Neurologische slikstoornissen (DBR 38)

8 belangrijke vragen over Neurologische slikstoornissen (DBR 38)

Wat is het risicoprofiel (=aandoening) voor het ontstaan van slikstoornissen?

· Acute aandoeningen als Cerebraal Vasculair Accident (CVA), Sub Arachnoidale Bloeding (SAB) of trauma.· Degeneratieve aandoeningen als de ziekte van Parkinson, Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS), dementie, MS, ziekte van Huntington, metabole aandoeningen.

Wat is de meest voorkomende complicatie bij een slikstoornis?

aspiratiepneumonie (longontsteking tgv verslikken waardoor voeding in de longen komt)

Welke paramedicus is erg belangrijk bij het behandelen van patiënten met een slikstoornis?

De logopedist: deze beoordeelt het slikken, oefent met de patiënt en geeft adviezen ten aanzien van de consistentie van de voeding.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer wordt een patiënt bij slikstoornissen naar een diëtist verwezen?

•na het ontstaan van slikstoornissen indien het vooruitzicht is dat deze situatie langer dan één week zal blijven bestaan;•ongewenst gewichtsverlies van > 5% in 1 maand of > 10% binnen 6 maanden of een chronisch slechte voedingstoestand met BMI < 18,5 kg/m2;
•een positieve score op 'hoog risico op ondervoeding' met een gevalideerd screeningsinstrument (bijvoorbeeld MUST, SNAQ).

Welke antropometrische gegevens zijn belangrijk bij iemand met een slikstoornis?

Benodigde antropometrische gegevens zijn gewicht, lengte, gewichtsverloop, BMI. Deze items zijn noodzakelijk om energie­ en eiwitbehoefte te kunnen berekenen en geven inzicht in de mate van (risico op) ondervoeding.

Wat neem je mee in de dietistische diagnose bij slikstoornissen?

De diëtistische diagnose kan worden vastgesteld op basis van analyse van verzamelde gegevens, zoals de medische diagnose en prognose, huidige en gebruikelijke voedselinname, ten aanzien van energie, vocht, andere voedingsstoffen, consistentie, antropometrische gegevens en/of aanvullende gegevens die betrekking hebben op de lichaamssamenstelling en eventuele verliezen van nutriënten door bijvoorbeeld decubitus. Let op consistentie van voeding, smaakverandering, apraxie en communicatie.

Welke consistentie is gewenst als mensen moeite hebben met kauwen?

Zachte en gemalen voeding

Bij moeite met manipuleren voeding in de mond: zachte voeding
Bij te weinig speeksel/droge mond: zachte en vloeibare voeding, meer vocht erbij
Bij snel verslikken in vocht: dranken verdikken
Bij moeite met doorslikken: vloeibare en zachte voeding

Weer let je extra op qua voedingsmiddelen wanneer mensen vloeibare voeding gebruiken?


Bij vloeibare voeding (zelf verdunnen, niet het gebruik van drinkvoeding) kunnen mensen eerder vol zitten en daardoor te weinig voedingsstoffen binnen krijgen.

Met name bij het gebruik van een vloeibare voeding is er een verhoogd risico op vitamine- en ijzertekorten. Bij vloeibare voeding is extra aandacht nodig voor het gebruik van (volkoren) graanpappen (vitamine B1, foliumzuur), gebruik van vlees en vis (ijzer, vitamine B12, B3, B6), gebruik van (dieet)halvarine, (dieet)margarine, boter en vloeibare bak- en braadproducten (vitamine A, D, E).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo