Samenvatting: Pathologie H 8,15,16,21,22,23 - Toets 25 Juni 2015
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Pathologie H 8,15,16,21,22,23 - toets 25 juni 2015
-
1 H 8, 15, 16, 21, 22, 23
Dit is een preview. Er zijn 141 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke toedieningsvormen voor medicijnen zijn er?
Dermaal = via de huid
Per os = via de mond
Rectaal - via de endeldarm, opname via het darmslijmvlies
Subcutaan = injectie onder de huid
Intramusculair = injectie in de spier
Intraveneus = direct in de bloedbaan (injectie/infuus)
Inhalatie = vernevelaar/inhalator
Epiduraal of intrathecaal = naast het ruggenmerg of in de vliesruimte rond het ruggenmerg (verdoving) -
Hoe lang bestaat de Wet op de geneesmiddelen?
Sinds 1865 -
Wie mogen een opiaat voorschrijven?
Alleen artsen, recept moet voluit geschreven worden -
Welke straf staat er op overtreden opiumwet?
Het is een misdrijf -
Welke soorten concentraties zijn er?
MVC = maximale veilige concentratie
MEC = minimaal effectieve concentratie -
Wat speelt een rol bij het bepalen van de dosis en hoe vaak je een medicijn moet innemen?
First-passeffect, per os medicijn in maag-darmkanaal, dan darm, dan poortader, dan lever. Gedeelte van het medicijn wordt in de lever direct omgezet in niet-actieve metabolieten (zijn stoffen die tijdens de stofwisseling (metabolisme) ontstaan -
Waar heeft een toegediend medicijn zijn werking op?
Toegediend medicijn heeft zijn werking op een receptor, deze zit op de celmembraan. Receptor wordt gestimuleerd en dan heet het middel een agonist, dan waterval van reacties en dat heet cascade -
Wat vormen deze vijf slaapstadia samen?
1 slaapcyclus -
Wat is atheromateuze plaque?
Bloedplaatjes slaan stuk en andere weefsels die proberen het bloedvat te repareren gaan zich afzetten -
Wat verhoogt het cholesterolgehalte?
Verzadigde vetten en zitten in dierlijk producten, zoals roomboter, kaas en vlees
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden