Afweer en immunopathologie
7 belangrijke vragen over Afweer en immunopathologie
Er zijn biologische en mechanische barrières die zorgen dat micro-organismen niet het menselijk lichaam binnendringen. Hoe noemt men dit?
Voorbeelden van biologische barrières zijn: mond, keel, luchtwegen, huid, vagina, maag en darmen.
Wat is de inwendige, algemene (niet-specifieke), natuurlijke afweer en uit welke twee componenten bestaat deze?
Er zijn twee componenten van de natuurlijke immuniteit:
1. humorale – wordt geregeld door eiwitten die in het bloed aanwezig zijn
2. cellulaire – wordt geregeld door neutrofiele granulocyten en monocyten
Wat is een ontstekingsreacties, welke oorzaken zijn er en noem de vijf klassieke ontstekingssymptomen?
Oorzaken van weefselbeschadiging zijn:
wonden, verbrandingen, allergieën, chemische stoffen (bv. etsende stoffen en injectievloeistoffen ), maligniteiten (kankergezwellen) en micro-organismen.
De vijf klassieke ontstekingssymptomen zijn:
tumor (zwelling), rubor (roodheid), dolor (pijn), calor (warmte) en functio laesa (functieverlies).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Inwendige, specifieke (verworven) afweer bestaat uit twee componten:
1. humorale component wordt geregeld door antistoffen, gemaakt door B-lymfocyten na contact met antigenen
2. cellulaire component wordt geregeld door cytotoxische T-lymfocyten
Overgevoeligheidsreacties van het onmiddellijke type (type I). Welke reacties kunnen optreden?
- zwelling van slijmvliezen,
- contractie van gladde spiercellen,
- toename van secretie (afscheiding van stoffen) door kliercellen,
- vasodilatatie (verwijden van bloedvaten) en
- verhoogde doorlaatbaarheid van kleinere bloedvaten.
Noem drie voorbeelden van reacties op soorteigen antigenen?
- zwangerschapsimmunisatie,
- orgaantransplantatiereacties en
- bloedtransfusiereacties.
Wat is immunodeficiëntie en wat zijn mogelijke oorzaken?
Oorzaken kunnen zijn:
1. eiwittekort in het lichaam – te weinig bouwstenen voor opbouw en onderhoud immuunapparaat (congenitale immunodeficiëntie is meestal genetisch bepaald)
2. beschadiging immuunapparaat – bv. door T-helpercellen van het aidsvirus
3. beenmergarmoede – tekort aan stamcellen wat aanmaak leukocyten vermindert (door leukemie, door medicijnen als cytostatica of door bijwerkingen van bestraling)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden