt geremd.

Medicatie eindigt vaak op ...dine)

Wat doet een protonpomp remmer?

Verminderen in sterke mate de zuursecretie door de pariëtale cellen van het maagslijmvlies.

(Doordat de protonen niet in de maag komen kan minder zoutzuur gevormd worden)

Medicatie eindig vaak op ....prazol

Welk advies kan gegeven worden tan aanzien van het gaan liggen na een maaltijd?

Tot 3 uur na de maaltijd niet gaan liggen

Welke voedingsmiddelen kunt leiden tot meer gasvorming in de darmen?

De volgende voedingsmiddelen kunnen extra gasvorming geven, maar dit kan individueel verschillen:


  • voedingsvezelrijke producten. Met name bij recente voedingsvezelverrijking, zoals bij gebruik van extra zemelen en voedingsvezelpreparaten;
  • scherpe kruiden en specerijen;
  • nieuwe aardappelen, gekookte en afgekoelde aardappelen (slaatje);
  • peulvruchten, prei, koolsoorten, ui, paprika, spruitjes, knoflook, komkommer, radijs;
  • pruimen, meloen, onrijp of grote hoeveelheden fruit, tutti-frutti, gedroogde vijgen,
  • kokos;
  • grote hoeveelheden vet;
  • sorbitol in light producten zoals kauwgom, frisdrank;
  • koolzuurhoudende dranken;
  • bier;
  • slagroom, soufflé, versgebakken/warm brood, omelet.

Welke externe factoren zijn belangrijk bij de dieetbehandeling?

–  de invloed van financiën op de voedselkeuze;
–  de houding van de (directe) omgeving tegenover een dieet;
–  de mogelijkheid om frequente maaltijden te gebruiken in de thuissituatie;
–  werktijden, bijvoorbeeld wisselende diensten, beperkte lunchtijd, reizen;
–  sociale gelegenheden.

Wat is het advies op het gebied van het gebruik van melkproducten bij maagklachten?

Reguliere advies schijf van 5

Bij veel nachtelijke reflux: dan geen melkproducten voor het slapen gaan.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo